Herwig Reynaert
‘Worden we niet veel te vaak met peilingen om de oren geslagen?’
‘In tegenstelling tot de ‘meerwaarde’ van de opiniepeilingen, is duidelijk gebleken dat de campagne de bepalende rol speelde in de uiteindelijke verkiezingsuitslag’, schrijft politicoloog Herwig Reynaert over de verkiezingen van 9 juni.
De kiezer heeft gesproken, de stemmen zijn geteld en de zetels verdeeld. Tijd voor de regeringsvorming.
De verrassing van deze verkiezingen aan Vlaamse kant was zonder enige twijfel het resultaat van de N-VA. De partij bleef immers de grootste partij en komt aan zet voor de Vlaamse en federale regeringsformatie. Diegenen die hierop gewed hadden, zijn ongetwijfeld hun geld aan het tellen.
Ondanks electorale winst moet Vlaams Belang, als tweede Vlaamse partij, ‘beteuterd’ bij hun overwinningsnederlaag toekijken . Weg het initiatiefrecht en weg regeringsdeelname. Er wacht opnieuw vijf jaar oppositie op de Vlaamse en federale banken. Zelfs de kaap van de 1 miljoen stemmen kon men finaal niet ronden. De peilingen zorgden ervoor dat het Vlaams Belang zich al rijk rekende. Scores van meer dan 25% en constant de grootste politieke partij in Vlaanderen werden uiteindelijk niet bewaarheid. Tot op heden werd bij peilingen het Vlaams Belang ondergewaardeerd, deze keer overgewaardeerd. De peilingen hadden, voor de zoveelste keer, ongelijk.
Het doet opnieuw vragen rijzen bij de relevantie van peilingen allerhande. Worden we niet veel te vaak met peilingen om de oren geslagen? Het wordt stilaan tijd om hier komaf mee te maken. Politici en politieke partijen leven momenteel (noodgedwongen) van peiling naar peiling. De politieke waan van de dag en kortetermijnpolitiek zijn hiervan het resultaat. Kan je politici dan trouwens ‘berispen’, de mantel uitvegen dat ze al te vaak de langetermijnpolitiek uit het oog verliezen? Deze opgefokte politieke ‘realiteit’ staat trouwens haaks op wat de mensen willen. De bevolking wil krachtdadig beleid en is het politiek gehakketak en het politiek willen scoren (al dan niet op de kap van de coalitiepartners) zo beu als koude pap.
In tegenstelling tot de ‘meerwaarde’ van de opiniepeilingen, is duidelijk gebleken dat de campagne de bepalende rol speelde in de uiteindelijke verkiezingsuitslag. Dit is een goede zaak. Ondanks het feit dat ook de campagne niet altijd een mooi schouwspel opleverde, ging het toch vaak over de politieke inhoud. Aan de kiezer dan om een keuze te maken.
De kiezer heeft trouwens, in tegenstelling tot het verleden, ook op Belgisch niveau een vrij eensluidend oordeel uitgesproken waarmee men snel aan de slag kan en moet.
Oeverloos geëmmer over de regeringsvormingen is nu uit den boze. Hoe sneller de regeringen gevormd kunnen worden, hoe rapper men, in het belang van de bevolking, aan de slag kan.
Het kiezerskorps zal de politici trouwens nauwgezet in de gaten houden. Op 13 oktober 2024 staan er immers al lokale en provinciale verkiezingen op het menu (in Antwerpen ook districtsraadsverkiezingen).
De campagne voor deze verkiezingen zal nu op gang geschoten worden. Sommige partijen/politici verschijnen aan de start van de campagne als winnaars, andere als verliezers. Sommigen rekenen zich nu al rijk, anderen gaan de campagne in met dichtgeknepen billen. Bredero wist het echter vele eeuwen terug al: ‘het kan verkeren’. Het wordt in ieder geval opnieuw een boeiende strijd waar het zowel op provinciaal als lokaal niveau hopelijk over inhoud zal gaan.
De verkiezingen van 9 juni hebben ons alvast heel wat geleerd. Het cordon sanitaire zal ook op 13 oktober niet gebroken worden door de ‘traditionele’ politieke partijen. Het Vlaams Belang moet hopen dat ze er in slaagt om ergens in Vlaanderen een absolute meerderheid te behalen of dat één of andere lokale partij met haar in zee wenst te gaan. Wordt het cordon sanitaire al dan niet gebroken, zal ongetwijfeld opnieuw een issue zijn waarop de media zullen focussen.
Voor de CD&V zal het zaak zijn om op lokaal niveau de sterkste partij te blijven. Het blijft voor de partij immers een must om te vermijden dat ze op de hogere politieke echelons verder electoraal keldert.
Ook voor Groen is de uitdaging groot. De partij doet het al bij al goed in de grotere steden maar slaagt er onvoldoende in om door te breken op het platteland. Werk aan de winkel.
Voor de liberalen is het belang van de verkiezingen van 13 oktober groter dan ooit. De partij is tegen het canvas gemept en moet nu op heel korte termijn en met verenigde krachten zien recht te krabbelen. Evident wordt dit niet.
Vooruit zit in overwinningsmodus en moet hieraan proberen een vervolg te breien op 13 oktober. Zal er ook dan een Melissa en Conner-effect zijn?
Ook PVDA verschijnt blijgemutst aan de start. Sommigen rekenen zich hier en daar trouwens al ‘rijk’, om over Antwerpen niet te spreken. Het verhaal van het vel en de beer indachtig blijft men toch best heel erg waakzaam. Eén zwaluw maakt de lente niet.
Ook voor de N-VA is de uitdaging immens. Lokaal is men ondertussen al de tweede partij, provinciaal de eerste. Minder doen dan dit, is dan ook niet aan de orde.
Laat ons echter vooral hopen dat we na de verkiezingen van 9 juni en 13 oktober politici hebben die erin slagen om op een serene manier inhoudelijke partijpolitieke bruggen te slaan in het belang van de inwoners. Het is naar goede beleidsmensen dat de bevolking smacht. Ontgoochel ze niet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier