Zeven redenen waarom staken en betogen vandaag onverantwoord is

Op de manifestatie van 13 januari in Brussel.
Op de manifestatie van 13 januari in Brussel.
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

De vakbonden verwachten meer dan 50.000 betogers in Brussel tegen de plannen van de regering-De Wever. Maar beseffen de actievoerders wel voldoende in welke financieel-economische situatie we ons vandaag bevinden? 

Het sociaal protest tegen de geplande maatregelen van de regering-De Wever groeit. De vakbonden rekenen erop dat er vandaag meer dan 50.000 mensen in Brussel zullen manifesteren. En deze acties zijn nog maar het begin. Een algemene 24-urenstaking  is aangekondigd. Daarbij rijst de vraag of de actievoerders wel beseffen in welke financieel-economische situatie het land en de inwoners zich bevinden. Die is soms slechter dan gedacht, soms ook zeer uitzonderlijk. Om deze zeven redenen kan staken en betogen vandaag als onbezonnen overkomen.

1. Langer werken

De vakbonden protesteren in de eerste plaats tegen de pensioenhervormingen. Ze willen niet weten van langer werken. Nochtans is de vergrijzing van onze samenleving een al langer bekend fenomeen: steeds meer mensen worden oud en zelfs zeer oud. Om de budgettaire en sociale gevolgen van de vergrijzing te becijferen werd in 2001 de Studiecommissie voor de Vergrijzing opgericht. Toen al bleek dat een pensioenhervorming onontkoombaar was.

In 2013 werd dan een Commissie Pensioenhervorming opgericht, die scenario’s aanreikte voor een pensioenhervorming. Er kwam niets van. Nu zijn we zover dat de pensioenen binnen afzienbare tijd onbetaalbaar dreigen te worden omdat steeds meer Belgen steeds langer van een pensioen genieten. Zonder ingrepen worden de pensioenen financieel onhoudbaar.

Gemiddeld gaan de Belgen volgens de OESO op 61,1 jaar met pensioen. Alleen in Luxemburg (60,5 jaar) en Frankrijk (60,7 jaar) doen ze dat nog sneller. Duitsers gaan gemiddeld op 63,7 jaar met pensioen, Nederlanders op 65 jaar. Dan mag de vraag worden gesteld: is het zo verbijsterend om de Belgen te bewegen om wat langer aan de slag te blijven, waar de vakbonden zo tegen zijn? Is het niet eerder uitzonderlijk dat we zo snel met pensioen gaan?

Men mag protesteren, maar zoals eerder al in Knack geschreven, zou men moeten protesteren tegen de voormalige ministers van Pensioen die decennialang hebben nagelaten om de pensioenen tijdig te hervormen.

2. Te veel uitzonderingen

Ons pensioensysteem is een kluwen. Ambtenaren, zelfstandigen en werknemers hebben elk hun eigen pensioensysteem, met eigen definities en berekeningswijzen. Volgens het regeerakkoord zal de berekening van het pensioen van een groot deel van de ambtenaren en alle leerkrachten worden aangepast en minder voordelig zijn.

Zo telde tot nu toe elk gewerkt jaar voor hen mee als 1,05 jaar in plaats van 1, zoals in de privésector. Voor ambtenaren verdwijnt dat voordeel in 2027. Voor leerkrachten, postbodes en brandweerlui dooft het uit tegen 2032. Is het vandaag nog te verdedigen dat bijvoorbeeld 1 gewerkt jaar voor sommigen telt als 1,05 en dus een voordeliger pensioen oplevert? Waarom zou dat zo moeten zijn en blijven?

3. Niet meer op 55 jaar

In de pensioenen bestaan bij ons heel wat voorkeursregimes. Zo konden militairen op 56 jaar, het rijdend personeel van de NMBS op 55 jaar en de politie tussen 54 en 58 jaar met pensioen gaan. In 2014 heeft het Grondwettelijk Hof het voorkeursregime van de politie afgeschaft. Waarom zou dat bij de militairen en de NMBS moeten blijven bestaan?

De pensioenleeftijd van de militairen en NMBS-treinbegeleiders wordt nu opgetrokken. Vanaf 2027 stijgt die pensioenleeftijd jaarlijks met een jaar. Dat gaat dus traag. Pas over 13 jaar zullen zij even lang moeten werken als de andere mensen. De spoorbonden protesteren daar nu tegen, maar is het niet eerder verwonderlijk dat het vroeger met pensioen gaan nog zo lang kon en kan blijven bestaan?

4. Flexi-jobs

De vakbonden protesteren ook tegen de toenemende flexibiliteit van werknemers. De regering-De Wever breidt het systeem van flexi-jobs uit, zodat het gepensioneerden en mensen die minimaal vier vijfde werken toelaat jaarlijks tot 18.000 euro onbelast bij te verdienen. Tot nu toe waren flexi-jobs enkel mogelijk in specifieke sectoren zoals de horeca. Nu kan het overal. 

De bonden vrezen dat volwaardige arbeidscontracten zullen worden vervangen door een opeenstapeling van deeltijdse ‘scharrelbaantjes’. Natuurlijk zijn flexi-jobs populair bij werkgevers, omdat er arbeidskrachten kunnen worden aangetrokken op piekmomenten. Zeker in Vlaanderen, waar zo goed als iedereen werkt, is de vraag naar flexi-jobs groot. Door de huidige krapte op de arbeidsmarkt zien arbeidsmarktexperten ‘pragmatische’ argumenten pro flexi-jobs, zoals eerder hier beschreven.

Dat de flexi-jobs een extra fiscale koterij vormen, waarbij de sociale zekerheidsbijdrage lager ligt en de overheid zelf een belastingontwijking organiseert, is zeker een punt. Maar dat is niet zozeer waartegen de betogers protesteren. Zij verzetten zich vooral tegen de toenemende flexibiliteit van de werknemer omdat het ‘bestaansonzekerheid institutionaliseert’.

Dat neemt niet weg dat ook bij werknemers flexi-jobs erg in trek zijn, om een centje bij te verdienen of om een nieuwe werkomgeving te verkennen. De vakbonden negeren dit.

5. Nachtarbeid

De regering-De Wever schaft ook het verbod op zondagsarbeid, nachtarbeid en arbeid op feestdagen af, net als de wettelijk verplichte sluitingsdag. Ook de regelgeving inzake openingsuren wordt versoepeld. Nachtarbeid zal wettelijk pas starten vanaf middernacht en niet langer om 20 uur.

De vakbonden steigeren en vrezen dat de combinatie van deeltijds werk, meer overuren en een uitbreiding van nachtarbeid zal leiden tot meer zieken en dat werknemers vaker zullen uitvallen door stress. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn, maar zal dit ook zo zijn?

Want als we opnieuw kijken naar de OESO-cijfers blijkt België een uitzondering te zijn als het gaat over werken op zondag of ‘s nachts. Elders in de wereld begint de nacht niet om 20 uur maar wel om middernacht. En of daar dan ook meer mensen uitvallen door ziekte en stress? Dat blijkt niet uit de cijfers, integendeel. Bij ons lagen die cijfers meestal hoger.

6. Openbare diensten

De vakbonden willen tijdens de betoging de koopkracht en de openbare diensten verdedigen en hekelen daarbij de besparing op het overheidspersoneel. Het recentste  jaarverslag van de Nationale Bank leert ons iets anders. De personeelskosten van de overheid zijn fel gestegen door de ‘trendmatige toename van de werkgelegenheid in de publieke sector.’ Volgens de Nationale Bank zijn er ‘van 2020 tot 2023 gemiddeld ongeveer 10.000 jobs per jaar bijgekomen in de publieke sector, in het decennium daarvoor was dat nog maar de helft.’

Nog even ter herinnering: de totale Belgische overheidsuitgaven lopen op tot bijna 55 procent, waarmee we aan de top in Europa staan. Maar al decennialang staan we niet aan de top inzake de kwaliteit van de dienstverlening van onze overheid, denk aan justitie. En ook niet met overheidsinvesteringen, zie de staat van onze wegen. Mag een regering proberen werk te maken van een efficiëntere overheid? 

7. Overheidsfinanciën

Waar de betogingen en stakingen het helemaal niet over hebben zijn onze overheidsfinanciën, die tot de slechtste van Europa behoren. En daar begint het nochtans mee. Om onze eigen welvaart te verzekeren moeten we onze overheidsfinanciën op orde brengen, ook omdat Europa het ons vraagt en anders zullen de financiële markten ons ertoe dwingen met hogere rentetarieven, zoals eerder in Knack uitgelegd

Er wordt nu niet op straat gekomen tegen de regeringen die de voorbije decennia nagelaten hebben om onze overheidsfinanciën op orde te brengen, maar wel tegen de regering-De Wever die daar nu eindelijk misschien wat werk van begint te maken.

Slotsom

Er is zeker kritiek te leveren op de plannen van de regering-De Wever. Ook zij levert geen grote hervormingen op het vlak van fiscaliteit, pensioenen en arbeidsmarkt, waar specialisten en internationale organisaties al zo lang om vragen.  Ze rekent zich rijk met terugverdieneffecten. In plaats van koterijen af te schaffen komen er nog bij. De meerwaardebelasting is een misbaksel. Het klopt dat enkel werkende mensen er iets op vooruitgaan, en mensen met een of andere uitkering wellicht achteruit. En dat aan de partijfinanciering niet wordt geraakt. Enzovoort.

Maar daarover gaat het protest vandaag allemaal niet. Er wordt betoogd tegen hervormingen die de regering-De Wever wil doorvoeren en die door experten zo goed als altijd omschreven worden als ‘kleine stapjes in de goede richting’.

Want laat ons eerlijk zijn: de regering-De Wever komt niet met grote hervormingen, ook al duiden de vakbonden de maatregelen als ‘onverteerbaar’ en ‘afbraak’ en maken ze zich op voor ‘de zwaarste strijd van de afgelopen decennia’. Terwijl de ingrepen niet alleen wenselijk, maar ook draaglijk zijn, zoals Leuvense éminence grise onder de begrotingsexperts, Wim Moesen in Knack becijferde

Natuurlijk moet er begrip zijn voor de gevoelens van mensen die veranderingen op zich zien afkomen, waarvan de concrete uitkomst vaak onzeker is. Fijn is anders. Strenger moet je zijn voor de vakbonden die deze onbehaaglijke gevoelens nog voeden.

De vakbonden ontbreekt het vandaag aan moed om de noodzakelijke hervormingen kritisch te steunen en waar nodig met overleg te proberen bij te sturen, zoals ze in het verleden wel hebben gedaan. Liever leggen ze het land plat.  Het is trouwens ook nog wachten op de eerste voorstellen van de vakbonden over hoe zij de vastgeroeste, penibele financieel-economische situatie waarin we ons vandaag bevinden zouden proberen recht te trekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content