Politologe Robin Devroe: ‘Regering-De Croo weerspiegelt op nooit geziene manier de samenleving’
Niet alleen is het aantal vrouwen in de regering-De Croo historisch, zegt expert in politieke genderstereotypen Robin Devroe (UGent), ook hun bevoegdheden zijn opmerkelijk.
Soms gebeurt geschiedenis gewoon. Zo telde, zonder dat daar vooraf dure eden over waren gezworen, de regering van premier Alexander De Croo (Open VLD) voor het eerst in de Belgische geschiedenis evenveel vrouwelijke als mannelijke ministers. Politologe Robin Devroe (UGent) is gespecialiseerd in de politieke vertegenwoordiging van sociale groepen en stemgedrag, en focust zich vooral op vrouwen. Zij noemt de regering-De Croo onomwonden een historische stap vooruit – althans wat de samenstelling betreft. ‘Vrouwen maakten altijd maar een derde, soms een kwart uit van de regeringsploeg. De sprong naar de helft is groot. En het gaat verder: de regering telt ook een transgender, verschillende excellenties met een migratieachtergrond en heeft een goede generatiemix. De regering-De Croo weerspiegelt op een nooit geziene manier de samenleving.’
De kans dat we in België eindigen met een extreme macho-man leader is klein.
Hoe belangrijk is dit?
Robin Devroe: Het is niet te onderschatten. Zonder dat te hoeven uitspreken, bewijst deze regering dat diversiteit een realiteit is en dat de politiek geen wereld is enkel voor en van witte oudere mannen. Het effect daarvan op jonge meisjes of kinderen en jongeren met een migratieachtergrond is groot. Dat dit alles gebeurde zonder grote woorden of gedwongen quota wijst erop dat er zich een evolutie heeft voltrokken. Dat Alexander De Croo een feminist is, zal hebben meegespeeld, net zoals de aanwezigheid van ‘nieuwe partijen’ zoals Groen en Ecolo. Zij zijn – net zoals de socialisten, die er na een aantal jaren afwezigheid weer bij zijn – meer begaan met gelijkheid. De enige valse noot is het mannelijke kernkabinet: dat telt slechts één vrouwelijke vicepremier, Petra De Sutter (Groen). Maar het proces is onstuitbaar in gang gezet. Het zal niet lang meer duren voor we een eerste volwaardige vrouwelijke premier hebben.
U vindt ook de bevoegdheden van de vrouwelijke ministers sprekend.
Devroe: Vooral de zogenaamde ‘harde’ thema’s vallen me op. Ludivine Dedonder (PS) op Defensie, Annelies Verlinden (CD&V) op Binnenlandse Zaken, Eva De Bleeker (Open VLD) op Begroting, Tinne Van der Straeten op Energie, Sophie Wilmès op Buitenlandse Zaken… Niet enkel kwantitatief maar ook kwalitatief is een grote stap gezet. Lang werden voor die bevoegdheden zogenaamd ‘mannelijke’ kwaliteiten nodig geacht: op tafel slaan, assertief en hard kunnen zijn. Vandaag klinkt het raar om dit uit te spreken, maar: vrouwen kunnen dat ook. Tot een jaar of tien geleden bestond het beeld nog sterk dat vrouwen op de lijst stonden ‘om de gaatjes te vullen’ en dat ze ‘de plaats inpikken van mannen die beter geschikt zijn’. Dat lijkt verdwenen.
Het is ook de belangrijkste conclusie uit uw doctoraatsonderzoek: in Vlaanderen worden vrouwelijke politici als even competent ingeschat als mannelijke.
Devroe: Ik legde fictieve kandidaten voor aan een representatieve groep respondenten, en vroeg hoe ze hun competentie inschatten. Wat bleek? Er werd maar op één departement een onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen: op Defensie krijgt een man nog altijd de voorkeur. Mevrouw Dedonder doorbreekt louter door haar aanstelling dus al een stereotype, en kan in de toekomst een belangrijke sensibiliserende rol spelen door te bewijzen dat vrouwen even geschikt zijn voor dat departement. Opmerkelijk: er werd nauwelijks gereageerd op haar aanstelling. Naar mijn weten alludeerde alleen Theo Francken (N-VA) erop, door een foto van mevrouw Dedonder met haar hondje te tweeten en daarbij droog op te merken: ‘Dit is onze nieuwe minister.’ Het toont dat onze samenleving hier klaar voor is. Herinner u ook dat niemand in 2011, bij de eedaflegging van de regering-Di Rupo, opkeek van een homoseksuele premier met migratieachtergrond.
Uw onderzoek leert dat Vlamingen vrouwelijke politici als linkser inschatten. Hoe komt dat?
Devroe: Dat is moeilijk te zeggen. In de VS schatten kiezers vrouwen in als meer liberal omdat er nu eenmaal meer vrouwen, ook in topposities, zijn bij de Democraten dan bij de Republikeinen. Bij ons is dat niet zo. Met dank aan quota hebben linkse en rechtse partijen evenveel vrouwen in de rangen. Ik vermoed dat de verklaring simpelweg ligt in het stereotiepe beeld van vrouwen dat ze zachter, zorgzamer en meer bekommerd om het welzijn van anderen zouden zijn. Politiek vertaald: linkser, dus.
Tot een jaar of tien geleden bestond het beeld nog sterk dat vrouwen op de lijst stonden ‘om de gaatjes te vullen’.
Zíjn vrouwen ook linkser?
Devroe: Dat blijkt niet uit onderzoek. Wel stemmen vrouwen ietsje meer voor linkse partijen. Maar dat verklaart niet waarom we vrouwelijke politici als linkser inschatten.
Je hoort weleens dat vrouwelijke leiders de coronacrisis beter beheren dan mannelijke. Bestaat er zoiets als typisch vrouwelijk leiderschap?
Devroe: Welnee. Als je op dat niveau raakt, heb je gewoon bepaalde talenten. Misschien slagen vrouwen er beter in om empathie, wat zij wellicht meer hebben, beter in te zetten in hun leiderschap. Al merk je dat ‘de leider die hard op tafel klopt’ niet meer zo alomtegenwoordig is. Ik zie het Alexander De Croo niet meteen doen. Je merkt ook dat hij en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (SP.A) empathische nadrukken leggen in hun communicatie over de coronamaatregelen.
Toch zijn er internationaal tegenvoorbeelden genoeg: Trump, Bolsonaro, Poetin, Duterte, Erdogan, Modi.
Devroe: Klopt, maar dat zijn totaal andere, veel meer patriarchale maatschappijen dan de onze. Ik denk dat de kans dat we in België eindigen met een extreme macho-man leader kleiner is dan in Rusland, Brazilië of China. Onze manier van kijken is anders, zoals bleek bij onze non-reactie op premier Di Rupo en vicepremier De Sutter. Je hoort weleens dat Trump en co. de laatste uitbarstingen zijn van dat ouderwetse macholeiderschap. Misschien zijn ze wel een ultieme reactionaire reactie op samenlevingen die op veel punten steeds gelijker en progressiever worden. Neem de tweet van Bart Claeys (Vlaams Belang) waarin hij Petra De Sutter aanviel op haar transgender-zijn. Dat werkt misschien bij de extreemrechtse achterban, maar het is niet wat leeft in de Vlaamse grondstroom. Het bleek ook uit de verstandige reacties van Groen-fractieleider Björn Rzoska en Vlaams Parlementsvoorzitster Liesbeth Homans (N-VA): rustig, kort en kordaat zeiden zij dat dit ontoelaatbaar is. Ze zijn niet in de val getrapt en hebben die extreme stem niet groter gemaakt.
Is het een probleem voor rechtse politica’s dat zij als linkser worden ingeschat?
Devroe: Dat zou kunnen, want de ideologie die wij toeschrijven aan politici creëert verwachtingen over het beleid dat we denken dat ze zullen voeren. Een rechtse kiezer zou minder vertrouwen kunnen hebben in vrouwelijke kandidaten van rechtse of centrumrechtse partijen. Zij moeten wat dat betreft helder communiceren.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier