Proces-Bart De Pauw: ‘Je kunt moeilijk van trial by media spreken, als je zelf naar die media stapt’
Wat bezielde televisiemaker Bart De Pauw om frontaal voor de aanval te kiezen in de rechtszaak waarin hij wordt beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Donderdag 14 januari start de rechtszaak van negen vrouwen die een klacht hebben ingediend tegen televisiemaker Bart De Pauw, bij het grote publiek bekend van onder meer Het Geslacht De Pauw, Twee tot de zesde macht, Willy’s en Marjetten en Quiz me Quick.
De vrouwen beschuldigen hem van seksuele intimidatie en met name van het sturen van grote hoeveelheden vaak ongepaste en seksueel getinte sms’en. Paul Lambrechts, toenmalig ceo van de VRT en belangrijkste opdrachtgever van De Pauw, zei dat het ging om honderden berichten, soms met een pornografische inslag. Volgens de media zou een van de slachtoffers in drie weken tijd 900 berichten van de man ontvangen hebben. Experts hebben daar een juridische term voor: stalking.
De West-Vlaming Damiaan Denys, hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Amsterdam, wil geen concrete uitspraken doen over de zaak De Pauw zelf, maar hij vindt het wel een interessant maatschappelijk fenomeen. Het illustreert hoe onze samenleving het voorbije decennium een grote omslag heeft gemaakt qua omgang tussen mannen en vrouwen, maar ook hoe de virtuele wereld het bijna heeft overgenomen van de reële wereld. ‘Toen ik als 18-jarige student filosofie aan de KU Leuven kwam, gingen jongens en meisjes helemaal anders met elkaar om. Nu gelden andere normen en waarden, zoals respect hebben voor elkaar en gelijkwaardigheid tussen de seksen. Ik vrees alleen dat een groep eerder oudere mannen die omslag nog niet heeft gemaakt.’
Het is niet omdat je iemand op Twitter of Facebook beledigt of beschuldigt, dat het minder erg of kwetsend zou zijn dan wanneer je dat op straat doet.
Gevoel van onaantastbaarheid
Publieke figuren verwerven door hun bekendheid een soort machtspositie en niet iedereen kan daar even goed mee om, stelt Denys. ‘Ze gaan denken dat ze zich meer kunnen permitteren dan anderen.’
Dat gevoel van onaantastbaarheid is dubbel: ‘Die publieke figuren voelen dat zelf zo aan, maar hun publiek voedt hen daarin ook. Wij, als publiek, dragen er dus zelfs toe bij dat ze denken dat ze meer mogen dan anderen. Dat geldt overigens niet alleen voor personen die actief zijn in de media. Dezelfde processen komen voor bij politici, bedrijfsleiders en andere mensen met een zekere machtspositie.’
Een van de belangrijkste argumenten die De Pauw ter verdediging aanvoert, is dat het volgens hem slechts gaat om enkele zogenaamd onschuldige sms’en. ‘Ik heb toch niets fysiek misdaan? Meer dan een beetje flirten was het niet.’
Adjunct-directeur Liesbet Stevens van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) liet eerder al weten dat ze het daar helemaal niet mee eens is. Daarom heeft het instituut zich ook burgerlijke partij gesteld in de zaak. Stevens verwijst onder meer naar een onderzoek van het Europees Bureau voor de grondrechten (FRA), waaruit blijkt dat een op de vier vrouwen een jaar na zulke feiten nog altijd last heeft van slaapproblemen, angsten en onveiligheid.
Dat illustreert volgens Denys een ander pijnpunt. ‘De echte wereld en die van de sociale media zijn helemaal in elkaar verstrengeld geraakt en dat beseffen sommigen nog niet. Het is niet omdat je iemand op Twitter of Facebook beledigt of beschuldigt, dat het minder erg of kwetsend zou zijn dan wanneer je dat op straat doet. Wat zich afspeelt in de virtuele wereld heeft een enorme impact op mensen. Dat is een relatief nieuw fenomeen, waar onze samenleving nog mee moet leren omgaan.’
Aanval als beste verdediging
Bart De Pauw heeft van het begin af aan gekozen voor de frontale aanval. Hij kwam op 8 november 2017 zelf naar buiten met de beschuldigingen. Alleen ingewijden wisten op dat ogenblik dat er bij de VRT klachten over hem waren binnengelopen wegens seksuele intimidatie.
Hij had er ook voor kunnen kiezen om in te gaan op het voorstel van zijn slachtoffers om zijn excuses aan te bieden en te beloven zijn gedrag aan te passen. Dan was hij vermoedelijk niet in het oog van een mediastorm beland en had zijn productiehuis Koeken Troef nooit zo veel financiële schade ondervonden als nu. Maar De Pauw koos voor de vlucht naar voren en eist een forse financiële schadevergoeding van de VRT voor het verbreken van de arbeidsrelatie.
Iemand die het totaal anders heeft aangepakt, is theatermaker en beeldend kunstenaar Jan Fabre, die juridisch wordt bijgestaan door Hans Rieder. Fabre werd op 12 september 2018 in een open brief van een twintigtal (ex-) medewerkers beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Na enkele dagen verdween de zaak bijna helemaal uit de media. Wij vroegen Rieder om een reactie, maar hij wenste niet te reageren. De mediastilte duurt dus voort.
Uit internationaal onderzoek blijkt dat 10 tot 20 procent van de bevolking meent dat slachtoffers van seksueel geweld mee schuld hebben aan wat hen is overkomen, zelfs bij verkrachtingen – waarvan in de zaak De Pauw geen sprake is. Dat stelt advocate Elke Cloots, die slachtoffers van discriminatie verdedigt en mediarecht doceert aan de Universiteit Antwerpen.
Het is een duidelijk signaal voor de volgende generaties.
‘Het komt veel vaker voor bij seksuele delicten dan bij andere misdrijven. In plaats van schuld te bekennen, doen de daders (maar ook anderen) aan victim blaming. Ze leggen de schuld bij hun slachtoffer. Zij heeft mij verleid, zij heeft het uitgelokt, bijvoorbeeld door zich sexy te kleden. Sommige daders schamen zich achteraf voor hun gedrag, zeker als het uitkomt, maar omdat ze moeilijk kunnen leven met die schaamte, leggen ze de schuld bij de andere.’ Dat mechanisme is volgens Cloots trouwens zo oud als de mensheid.
‘Magistraten of politiediensten zijn niet noodzakelijk immuun voor victim blaming. Het kan een strategie zijn van een advocaat om, al dan niet op verzoek van de cliënt, op dat gevoel in te spelen.’
‘In veel van dit soort zaken blijkt dat de dader zich onrecht voelt aangedaan’, zegt psychiater Denys. ‘Hij heeft geen schuldinzicht en vindt dat niet zijn slachtoffer(s) maar wel hijzelf de meeste schade heeft opgelopen. Hij dwingt zo zijn slachtoffers bijna in de rol van dader.’
De angst van de slachtoffers
Nadat in Het Nieuwsblad een lijst was gelekt met vrij precieze omschrijvingen van de negen vrouwen, hebben zij beslist om een persbericht uit te sturen waarin ze zichzelf bekendmaakten. waarin ze vroegen ‘dat Bart De Pauw zijn schuld erkent, en dat het aanhoudende grensoverschrijdende gedrag stopt’. Ze hopen nu dat de rechtszaak andere slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag zal sterken om aan de alarmbel te trekken.
Damiaan Denys is geïntrigeerd door die open brief. ‘Het valt op hoe bang ze waren én zijn om hiermee naar buiten te treden. Eigenlijk wilden ze dat helemaal niet en hebben ze dat pas gedaan na een medialek. Ik snap hun schroom, want zij vrezen terecht opnieuw het slachtoffer te worden van allerlei hetzerige berichten op sociale media. Maar nog belangrijker is dat dit volgens mij illustreert dat vrouwen zich nog altijd niet voldoende geschraagd voelen door de veranderende samenleving, ook al zijn de normen en waarden ondertussen een flink eind opgeschoven richting gelijkwaardigheid.’
Nadat de slachtoffers van Bart De Pauw naar buiten waren getreden, reageerde diens advocaat met de mededeling dat zijn cliënt al veroordeeld was door de media. Eigen schuld, dikke bult?
Elke Cloots denkt dat het soms beter is om uit de media weg te blijven, want die publiciteit kan veel schade veroorzaken, niet alleen bij de dader, maar zeker ook bij de slachtoffers. ‘U mag niet vergeten dat veel vrouwen die seksueel geïntimideerd worden zich sowieso vaak schuldig voelen. Dat is ook een belangrijke reden waarom ze bang zijn om naar buiten te komen of een klacht in te dienen bij de politie.’ Ze betwijfelt of deze zaak een goed voorbeeld is van trial by media. ‘Was het Bart De Pauw niet zelf die als eerste naar de media stapte om te vertellen wat er was gebeurd?’
Het helpt volgens Denys niet dat het gerecht zo traag werkt en het jaren duurt voor zo’n zaak voor de rechtbank behandeld wordt. Dat vergroot de kans op lekken. ‘Maar het kan ook bijna niet anders dan dat zulke zaken in de media komen, aangezien zowel daders als slachtoffers publieke figuren zijn. Zij gebruiken zelf ook de media voor hun eigen belangen.’
Bovendien is het volgens hem goed dat zulke zaken veel aandacht krijgen. ‘Het is een duidelijk signaal voor de volgende generaties dat de samenleving veranderd is en dat intimiderend gedrag ten aanzien van andere groepen niet langer getolereerd zal worden.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier