Paul Becue
‘Zelfs geen borrelnootjes: op communautair vlak is nieuw regeerakkoord dan toch een lege doos’
‘Het regeerakkoord is op communautair vlak een grote ontgoocheling. We hadden al niet veel verwachtingen, maar het is zelfs erger dan gedacht’, schrijft Paul Becue van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen.
We hadden er voor gewaarschuwd en waren op voorhand al naar het hoofdkwartier van N-VA getrokken met een lege doos en een waarschuwing. Helaas onze vrees is realiteit geworden. Het enige wat nog historisch te noemen is vandaag, is dat een Vlaams-nationalistische partij de federale regering mag leiden en zijn voorzitter zich eerste minister mag noemen.. Een daarmee houdt het ook op.
Het regeerakkoord is op communautair vlak een grote ontgoocheling. We hadden al niet veel verwachtingen, maar het is zelfs erger dan gedacht. Er is zelfs geen sprake meer van bicefale mechanismen. Er komen in de schoot van de federale regering voor Vlaanderen en Wallonië niet eens ‘beleidsverantwoordelijken’ die op het vlak van arbeidsmarkt en gezondheidszorg een eigen beleid kunnen uitwerken volgens de vereisten van de regio. Dat zou een prelude kunnen geweest zijn op de toekomstige splitsing van deze bevoegdheden, een aloude eis van de Vlaamse Beweging. Maar zelfs dat niet.
We kunnen zelfs niet spreken van borrelnootjes. De enige concrete ‘realisaties’ betreffen de mogelijkheid om de regionale feestdag nu tot een officiële feestdag te transformeren, en de afschaffing van de senaat, maar pas op het einde van deze legislatuur. Het is niet de eerste keer dat dit op tafel ligt. Ook de provincies werden al een paar keer naar het lijkenhuis verbannen, maar bestaan nog steeds. We kunnen ons afvragen of dit fundamenteel iets verandert op communautair vlak.
De kersverse premier vermeldt in zijn voorwoord als formateur dat deze regering werk maakt van een institutionele modernisering van het land, en de slagkracht van de deelstaten wil versterken. Onder zijn toeziend oog komt er op zijn kabinet een aanvullende beleidscel die wetteksten voorbereiden op vlak van de (homogene en efficiënte) bevoegdheidsverdeling, de financieringsregels, de instellingen enz. …
Concreet wordt het echter niet. Moeten we nu echt tot de conclusie komen dat de Vivaldi-regering op dat vlak ambitieuzer begonnen was met o.a. twee ministers van institutionele hervormingen. Begonnen weliswaar want van enige motivatie om tot een hervorming van de staat te komen was er amper sprake. Onze vrees is dan ook dat De Wever I hetzelfde resultaat zal opleveren als Vivaldi. Niks dus. Waarom zouden Franstaligen nu wel over een hervorming van de staat willen onderhandelen?
Hervormingsfederalisme en interfederale samenwerking
Nochtans waren we echt hoopvol. Het regeerakkoord begint immers met een institutioneel luik. Maar het blijft vaag. Nergens staat het woord confederalisme, het stokpaardje van N-VA. Wel begrippen als: hervormingsfederalisme en interfederale samenwerking. Maar voor ons is dat niks meer of minder dan het betonneren van de bestaande inefficiënte structuren. Overal spreekt men van overleg tussen de diverse bevoegde instanties en de afstemming van hun beleid op elkaar, maar dit hangt eerst en vooral af van de mensen.
We weten al lang dat Vlamingen en Franstaligen op tal van punten andere visies hebben, en dat zal niet veranderen. Daarbij staan de huidige Franstalige regeringspartners bekend voor hun unitaristische ideeën. Dit institutioneel luik met zijn holle en loze bewoordingen in het regeerakkoord lijkt ons meer geschreven door een Franstalige onderhandelaar dan door de formateur. Wij zien geen vereenvoudiging van de structuren, wel integendeel. Vertegenwoordigers van de deelstaten mogen nu zetelen in federale instellingen zoals de Algemene Raad van het RIZIV, de Nationale Bank, …. Men creëert dus opnieuw postjes, maar tot echte vereenvoudiging komt men niet.
Responsabilisering
Een kernoorzaak van het huidige grote begrotingsdeficit is het gebrek aan responsabilisering van de deelstaten, vooral in Franstalig België dat daardoor nu kampt met hoge schulden. In het regeerakkoord vinden we daar iets van terug: ‘Bij elke vaststelling van niet verantwoorde overschrijding van de partiële doelstellingen … zullen besparings- en correctiemaatregelen worden genomen om de naleving van het begrotingspad te waarborgen. Dit zal gebeuren door een strikte toepassing van de reeds bestaande wettelijke responsabiliseringsmechanismes. Deze worden waar nodig versterkt. Dit past ook binnen een meer globale strategie om het doelmatige gebruik van de middelen te bevorderen’. Maar hoe gaat men dit nu concreet doen? Tot dusver had de federale regering, en a fortiori Vlaanderen, weinig te zeggen over het begrotingsbeleid in Franstalig België. Er is ook geen sprake van fiscale autonomie, de eerste aanzet en sleutel tot financiële responsabilisering.
Overheidsbeslag
Het IMF stelde onlangs dat België anno 2028 in de wereld op de eerste plaats zou komen met een overheidsbeslag van 56% van het bruto binnenlands product (BBP). De nieuwe regering beweert dat het overheidsbeslag zal dalen. We betwijfelen ten zeerste of de beperkte belastingverlaging voor werknemers effectief tot een lager overheidsbeslag zal leiden. De meerwaardenbelasting snijdt alvast een nieuw tot dusver onontgonnen terrein van belastingsaanslag aan. In een gezonde economie gericht op stimulering van ondernemerschap mag een overheidsbeslag niet boven de 50%. Maar dat zal met dit regeerakkoord zeker niet lukken.
Een lichtpunt?
Er wordt op bepaalde vlakken toch iets gedaan. De hervorming van de arbeidsmarkt, het terugdringen van de periode van werkloosheidsuitkeringen tot 2 jaar, zijn elementen die een communautair karakter hebben. Vooral dit laatste kan Wallonië en Brussel op korte termijn treffen. De werkzaamheidsgraad is er te laag om de levensstandaard vol te houden. Door deze hervorming zal Wallonië gedwongen worden om de handen aan de ploeg te slaan en werk te maken van werk. De passieve tegenhangers van de VDAB, Forem en Actiris, zullen met een serieus activeringsbeleid over de brug moeten komen.
Op middellange termijn is het in het voordeel van Franstalig België, want er is werk genoeg. Ze moeten enkel aan de slag willen gaan. Het kan er zelfs toe bijdragen dat de transfers van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel, iets waar de Vlaamse Beweging al jaren op hamert, afgebouwd kunnen worden. Maar ook hier moeten we een kanttekening maken. Iemand die na twee jaar geen werk vindt zal terugvallen op een leefloon van het OCMW. En daar zien we geen responsabilisering want het regeerakkoord stelt dat de OCMW’s gecompenseerd worden via een verhoging van de financiering van het leefloon.
Institutionele reorganisatie om hervormingen duurzaam te maken
Het regeerakkoord wil bepaalde zaken doen bewegen, en eerste stappen zetten naar een voorzichtige hervorming in de arbeidsmarkt en de pensioenen. Als ze erin slaagt om het begrotingsdeficit serieus terug te dringen, wat we nog moeten afwachten gelet op de optimistische prognoses rond terugverdieneffecten van hervormingen, riskeert alles binnen 5 jaar weer teruggedraaid te worden als de Parti Socialiste (PS) weer aan de macht komt.
Een grondige institutionele reorganisatie is dus broodnodig om de noodzakelijke ingezette hervormingen duurzaam te maken. Het verleden heeft reeds genoeg aangetoond dat alle goede resultaten van hervormingsregeringen (bv. Dehaene die België in de eurozone loodste) teniet werden gedaan door daaropvolgende spilzieke regeringen. En een verwittigd man is er toch twee waard!
Paul Becue is voorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier