Bert Bultinck
‘Zijn revanche maakt van D’haeseleer vandaag de gevaarlijkste politicus van ons land’
Wie op zoek was naar die ene vette kop die het bloed doet stollen was eraan voor de moeite, maar voor het land was het wél een verademing: eindelijk waren er nog eens verkiezingen met een uitslag die in zo veel richtingen wijst dat je eigenlijk alleen maar van uitslagen – meervoud – kunt spreken. Het beeld van de gemeenteraadsverkiezingen dat zondagnamiddag langzaam ontstond, was divers, rijkgeschakeerd en zeer, zeer streekgebonden.
Die regenboog van uitslagen, met resultaten die soms erg ver uiteen liggen, neemt niet weg dat er her en der grote triomfen op te tekenen zijn, van het Oostende van John Crombez (Vooruit), die de huidige burgemeester Bart Tommelein (Open VLD) van de troon stoot, tot in Antwerpen, dat stevig in handen blijft van Bart De Wever (N-VA). Er is ook een curieuze reeks kleinere triomfen met absolute meerderheden. Dat is een typisch fenomeen bij lokale verkiezingen, waar uitslagen soms van een helderheid zijn die in het federale België ver te zoeken is.
Neem Lanaken bijvoorbeeld, waar de liberale ex-minister Marino Keulen een absolute meerderheid behaalt. Sint-Joost-ten-Node was de Brusselse gemeente waarvan we de burgemeester op zondagnamiddag al kenden. Dat is Emir Kir, de man die uit de PS werd gezet, maar dit weekend 50,5 procent binnenhaalde. Dat is een loepzuivere absolute meerderheid, weliswaar voor een zeer gecontesteerd politicus. Over die overwinning zal nog gesproken worden, en niet alleen door Kir zelf. Nog zo’n absolute overwinning viel er te noteren in Koksijde, waar N-VA’er Sander Loones opvallend goed scoort.
Evengoed vielen er opmerkelijke nederlagen te signaleren, met Vooruit dat Vilvoorde verliest – dat was slecht nieuws voor burgemeester Hans Bonte. Of met de N-VA die bijvoorbeeld in Turnhout de boot in gaat, ten voordele van Hannes Anaf (Vooruit).
Hoe verschillend de uitslagen ook waren, één tendens werd duidelijk. Anders dan in Turnhout of Vilvoorde werden zittende burgemeesters in het algemeen beloond door de kiezer. Door de bank genomen leek het wel alsof goed lokaal bestuur beloond werd, alsof geklungel werd afgestraft en de democratie eens niet ter discussie werd gesteld. Maakte de redelijkheid en de burgerzin dit weekend een comeback?
‘Wat er in Ninove is gebeurd, maakt het onmogelijk om de verkiezingen van zondag een feest van de democratie te noemen.’
Helaas, niet helemaal. De opkomst van iets minder dan twee derde van het kiespubliek was lager dan sommigen hadden verwacht. Dat wijst, net zoals in andere landen zonder opkomstplicht, op een pijnlijke desinteresse bij een belangrijk deel van de bevolking. Het zou dom zijn om dat te negeren.
Wel dalen langzaamaan nieuwe inzichten over de afschaffing van de opkomstplicht in. Zo verplicht die afschaffing partijen om voor hun relevantie te vechten, niet alleen tégen elkaar, maar ook vóór elke burger. Dat is niet altijd een nadeel. Bovendien kon de foertstemmer afgelopen zondag duidelijker dan ooit foert stemmen – door thuis te blijven. Terwijl politologen en commentatoren zich decennialang onledig hebben gehouden met de interpretatie van de stemmen op Vlaams Blok en Vlaams Belang, is die oefening vandaag makkelijker geworden. Wie mag thuisblijven, maar toch uit zijn kot komt om op extreemrechts of -links te stemmen, die is niet zomaar onverschillig. Die wil mee sturen. En is dus geen pure foertstemmer.
Nergens werd dat duidelijker dan in Ninove. Terwijl Forza Ninove, de partij van Guy D’haeseleer, zes jaar geleden de absolute meerderheid nog niet kon binnenhalen, is dat dit keer wel gelukt, met maar liefst 47,4 procent van de stemmen. Het is de ultieme nederlaag voor de concurrentie in het gitzwarte bastion van de Denderstreek. Burgemeester Tania De Jonge (Open VLD) en haar monstercoalitie hadden zes jaar de tijd om te bewijzen dat Ninove zonder extremisme kon. Ze heeft de kiezer echt niet kunnen overtuigen.
Dat is meteen ook een bewijs dat het riskant is om duidelijke overwinnaars niet tot het bestuur toe te laten. Die hebben de neiging om een paar jaar later eens zo hard terug te slaan, als je niet alles uit de kast haalt. De Ninovieter, zo zei D’haeseleer, ‘is het cordon sanitaire beu’. Zijn revanche maakt van D’haeseleer vandaag de belangrijkste politicus van Vlaams Belang. Het maakt hem meteen ook tot de gevaarlijkste politicus van ons land.
Wat er in Ninove is gebeurd, maakt het onmogelijk om de verkiezingen van zondag een feest van de democratie te noemen. Het extremisme ligt op de loer, overal en altijd, en dat moet elke rechtgeaarde democraat wakker houden. Maar een slechte dag was het niet zondag. Of toch in het grootste deel van Vlaanderen niet.