‘Wie verzet zich nog tegen een Verzetsmuseum?’
Op 8 mei vieren we de overwinning op nazi-Duitsland en de bevrijding van ons land. Naar aanleiding van die verjaardag, pleiten zes rectoren voor de oprichting van een Verzetsmuseum. ‘In tegenstelling tot onze buurlanden kreeg het Belgische verzet tegen de nazibezetter nauwelijks een plaats in ons collectieve geheugen. Het contrast met onze buurlanden is groot.’
Tachtig jaar geleden trotseerden ruim 150.000 mannen, vrouwen en kinderen het nazistische schrikbewind tijdens de Tweede Wereldoorlog door actief in verzet te gaan. Het ging vaak om doodgewone burgers die in hun vrijheidsstrijd buitengewone dingen deden. De Duitse bezetter en zijn handlangers arresteerden zowat een derde van hen, ruim 45.000 mensen. Vaak wachtte hen foltering, jarenlange opsluiting of deportatie naar onmenselijke concentratiekampen. Niet minder dan 15.000 Belgen betaalden hun verzet met hun leven. Ze werden thuis of op straat neergeschoten, doodgemarteld, geëxecuteerd, opgehangen of onthoofd. Anderen stierven van ontbering en uitputting in de kampen. Wie deze hel overleefde, kwam als menselijk wrak terug. Het zijn verhalen en cijfers die doen duizelen.
Deze mensen ondergingen nog een straf: hun moed en zelfopoffering zijn zo goed als vergeten. In tegenstelling tot onze buurlanden kreeg het Belgische verzet tegen de nazibezetter nauwelijks een plaats in ons collectieve geheugen. Om het met een boutade te zeggen: België kent zijn collaborateurs, maar nauwelijks één verzetsheld. Neem bijvoorbeeld Andrée Dumon, tot aan een recent artikel in Knack (5 oktober 2022) zo goed als vergeten. Deze heel bijzondere vrouw was vanaf december 1941 actief in verzetsbeweging Comète, hielp zo tientallen geallieerde piloten uit bezet gebied ontsnappen, werd in augustus 1942 gearresteerd en onderging vervolgens tot in mei 1945 de hel met opeenvolgende Duitse strafkampen. Zoals historicus Dany Neudt bij de viering van haar honderdste verjaardag terecht opmerkte, zijn de oorzaken van deze Grote Vergetelheid divers en complex, maar het ontbreken van een landelijk verzetsmuseum in ons museale landschap is in elk geval wel een belangrijke factor. Op 8 mei vieren we de overwinning op nazi-Duitsland en de bevrijding van ons land. We maken van deze viering graag gebruik om Neudt’s pleidooi voor een verzetsmuseum kracht bij te zetten.
Er zijn in België en Vlaanderen bewonderenswaardige lokale en vooral particuliere initiatieven, maar het ontbreekt ons aan een gecentraliseerde instelling met voldoende middelen en expertise om de herinnering aan deze bijzondere periode levendig te houden. Het contrast met onze buurlanden is groot. Amsterdam huisvest al sinds 1984 een Verzetsmuseum dat het Nederlandse verzet in de spotlights zet, en dit voorjaar na een grondige vernieuwing heropende. In Frankrijk heeft zowat elke grote stad haar eigen “Musée de la Résistance”. Duitsland heeft tal van herdenkingsplaatsen in voormalige concentratiekampen. Polen, Noorwegen en Denemarken doen niet onder. Zelfs het kleine Luxemburg gedenkt zijn helden met het grootse Musée National de la Résistance et des Droits Humains.
De Belgische verzetsmensen verdienen beter. Door ze in de schaduw te laten staan, doen we hen en hun nabestaanden een groot onrecht aan. Zolang we hen herinneren, zijn hun persoonlijke offers ook niet zinloos geweest. Dit landelijke verzetsmuseaum moet een multimediale ontmoetingsplaats zijn die de vrijheidsstrijd van tienduizenden landgenoten beklemtoont. Het verzetsmuseum moet een onbevooroordeelde gedenkplaats zijn die niet alleen informeert maar ook nuanceert. En die tegelijk niet blind blijft voor de fouten van het verzet, want die waren er zeker ook.
Een verzetsmuseum is bovendien een educatief baken en een eerbetoon aan de democratie, de vrijheid van meningsuiting en de mensenrechten. Ook daarom moeten we in België eindelijk een volwaardig Verzetsmuseum uitbouwen. Een verzetsmuseum raakt aan het politieke fundament van onze samenleving en doet ons nadenken over de wereld die we willen.
Vooral nu, in deze onzekere tijden, moeten we onze jongste generaties tonen dat het loont om te streven naar het goede, en om zich te verzetten tegen onrecht, tegen dictatuur en fascisme, tegen moorddadig en enggeestig gedachtegoed. We moeten onze toekomstige generaties ook laten zien dat de strijd tegen het kwaad nooit vergeten wordt. Ook al is het tachtig jaar te laat.
Rector Jan Danckaert (Vrije Universiteit Brussel), rector Annemie Schaus (Université libre de Bruxelles), rector Luc Sels (Katholieke Universiteit Leuven), rector Rik Van de Walle (Universiteit Gent), rector Herman Van Goethem (Universiteit Antwerpen), rector Bernard Vanheusden (Universiteit Hasselt).
Jonge verzetshelden
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier