Portret van Ine Van Wymersch, de nieuwe drugscommissaris: ‘Als iemand het kan, dan zij’
Ine Van Wymersch (43) is sinds enkele maanden aan het werk als drugscommissaris. Moet zij de ‘war on drugs’ winnen, of is ze een excuustruus van de federale regering? Een portret in vier bedrijven.
Proloog
Enkele jaren geleden stelde Knack, samen met een jury onder leiding van wijlen professor Brice De Ruyver, een powerlist samen van de invloedrijkste Belgen in de wereld van justitie. ‘Hou vooral Francisca Bostyn en Ine Van Wymersch goed in de gaten’, raadde hij aan. ‘Die twee gaan het nog ver brengen.’ De Gentse criminoloog kreeg postuum gelijk. Francisca Bostyn is ondertussen baas van de Belgische Staatsveiligheid en Ine Van Wymersch werd in februari aangesteld als de eerste drugscommissaris van ons land.
De start van haar commissariaat is een beetje te vergelijken met die van de legendarische Paula D’Hondt als koninklijk commissaris voor het Migrantenbeleid in 1989. Ook zij kreeg een onmogelijke opdracht – ‘los het migratie- en asielprobleem op’ – en een ronkende titel zonder duidelijke functieomschrijving. En ook zij werd door de politici als excuus gebruikt als er weer eens iets misliep: ‘Natuurlijk zijn we goed bezig. We hebben toch een commissaris aangesteld?’
Net als D’Hondt ging Van Wymersch van start zonder veel omkadering. De gewezen minister had wel een kantoor en een kabinetschef (Johan Leman), maar geen meubels of personeel. Ine Van Wymersch deed het de eerste weken zelfs zonder een kantoor en moest van thuis uit werken. Er liepen wel meteen twee bodyguards mee in haar schaduw. Wellicht geen overbodige maatregel als je weet dat het drugsmilieu er niet voor terugschrikt om zelfs de ontvoering van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) te plannen.
Magda Buelens, moeder van Van Wymersch, ziet die bodyguards eerder als een geruststelling. ‘Weet u, mijn echtgenoot liep ook weleens gevaar tijdens zijn job als politieman, maar ik was nooit ongerust omdat ik wist dat hij geen onnodige risico’s zou nemen. Ine is ook zo.’
1. De sociaal geëngageerde vrouw
Maar wie is die jonge vrouw die het de drugscriminelen in ons land moeilijk moet maken? Een moeder van vier kinderen uit Overijse, juriste en dochter van Guido Van Wymersch, ex-korpschef van de politiezone Brussel hoofdstad.
‘Wellicht is dat ook de reden waarom in ons gezin altijd veel belang werd gehecht aan het rechtvaardigheidsgevoel’, legde ze ooit uit in een interview. ‘Ik kon er op school al niet tegen dat een kind werd gepest. Dan moest ik tussenbeide komen. Zelf kom ik uit een warm nest, maar op de pleintjes van Overijse zag ik dat niet iedereen zo veel geluk had als ik.’
Ze twijfelde tussen drie beroepen: journalist, psycholoog of rechter. Journalist omdat ze graag schrijft en het graag uitlegt. Ze publiceerde enkele jaren geleden met Als je wieg op drijfzand staat een mooi boek over het levensverhaal van een vrouw op weg naar euthanasie.
Van Wymersch weet als geen ander dat taal belangrijk is. ‘Als je iets van mensen verlangt, dan moet je hen dat ook goed kunnen uitleggen. Critici verwarren dat wel eens met mediageilheid, maar dat is het niet. Iets uitleggen is deel van een beleid.’
Omdat ze geïnteresseerd is in mensen, was psycholoog worden ook een optie. En als je als advocaat, rechter of procureur het gedrag van mensen wilt veranderen, moet je hun gedrag goed begrijpen.
Van Wymersch is een beetje van alle drie, maar in 2011 werd ze uiteindelijk jeugdmagistraat. ‘Toen ik leider was bij de Chiro, zag ik hoe een kind van onze groep in de auto van haar moeder stapte, en meteen een mep kreeg. Dat beeld zal ik nooit vergeten’, vertelde ze in een interview. Daarom ook koos ze voor jeugd- en familierecht. ‘Omdat je daar de meeste impact hebt, zeker als je met jongeren werkt. Hoe jonger het boefje, hoe meer kans om hem terug op het juiste pad te brengen.’ Impact hebben, ook dat is een constante in haar leven.
Politiek
De jonge Van Wymersch was erg actief in het druivendorp Overijse. Als 18-jarige stond ze in de leiding van de plaatselijke Chiro. Later was ze actief in de speelpleinwerking. Daar smeedde ze met enkele vrienden en vriendinnen plannen om in de politiek te gaan.
Dat deed ze in 2006, toen ze voor de gemeenteraadsverkiezingen op de 27e plaats stond van de lokale lijst Overijse 2002. Van Wymersch behaalde 412 voorkeurstemmen, net te weinig om verkozen te worden. ‘Je kunt zagen en klagen over de politiek, of je kunt er zelf iets proberen aan te doen’, zei ze daarover.
‘Wat een talent was dat, zeg.’ Dirk Brankaer, oud- burgemeester van Overijse en voormalig voorzitter van Overijse 2002, heeft nog altijd spijt dat Van Wymersch na enkele jaren de plaatselijke politiek verliet om magistraat te worden. ‘Ze had zeker het talent en de brains om burgemeester van Overijse te worden of om een rol te spelen in de nationale politiek. Onze groep had het gehad met het toenmalige CVP-bestuur, dat totaal vermolmd was. Met Overijse 2002 wilden wij vernieuwen en Ine stond daarbij op de eerste rij. Na haar vertrek zijn we een beetje richting de N-VA opgeschoven. Ik vrees dat als ze er dan nog bij was geweest, ze zou zijn opgestapt, want Ine stond enorm op haar onafhankelijkheid.’
Op school kon ik er niet tegen dat een kind gepest werd. Dan moest ik tussenbeide komen.
2. De ‘grote communicator’
De drugscommissaris wil voorlopig geen interviews
geven over haar beleid. ‘Als ik praat, heb ik het graag
over concrete initiatieven en daar is het te vroeg voor.Eerst studeren.’ Maar dat ze op termijn open zal communiceren, is duidelijk. Van Wymersch werd gekozen uit een shortlist van enkele kandidaten. Twee factoren gaven de doorslag: haar no-nonsenseaanpak als procureur van Halle-Vilvoorde, maar zeker ook haar talent als communicator. Dat viel het eerst op toen ze acht jaar lang woordvoerder was van het Openbaar Ministerie van Brussel. Dat is niet vanzelfsprekend, want de meeste parketten staan bekend om hun gebrek aan communicatie: ‘geen commentaar’.
In 2009 werd ze naar eigen zeggen een beetje en stoemelings parketwoordvoerder. In een interview in RandKrant vertelde ze dat ze dat jaar als juridisch adviseur bij de toenmalige woordvoerder Wenke Roggen. ‘Kort nadien verschanste iemand zich met een wapen in een appartement vlak tegenover een warenhuis. De woordvoerder vertrok onmiddellijk naar de commandopost om de gijzeling te managen. De media stonden op de hoek van de straat en iemand moest hen briefen, want er zaten veel mensen vast in de supermarkt en hun families wachtten op nieuws. Toen heeft ze me in het bad gegooid: “Je bent tweetalig en vlot. Het zal wel lukken.” Vanaf dan werd ik ingeschakeld, eerst af en toe, daarna meer en meer.’ In 2016 kreeg ze de prijs voor de beste Nederlandstalige woordvoerder.
Misschien erfde ze dat talent van haar moeder, Magda Buelens, een licentiaat in de Germaanse filologie en jarenlang communicatieverantwoordelijke bij de Zweedse verpakkingsmultinational Tetra Pak. ‘Dat weet ik niet’, zegt Buelens. ‘Die taalvaardigheid zat er bij haar van jongs af aan in. Ik herinner me nog dat ze ’s avonds als kind gedichten schreef. Ze zei er niets over, maar ik vond er verschillende toen ik haar bed opmaakte. Op haar twaalfde won ze ook een prijs met een zelf geschreven sprookje. We zijn geen muzikaal gezin, maar Ine heeft wel de academie gevolgd als tiener, afdeling “woord”. Daar heeft ze leren improviseren en spreken voor een publiek.’
Michel Goovaerts volgde de vader van Ine op als korpschef van de Brusselse lokale politie, hoofdstad Elsene. ‘Ik ken haar al jaren. Zij is ook in dit korps begonnen als jonge juriste. De korpschef van toen was een man van de vorige generatie. Het was niet de bedoeling dat een jonge stagiaire de chef en plein public tegensprak, maar dat deed Ine toch. Daar keken ik en vele andere jonge officieren toch van op. Ze deed dat kordaat, maar wel altijd respectvol.’
In haar communicatie hecht Van Wymeersch veel belang aan de inbreng en commentaar van anderen. ‘Bij een nieuwe rondzendbrief stuur ik altijd een kladversie naar de verschillende korpschefs van de politie. Ik geef ze een maand om opmerkingen te geven’, zei ze in een interview. ‘Daarna vertel ik hen wat ik met hun opmerkingen gedaan heb en krijgen ze nog een maand om de gevraagde maatregelen te implementeren. Tegelijkertijd organiseer ik infosessies om de agenten op het terrein uit te leggen wat het doel is. Collega’s zeggen weleens dat ik gek ben om daar zo veel tijd in te steken, maar ik wil dat mensen begrijpen waarom we bepaalde zaken vragen. Dat kost niks.’ Van Wymersch wil duidelijk af van het beeld van de klassieke procureur des Konings in zijn ivoren toren.
3. De jongste procureur van het land
Op 14 februari 2019, een dag voor Van Wymersch zou beginnen als procureur des Konings, moest ze een nachtdienst doen op het Brusselse parket. Alain Remue, hoofd van de Cel Vermiste Personen en een van haar beste vrienden, zal die dag en nacht niet snel vergeten.
‘We werden plots opgeroepen omdat op de VUB-campus een jonge vrouw, Solène, vermist werd. Zoals wel vaker gebeurde, kwam Ine, in tegenstelling tot veel van haar collega’s, meteen ter plaatse kijken. Ze heeft de hele nacht meegezocht, tot we het lijk van Solène aan de voet van een trap vonden. Was ze van de trap gevallen? De omstandigheden zijn nooit opgeklaard. We gingen nadien terug naar mijn kantoor voor een kop sterke koffie. We waren allemaal onder de indruk van wat er was gebeurd. Maar wat deed Ine, zonder dat iemand het zag? Zij ging voor de hele groep warme koffiekoeken halen. Dat zegt alles over die madam. ’
Haar tegenstanders zijn zeer sterk, maar Ine zal zich daar niet door laten afschrikken.
Alain Remue, Cel Vermiste Personen
Een dag later begint ze aan haar job als procureur des Konings van het parket Halle-Vilvoorde, nog geen veertig en dus de jongste procureur van België. Haar benoeming was nog een gevolg van de ‘vijf minuten politieke moed’ die volgens Yves Leterme (CD&V) in 2010 nodig waren om het gerechtelijk arrondissement en de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen. Het duurde uiteindelijk nog enkele crisissen voor het zover was.
Ook hier was haar ‘behuizing’ een soort Belgische grap. Het parket hield en houdt nog altijd kantoor in… het OCMW-gebouw van Asse. Toen ze er arriveerde, had het ‘Openbaar’ Ministerie geen ontvangstbalie, geen cellen voor verdachten, geen vergaderruimtes en geen afgesloten ruimte om gevoelige dossiers te stockeren. De eerste steen van het voor 2023 beloofde nieuwe gebouw moet nog altijd gelegd worden. Of zoals ze het verwoordde toen ze Knack destijds verwelkomde voor haar eerste interview als procureur: ‘Welkom in Absurdistan.’
Goovaerts: ‘Toen Ine benoemd werd als procureur van Halle-Vilvoorde had ik snel door dat het maar een tussenstap zou zijn in haar carrière. Halle-Vilvoorde is een heel klein gerechtelijk arrondissement. Ine is weliswaar geen carrièrist, maar ze staat wel ambitieus in het leven en daar is niks mis mee.’
Vier jaar later is haar balans behoorlijk positief. Een van haar realisaties is een nieuw veiligheidsplan voor de luchthaven van Zaventem. Ze organiseerde ook een betere aanpak van hangjongeren. Dankzij de bevoegdheden die het nieuwe jeugddelinquentiedecreet biedt aan de parketten krijgt elke minderjarige die iets mispeutert in Halle-Vilvoorde altijd een reactie: een brief of een uitnodiging om naar het parket te komen. In andere parketten wordt dat wel eens blauwblauw gelaten.
Van Wymersch pakte ook de strijd aan tegen familiaal geweld. Halle-Vilvoorde blijkt daarin zelfs een van de koplopers. Een rondzendbrief uit 2017 geeft elke procureur de bevoegdheid om bij familiaal geweld de agressor meteen uit het huis te halen. Zo blijft het slachtoffer, meestal de vrouw, thuis en kunnen de kinderen gewoon naar school. Het gezin krijgt een adempauze en de agressor wordt begeleid door medewerkers van het justitiehuis. In Halle-Vilvoorde wordt 95 procent van de uithuiszettingen later bevestigd door de familierechter.
De meeste media-aandacht kreeg ze met haar aankondiging om het gebruik van de smartphone achter het stuur streng aan te pakken. Dat voorbeeld illustreert niet alleen haar no-nonsenseaanpak, maar ook haar ambitie. ‘Halle-Vilvoorde is misschien het kleinste parket, het is wel bevoegd voor de luchthaven van Zaventem en de Ring rond Brussel. En daar rijdt de helft van België over. Dus als je daar iets doet, heb je wel een grote impact.’ Het gevolg was dat enkele weken later vele tientallen bestuurders tijdens een themazitting voor de rechtbank hun rijbewijs moesten inleveren.
Doet ze dan niets verkeerd, vroegen we aan enkele van Van Wymersch’ vrienden. ‘Toch niet veel’, antwoordde een van haar beste vriendinnen. ‘Ine is soms te naïef. Ze geeft heel snel het vertrouwen aan mensen en dan is het een harde leerschool als ze dat niet waard blijken te zijn. Ze is ook een eeuwige bemiddelaar en zou soms wat sneller knopen moeten doorhakken. Negatieve beslissingen schuift ze weleens voor zich uit en ze kan slordig of onnauwkeurig zijn. Ik herinner me een anekdote die ze zelf nog weleens vertelt op café: op een dag bestelde ze bij de slager 1000 kilogram américain, in plaats van 1000 gram. En ja, op tijd komen is niet haar sterkste kant.’
4. De drugscommissaris
Een van de mensen met wie Van Wymersch sprak voordat ze de job van drugscommissaris aannam, was goede vriend Alain Remue. ‘Ik verklaarde haar eerst zot. Ze is moeder van vier kinderen en die job is niet zonder risico. Een minuut later wist ik dat ze de beste kandidaat zou zijn. Ik ken niemand die zo verbindend, zo slim en zo doortastend is als Ine.’
Van Wymersch was zelf geen kandidaat voor de job. Ze bereidde de aanvraag voor om haar mandaat in Halle-Vilvoorde te verlengen. Volgens de experts die wij spraken, is ze gevraagd om drie redenen. Ze is het als magistraat gewoon om zich onafhankelijk op te stellen, zeker ten aanzien van de politieke wereld. Ze is geen brokkenpiloot. En ze werkt erg verbindend. Laat dat laatste nu net een van de belangrijkste opdrachten zijn van de drugscommissaris. Die hoeft niet tussenbeide te komen in operationele onderzoeken naar drugscriminaliteit, maar moet wel bruggen leggen tussen de verschillende parketten, politiediensten én de politieke overheid.
Stel dat in Antwerpen een bepaalde modus operandi wordt vastgesteld die in verschillende drugsdossiers terugkomt. Dan zou die informatie tot bij de drugscommissaris moeten komen, waarop zij maatregelen kan uitwerken om dat in de toekomst te voorkomen. Dat kan een wetgevend initiatief zijn, een wetenschappelijk onderzoek of contacten leggen in het buitenland. Informatie uit de gerechtelijke wereld moet beter doorstromen naar de burgerlijke en politieke wereld. Op die manier moet de aanpak van de drugscriminaliteit beter gestroomlijnd worden. Dat is althans het doel.
Ze kan ook wetgevend werk voorbereiden. Een concreet voorbeeld waar de drugcommissaris misschien mee aan de slag kan gaan, zijn de dekmantels van drugsbendes. Dat zijn vaak restaurants (met weinig klanten) of de bovengemiddeld veel viswinkels in Antwerpen waar meer zwart drugsgeld wordt witgewassen dan er kabeljauw wordt verkocht. Het is aan het parket om met bewijzen te komen, maar dat is vaak zeer moeilijk. Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat de bewijslast wordt omgekeerd en dat de eigenaar van het restaurant of de viswinkel moet bewijzen dat hij geen banden heeft met het drugsmilieu. Het Verenigd Koninkrijk heeft zulke wetgeving.
Misschien kan ze ook te rade gaan in Nederland, waar criminoloog Cyrille Fijnaut twintig grote drugsdossiers in een databank stak en er gespecialiseerde software op losliet. Daaruit bleek dat er vaak dezelfde namen of modi operandi terugkwamen. Zulke technieken worden in ons land in het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) ook gebruikt om daders van seksueel misbruik op te sporen. Het is een idee om die software te gebruiken voor de miljoenen data uit het Sky-ECC dossier.
De drugscommissaris heeft een mandaat van vijf jaar dat één keer kan worden verlengd. Wanneer zal haar opdracht geslaagd zijn? De kans dat ze de ‘war on drugs’ kan winnen, is nagenoeg onbestaande. Waarop kan ze dan wél afgerekend worden?
Remue: ‘Het hele land zal toekijken op haar werk. De verwachtingen zijn hooggespannen. Misschien te hoog, maar elke drugsdode die zij kan vermijden is voor mij al een succes. Haar tegenstanders, de drugsmaffia, zijn zeer sterk, hebben onbeperkte financiële middelen en ze hoeven zich niet aan de regels te houden, maar ik weet dat Ine zich daardoor niet zal laten afschrikken.’
Een expert die liever anoniem blijft, formuleert het zo: ‘Het zou al een succes zijn mochten sommige drugscriminelen beginnen te zuchten bij het woord België.’
Ine Van Wymeersch is volgens Michel Goovaerts ‘niet de vrouw van de grote analyses. Ze zal met concrete initiatieven komen.’ Misschien kan ze kijken naar het voorbeeld van Brice De Ruyver, toen die veiligheidsexpert was bij de toenmalige premier Guy Verhofstadt (Open VLD) . ‘De grote verdienste van Brice was dat hij alle neuzen in dezelfde richting bracht. Ine kan dat ook. Zij schrikt er niet voor terug om politici, experts en magistraten binnenskamers te zeggen waar het op staat, maar tegelijkertijd werkt ze altijd verbindend. In de politiek, bij de politie en de magistratuur zal ze te maken krijgen met grote ego’s en mensen die soms moeilijk van mening veranderen. Maar als iemand het kan, dan zal het Ine zijn.’
Epiloog
Misschien heeft Ine Van Wymersch ook een voorbeeld aan Paula D’Hondt. In het begin dachten velen dat ze geen potten zou breken en dat ze vooral een afleidingsmanoeuvre zou zijn voor politici. Dat draaide helemaal anders uit toen D’Hondt met haar vlijmscherpe uitspraken en voorstellen naar buiten kwam en politici tegen de schenen schopte. Het grote verschil met de drugscommissaris is dat de verwachtingen over D’hondt destijds erg beperkt waren. Haar job werd gezien als een uitloopbaan. Over de drugscommissaris, daarentegen, zijn de verwachtingen torenhoog.
Ine Van Wymersch
Geboren in Brussel in 198O.
Studeerde rechten aan de KU Leuven.
2011: Jeugdmagistraat bij het Openbaar Ministerie in Brussel.
2016: Prijs voor de beste Nederlandstalige woordvoerder.
2019: Procureur des Konings in Halle-Vilvoorde.
2023: Nationaal drugscommissaris.