Prijsverhoging dienstencheques: ‘Is het aan de zwaksten in de samenleving om de begroting te saneren?’

© Getty
Karin Eeckhout

Het was een van de eerste maatregelen die lekten uit het Vlaamse regeerakkoord: de dienstencheques worden duurder en de fiscale aftrek verdwijnt. Het grootste deel van die meerprijs komt niet de huishoudhulpen maar wel de Vlaamse begroting ten goede, tot spijt van de vakbonden. ‘Maar het is wel historisch dat er budget op tafel komt om het lot van de poetshulpen te verbeteren.’

‘Er is een groot contrast tussen de beknopte passage over de dienstencheques in het regeerakkoord en wat er eerder in de pers over is gecommuniceerd’, vindt Ben Debognies, medewerker van de studiedienst van ACV Voeding en Diensten. Issam Benali, federaal secretaris bij ABVV Dienstencheques, vindt de passages over de dienstencheques ‘flou’. Letterlijk staat in het regeerakkoord het volgende:

‘De dienstencheques blijven een belangrijk instrument om zwartwerk tegen te gaan door reguliere jobs te creëren voor kortgeschoolden en om de combinatie arbeid-privé haalbaar te maken. We verbeteren de loon- en arbeidsvoorwaarden van de huishoudhulpen om hun werk aantrekkelijk en werkbaar te houden. In het belang van de transparantie tegenover de consument en de arbeidsomstandigheden van het personeel gaan we in overleg met de sector over de administratieve kosten, zonder de rendabiliteit uit het oog te verliezen.’

De tekst van het regeerakkoord is vaag over de dienstencheques, maar ondertussen heeft Vlaams minister van Werk Zuhal Demir (N-VA) bevestigd dat de prijs per cheque met één euro wordt verhoogd, van 9 naar 10 euro, en dat de fiscale aftrek van 1,8 euro per cheque verdwijnt. Daarmee stijgt de prijs voor de klant met 2,8 euro per uur, waarvan 1 euro rechtstreeks naar de huishoudhulpen zal gaan, terwijl 1,80 euro zal worden gebruikt om de begroting op orde te krijgen.

Wat betekent dit voor de poetshulpen?

Issam Benali: Voor de gemiddelde poetshulp, die eerder halftijds dan voltijds werkt omdat het werk zo zwaar is, zal dat neerkomen op een loonsverhoging van iets minder dan 1000 euro bruto per jaar.
Ben Debognies: Spectaculair is dat niet. Wij vinden dat de opbrengst van de prijsverhoging integraal in hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden voor de poetshulpen zou moeten worden geïnvesteerd. Poetshulp staat in de top 3 van de slechtst betaalde jobs. Het kan toch niet dat de zwakste groepen in de samenleving de begroting moeten saneren?

De werknemers in de sector hebben de voorbije jaren meermaals strijd gevoerd, en dat signaal is eindelijk politiek gecapteerd.

Issam Benali: Uiteraard hadden wij ook liever een groter aandeel van de prijsverhoging naar de poetshulpen zien gaan, maar het is wel historisch te noemen dat er überhaupt budget op tafel komt om het lot van de poetshulpen te verbeteren. Op dat vlak kunnen we toch spreken van een trendbreuk met de vorige Vlaamse regeringen. De werknemers in de sector hebben de voorbije jaren meermaals strijd gevoerd, en dat signaal is eindelijk politiek gecapteerd.

U bent dus positief over dit onderdeel van het Vlaamse regeerakkoord?

Issam Benali: Ik ben gematigd positief, maar ook nog enigszins voorzichtig. Het is niet omdat de beslissing is genomen, dat het geld automatisch bij de poetshulpen terechtkomt. Stel dat de prijsverhoging op 1 januari 2025 ingaat, dan moeten we nu zo snel mogelijk cao’s kunnen afsluiten, als we willen dat de huishoudhulpen vanaf die dag op hun loonsverhoging kunnen rekenen. Vlaams minister minister van Werk Zuhal Demir (N-VA) zal er samen met ons op moeten toekijken dat het geld effectief bij de huishoudhulpen terechtkomt, en niet bij de werkgevers blijft hangen. Zodra haar kabinet is samengesteld, zullen wij de minister uitnodigen om in overleg te gaan.

Nico Daenens, de ceo van Group Daenens, met 16.500 huishoudhulpen de grootste werkgever in de sector, steunt blijkbaar de vraag van de vakbonden om de prijsverhoging integraal te gebruiken voor een loonsverhoging voor de poetshulpen.

Ben Debognies: In een recent opiniestuk in Trends heeft Daenens inderdaad gepleit voor een verhoging van de lonen van de huishoudhulpen met 10 procent, wat theoretisch mogelijk is met die prijsverhoging van 2,8 euro per uur. Maar dat standpunt is niet representatief voor de werkgevers in de sector. Federgon, de federatie van de werkgevers, vindt juist dat een deel van het extra budget naar de ondernemingen moet gaan, omdat die het financieel moeilijk zouden hebben.

De 20 grootste dienstenchequebedrijven hebben in 2023 samen 50 miljoen euro winst gemaakt.

Klopt dat ook?

Ben Debognies: Dat argument houdt weinig steek. Een recente analyse van de jaarrekeningen van de 20 grootste dienstenchequebedrijven, die in totaal meer dan 75.000 huishoudhulpen tewerkstellen en daarmee goed zijn voor meer dan de helft van de markt, heeft aangetoond dat die bedrijven in 2023 samen 50 miljoen euro winst hebben gemaakt. De realiteit is dat de sector zeer divers is, van grote commerciële spelers tot kleine lokale vzw’s met sociale doelstellingen. Vaak zijn het die laatste die het financieel lastig hebben, onder meer omdat ze meer vorming en ondersteuning voorzien voor hun poetshulpen.

Wat met de ‘administratieve kosten’ die heel wat dienstenchequebedrijven al aanrekenen aan hun klanten?

Ben Debognies: Die extra kosten maken de totale prijs voor de klant weinig transparant en moeilijk vergelijkbaar – het ene bedrijf vraagt een toeslag per uur, het andere per maand, per kwartaal of per jaar. Het is bovendien niet erg duidelijk waarvoor dat geld wordt gebruikt. Bij sommige bedrijven gaat het naar maaltijdcheques voor de poetshulpen, andere zouden het gebruiken voor vorming, nog andere houden het voor zichzelf. De bedrijven hebben altijd gezegd dat ze die extra toeslagen zouden stopzetten zodra ze meer inkomsten uit subsidies zouden krijgen. Uit het regeerakkoord meen ik te kunnen opmaken dat de overheid het ook zo ziet.

Issam Benali: Als de sector meer geld krijgt, is het logisch dat er een einde komt aan die extra toeslagen. In Wallonië, waar de prijs van de dienstencheques eerder al is opgetrokken naar 10 euro, is het verboden om administratieve kosten aan te rekenen.

Blijft nog de vraag of een aantal klanten niet zal afhaken als gevolg van de prijsverhoging?

Debognies: Wij denken van niet. Sinds 2014 is de prijs van de cheques onveranderd gebleven. Als er nu 2,8 euro bijkomt, dan is die stijging nog altijd minder dan de index. Klanten zijn ook wel bereid om wat meer te betalen, op voorwaarde dat hun huishoudhulp daar beter van wordt.

Benali: Een aantal klanten zal misschien moeten afhaken of het aantal uren huishoudhulp verminderen, maar anderzijds staan er genoeg mensen op de wachtlijst, zodat de prijsverhoging wellicht niet zal leiden tot een verminderd gebruik van de dienstencheques.



Partner Content