Vrijdaggroep
‘Wie een start-up uit de grond wil stampen, wordt nog altijd gehinderd door een ouderwets juridisch kader’
Ondernemer François-Guillaume de Lichtervelde is lid van de Vrijdaggroep. Hij pleit voor een eenvoudige fiscale regelgeving voor start-ups, zodat ons land concurrentieel kunnen blijven ten aanzien van de buurlanden.
Belgische ondernemers die een start-up uit de grond stampen worden daarbij gehinderd door een te ouderwets en stug juridisch kader. Dat is zeker het geval wat het mechanisme van de stockopties betreft. Het is dan ook hoog tijd om dit verouderde stelsel te moderniseren. Zeker ook omdat onze buurlanden snel stappen zetten in de juiste richting.
Ondernemerschap, een bedreigde droom?
Door de moeilijkere economische conjunctuur lijkt werken in een start-up de laatste tijd plots heel wat minder aantrekkelijk te zijn geworden dan voorheen. Recente studies tonen inderdaad aan dat pas afgestudeerden ondernemersjobs eerder links laten liggen ten gunste van ogenschijnlijk stabielere kantoorbanen. Dit staat haaks op de trend van de “Great Resignation” die werd waargenomen tijdens de lockdownperiode, waarbij veel professionals de zekerheid van een vaste baan opgaven om hun dromen, ook op professioneel vlak, na te jagen.
Deze ommeslag heeft onder meer te maken met het feit dat in België het nemen van de risico’s die gepaard gaan met het instappen in een start-up of scale-up niet voldoende ondersteund worden – zeker in vergelijking met andere Europese landen. Het huidige belastingregime inzake de werknemersparticipatieplannen (die gekend staan onder hun Engelse acroniem “ESOP-plannen”), waarvan de logica en de complexiteit het gebruik ervan ontmoedigen, behoort tot de belangrijke obstakels die een aantrekkelijker ecosysteem op dat vlak in de weg staan.
De werknemer-aandeelhouder, een deugdzame combinatie
Het mechanisme van de aandelenopties, dat geworteld is in de Angelsaksische traditie, wordt vaak gebruikt door start-ups en scale-ups om toptalent aan te trekken dat nodig is om verder te kunnen groeien.
Concreet krijgen sommige werknemers, ook al is hun salaris enigszins lager, het recht om aandelen van het bedrijf te kopen tegen een van tevoren vastgestelde prijs. Dit moedigt de begunstigde werknemers aan om zelf zo sterk mogelijk bij te dragen tot de groei en het succes van het bedrijf.
Bovendien kunnen dergelijke aandelenopties worden gekoppeld aan bepaalde zeggenschapsrechten binnen de vennootschap, waardoor werknemers ook kunnen wegen op de besluitvorming en de koers van het bedrijf. Het optiemechanisme speelt dan ook een cruciale rol in het behoud van gekwalificeerd personeel en bevordert een meer horizontaal kapitalisme.
Ontmoedigende belasting en administratieve lasten
De wijze waarop ESOP-plannen, verankerd in een wet uit 1999, fiscaal gezien beschouwd worden, is relatief eenvoudig. Het betalen van de belasting, berekend op basis van de huidige waarde van de aandelen, kan plaatsvinden ofwel op het moment van toekenning van de opties (tegen een gunstig tarief) ofwel bij de uitoefening van die opties (dit keer tegen de standaardtarieven).
In beide gevallen zal de belastingheffing plaatsvinden ongeacht of de werknemer daadwerkelijk winst maakt. In de praktijk blijkt dit mechanisme veel werknemers te ontmoedigen om de aangeboden opties te accepteren. De werknemer moet namelijk kiezen om belastingen te betalen zonder te weten of hij zijn aandelen ooit zal kunnen verkopen en tegen welke prijs. Dit leidt tot heel wat onzekerheid en aanzienlijke financiële lasten als de aanvankelijke waarde van de aandelen te hoog was. In deze context is het niet ongebruikelijk dat werknemers eenvoudigweg het aanbod op dergelijke opties weigeren.
Voor bedrijven brengt het implementeren van een ESOP-plan verder ook aanzienlijke juridische kosten met zich mee, evenals accountants- en administratieve lasten. Dergelijke obstakels kunnen vaak maar moeilijk verenigd worden met de prioriteiten en middelen van een bedrijf dat zijn activiteiten nog maar net opstart. Daarom stellen steeds meer start-ups dergelijke plannen uit of overwegen ze zelfs niet om een dergelijk plan in te voeren.
Laat ons inspiratie putten uit de andere Europese landen
Gezien het bovenstaande is het niet verwonderlijk dat België onlangs door het durfkapitaalfonds Index Ventures op de laatste plaats in een lijst van 24 landen werd gerangschikt wat betreft de aantrekkelijkheid van zijn stelsel voor stockopties. Bovenaan de lijst staan de Baltische staten, waar een innovatief stelsel op dit gebied mee heeft bijgedragen aan de opkomst van een van de meest dynamische ondernemers-ecosystemen in Europa in de laatste tien jaar. In die landen blijken de procedures voor stockopties relatief eenvoudig te zijn en worden de belastingen op dergelijke opties pas geheven bij de verkoop. Verschillende Europese landen, zoals Frankrijk, Nederland en Spanje, hebben dit voorbeeld al gevolgd en hervormingen doorgevoerd die in diezelfde richting gaan.
België blijkt deze trein echter volledig gemist te hebben. Meer nog, in de geplande fiscale hervorming die eerder dit jaar op tafel lang, voorzag België net een verstrenging van het systeem van de stockopties. Zou het niet passender zijn om na te denken over een samenhangender model dat concurrentieel is met de ons omliggende landen? Het invoeren van de mogelijkheid van belastingheffing op het moment van daadwerkelijke winstrealisatie, dat wil zeggen na de verkoop van de aandelen, zou bijvoorbeeld al een echte stap vooruit zijn.
Dat zou niet alleen de nodige ademruimte bieden aan de ondernemers die een nieuw project uit de grond stampen en die aan de toekomst van onze Belgische economie bouwen maar ook de Belgische staatskas op langere termijn ten goede komen.
François-Guillaume de Lichtervelde is een ondernemer actief in duurzame technologie en is lid van de Vrijdaggroep.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier