Vrijdaggroep

‘Wordt de meritocratie afgeschaft door Les Engagés en de MR?

‘Is het afschaffen van de successierechten niet in strijd met het principe dat werken meer moet lonen dan niet werken’, schrijft David Mendez Yépez van de Vrijdaggroep.

Voorzitters Maxime Prévot en Georges-Louis Bouchez hebben een principeakkoord aangekondigd over een belangrijke hervorming: de afschaffing van de successierechten in Wallonië. Aangezien de erfbelasting recent is geregionaliseerd, is een eenvoudige meerderheid van MR en Les Engagés voldoende om deze wijziging in het zuiden van het land door te voeren.

Dit akkoord betekent in feite het doodvonnis van de erfbelasting op nationaal niveau. De fiscale concurrentie tussen de regio’s zal Vlaanderen en Brussel onvermijdelijk ertoe aanzetten om dat voorbeeld te volgen. Het voorbeeld van Canada, waar de provincies de successierechten geleidelijk hebben verminderd tot ze verdwenen, is veelzeggend.

Het lef hebben om je ideeën door te voeren

De centristen van Les Engagés spraken klare taal hun programma: “De successierechten worden afgeschaft en vervangen door een vast tarief van 4-5% op alle vermogensoverdrachten op elk moment in het leven, met een vrijstelling voor de eerste € 100.000 die wordt overgedragen.”

Het is echter wel opmerkelijk dat de winnaars van de laatste verkiezingen beiden een meritocratische retoriek hebben gevoerd: de werkenden moeten meer verdienen dan degenen die niet werken. Is het afschaffen van de successierechten niet in strijd met dit principe, omdat het renteniers in staat stelt te leven zonder te werken?

België is een fiscaal paradijs voor renteniers, een fiscale hel voor werkenden,” vat Denis-Emmanuel Philippe, fiscaal advocaat bij Bloom Law in Brussel, samen. Voor de nieuwe coalitiepartners ligt er een historische kans om de situatie te veranderen. Kunnen zij de Belgische samenleving meer meritocratisch maken, zoals zij wensen?

Les Engagés rechtvaardigen hun standpunt als volgt: de huidige wetgeving bevoordeelt degenen die fiscale constructies toepassen om geen successierechten te betalen. Dat klopt. De eersten die door de erfbelasting worden getroffen, zijn momenteel de burgers uit de middenklasse, die (door een gebrek aan informatie of door een plots overlijden) geen gebruik hebben gemaakt van een fiscalist. (Misschien ook uit principe?).

Gezien deze situatie, zou “de moed om te veranderen” dan niet net zijn om zich precies te richten op de fiscale niches waardoor de rijksten erin slagen niet bij te dragen?

Een tweede punt van verbazing over de formatie in Wallonië is dat beide winnende partijen ook de verantwoordelijkheid van de regio’s in het beheer van hun begroting hebben verdedigd. In Wallonië vertegenwoordigen de successierechten 800 miljoen euro, ofwel 4% van de begroting.

Les Engagés beweren dit verlies te compenseren door de belasting op vermogenswinst te verhogen. Nadeel hiervan is dat dit een bevoegdheid van het federale niveau is, en niet van het regionale niveau. Is het vandaag verantwoord om het risico te nemen dat de financiële situatie van Wallonië verder verslechtert?

Een eerlijke en effectieve bijdrage?

De overgrote meerderheid van de economen ondersteunt een significante erfbelasting. Allereerst omdat het economisch gezien het meest efficiënt is: in tegenstelling tot inkomsten- of vermogensbelastingen beïnvloedt deze belasting niet de prikkels om te werken, te sparen of te investeren, omdat de belasting wordt geheven op het moment van vermogensoverdracht, en niet op het moment van creatie. Ten tweede is het sociaal gezien het eerlijkst: een erfbelasting egaliseert de startvoorwaarden, bevordert sociale mobiliteit, moedigt individuele inspanningen aan, en draagt bij aan gelijke kansen.

Het moet echter ook worden erkend dat de huidige modaliteiten met betrekking tot successierechten in België oneerlijk zijn, en moeten worden hervormd.

Om eerlijk en effectief te zijn, moet de erfbelasting progressief zijn, niet confiscatoir, beheerst door eenvoudige en transparante regels die fiscale constructies ondoeltreffend maken. Het systeem moet van toepassing zijn op alle overdrachten tussen generaties, ongeacht de oorzaak, het moment of de begunstigde. Verschillende belastingtarieven afhankelijk van de verwantschap of het moment van overdracht zijn niet langer relevant.

Het idee om de eerste € 100.000 vrij te stellen, zou inderdaad de middenklasse beschermen. Het voorstel van Les Engagés om een uniform belastingtarief van 4-5% in te voeren ongeacht het overgedragen bedrag is daarentegen fundamenteel oneerlijk. De belastingen op arbeidsinkomsten zijn evenredig aan de ontvangen salarissen. Waarom zou dat niet ook het geval zijn voor erfbelastingen?

John Locke, de vader van het liberalisme, baseerde het eigendomsrecht op arbeid. Het individu is eigenaar van zijn capaciteiten en van alles wat daaruit voortvloeit. Erfbelasting, die niet voortkomt uit persoonlijke arbeid of verdienste, vormt een fundamentele tegenstrijdigheid binnen de liberale gedachtegang.

De MR heeft filosofisch gezien geen reden om zich te verzetten tegen een progressieve erfbelasting omdat die bijdraagt aan een samenleving waarin inspanning, in plaats van privileges, de inkomensverschillen bepaalt. Het handhaven ervan zou Georges-Louis Bouchez in staat stellen te bewijzen dat zijn mantra “Trots om liberaal te zijn” meer was dan enkel een verkiezingsslogan.

David Mendez Yépez (1990) is auteur-componist, economist en voormalig voorzitter van de studenten van de UCL en van de Fédération des Etudiants Francophones (FEF). Hij is lid van de Vrijdaggroep.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content