Professor Wim Van Lancker: ‘Achter de prijsstijging voor kinderopvang zit geen duidelijke beleidskeuze’
De kinderopvang wordt duurder, ook voor gezinnen met de laagste inkomens. ‘Aan die in het systeem ingebakken scheve verhouding verandert er niets’, zegt Wim Van Lancker, terwijl sociaal beleid het omgekeerde zou moeten doen.’
De kinderopvang wordt duurder. Gezinnen met de hoogste inkomens zullen zo’n 25 euro per maand of 300 euro per jaar meer moeten betalen. Gezinnen met de laagste inkomens zullen gemiddeld 1,4 euro per maand meer betalen. Dat komt neer op een indexering van de prijs met 3,6 procent.
Meteen kwam er forse kritiek van onder andere de Gezinsbond, die erop wijst dat het groeipakket (de vroegere kinderbijslag, nvdr) maar met maximaal 2 procent stijgt. ‘Het groeipakket zou op dezelfde manier moeten stijgen. Bovendien wordt de kinderopvang voor ouders in januari duurder, terwijl het groeipakket telkens pas in september verhoogt’, aldus de Gezinsbond.
Op het eerste gezicht lijkt die verhoging volgens draagkracht een sociaal doordachte maatregel. Wim Van Lancker, professor sociaal beleid (KU Leuven), is het daar niet mee eens.
Wim Van Lancker: ‘De voorbije jaren is het gemiddelde bedrag dat ouders betalen voor een dag opvang nauwelijks gestegen. Als je rekening houdt met de inflatie is kinderopvang het voorbije jaar zelfs goedkoper geworden. Het aandeel van de ouders in het totaalbudget is in die periode gedaald en de overheidsinvesteringen zijn toegenomen. In Vlaanderen is de betaalbaarheid sowieso niet het grootste probleem van de kinderopvang. Voor een individueel gezin is de maandelijkse factuur voor voltijdse opvang uiteraard veel geld, maar in vergelijking met andere landen blijft kinderopvang hier relatief goedkoop. Bovendien krijg je ook nog eens een deel van die kosten terug via de belastingen. Maar goed, het psychologische effect van wat je elke maand betaalt, voelt uiteraard anders dan wat je anderhalf jaar later via de fiscus recupereert. Hoe dan ook, wat nu gebeurt, is niet veel meer dan een inhaalbeweging. Die correctie hangt ook samen met de vele problemen in de kinderopvang. Er zijn in die sector gewoon meer middelen nodig. Maar de eerste reacties op die stijging en dat verschil tussen hoge en lage inkomens vind ik nogal merkwaardig.’
‘Het zijn vooral de armere gezinnen die naar verhouding van hun inkomen met de hoogste kosten geconfronteerd worden.’
De stijging gebeurt toch volgens financiële draagkracht? Is nauwelijks 1,4 euro meer per maand geen goed sociaal beleid?
Wim Van Lancker: In Vlaanderen betalen de laagste inkomens nog altijd veel. Het minimumbedrag is 6,24 euro per dag. Vergelijk dat maar met de Franstalige Gemeenschap, waar dat 2,68 euro is. Er bestaat wel een extra laag tarief van 3,88 euro per dag, maar die wordt op individuele basis toegekend en daarvoor moet je aan heel specifieke voorwaarden voldoen. Dat gaat maar over een zeer kleine groep. Zo bekeken betalen vooral de hoogste inkomens relatief gezien het minst en zijn het vooral de armere gezinnen die naar verhouding van hun inkomen met de hoogste kosten geconfronteerd worden. Aan die in het systeem ingebakken scheve verhouding verandert er dus niets. Sociaal beleid zou het omgekeerde moeten doen.
Vlaams minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit) slaat hier de bal mis?
Van Lancker: De ongelijkheid in de kinderopvang wordt alleen maar groter als je naast de prijsstijging ook niet kijkt naar het tekort aan opvangplaatsen en de nieuwe voorrangsregels voor werkenden. Het hele systeem wordt steeds meer toegespitst op tweeverdieners, die dus wel meer kunnen betalen dan het laagste tarief. Waarschijnlijk was dat ook de prioriteit voor de minister. Maar zullen mensen met de allerlaagste inkomens op den duur nog wel toegang hebben tot kinderopvang? Als je de tarieven hervormt, moet je tegelijk nadenken over hoe je ervoor kunt zorgen dat kinderopvang toegankelijker wordt voor iederéén, en niet alleen voor tweeverdieners. Dat is natuurlijk de olifant in de kamer. Achter deze prijsstijging zit geen duidelijke beleidskeuze. Zal die er nog komen?
‘De toegang en de kwaliteit van de opvang, dát zijn de grootste problemen.’
De toegang tot kinderopvang is een groter probleem dan de extra centen die ouders zullen betalen?
Van Lancker: Ja, de toegang en de kwaliteit van de opvang, dát zijn de grootste problemen. Er is te weinig aanbod en de kwaliteit is niet geweldig. Dat heeft een paar jaar geleden die hele crisis rond kinderopvang toch bewezen? Die crisis is nog altijd niet fundamenteel opgelost en de 200 miljoen extra in deze regeerperiode zal niet volstaan. Er is alleen een bescheiden aanzet om het aantal kinderen per begeleider te verlagen, maar over hoe het verder moet, blijft de beleidsbrief van de minister vaag. Echte keuzes worden er niet gemaakt.
‘Vaag en verontrustend: wat lezen we in het Vlaams regeerakkoord over kinderopvang’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier