Werkloosheid beperken in de tijd? ‘Financiële prikkels werken het best als mensen nog maar kort werkloos zijn’

De regering-De Wever is zeker niet de eerste regering die werklozen probeert te activeren.
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

In Vlaanderen lijkt het beperken van werkloosheidsuitkeringen tot twee jaar haast een vanzelfsprekendheid. Laat de regering-De Wever straks echt tienduizenden mensen aan hun lot over? ‘Het kan een onderdeel zijn van een grote hervorming, maar zonder meer flankerende maatregelen wordt het een drama.’

‘De werkloosheid beperken in de tijd is de meest communautaire hervorming die je kunt doen. Dat is revolutionair in Wallonië, minder in Vlaanderen.’ Aldus Bart De Wever (N-VA) in een van zijn eerste televisie-interviews als premier.

Voorlopig heeft hij gelijk gekregen: de aankondiging dat de werkloosheidsuitkeringen weldra gekort worden na twee jaar heeft in Vlaanderen geen rimpeling in de vijver veroorzaakt.

Administratie bij Audi

De Franstalige krant La Dernière Heure kwam onlangs met cijfers die duidelijk maken dat het bezuiden de taalgrens wel over een heel fundamentele hervorming gaat. In veel Waalse steden, zoals ook Charleroi en Luik, is meer dan de helft van de werklozen al langer dan twee jaar werkloos. In Brussel zit zelfs een kwart al langer dan vijf jaar thuis zonder werk.

Het gaat in heel België in totaal om zo’n 130.000 mensen, hoewel mensen ouder dan 55 jaar gespaard worden als ze al dertig jaar hebben gewerkt.

Navraag leert dat er voor alle andere mensen die nu al twee jaar werkloos zijn geen echte overgangsmaatregelen worden voorzien. Dat blijkt ook uit de grootte van het bedrag dat de regering hiermee zegt te besparen: tegen 2029 jaarlijks zo’n 1,9 miljard euro. Dat is ongeveer een derde van het geld dat vandaag naar werkloosheidsuitkeringen gaat.

Tegelijkertijd wil de regering-De Wever de werkloosheidsuitkeringen in de eerste zes maanden verhogen. Vervolgens begint het bedrag te dalen en na twee jaar stopt de verzekering voor mensen die werkloos zijn. ‘Precies daar zitten nochtans de meeste mensen die de grootste moeite hebben om werk te vinden en waar werkgevers het allerminst op zitten te wachten’, vertelt Bart Cockx. Hij is econoom aan de UGent en doet al jarenlang onderzoek naar werkloosheidsstelsels.

‘Een goed voorbeeld zijn mensen die jarenlang in een fabriek als Audi hebben gewerkt. Ik bedoel dan niet de geschoolde arbeiders, maar bijvoorbeeld de mensen die daar op de administratie werkten. Ze deden routinematig werk dat nuttig was voor dat ene bedrijf, maar waarmee ze geen vaardigheden opbouwden die ook elders van pas komen. Voor die laaggekwalificeerde profielen zijn er niet veel jobs, zij moeten intensief begeleid en herschoold worden.’

Drama

Het idee is dat de meeste mensen die straks zonder uitkering vallen een leefloon zullen aanvragen. De OCMW’s worden daar ook voor gecompenseerd, met op kruissnelheid iets meer dan 500 miljoen euro per jaar. Zeker is dat natuurlijk niet. De economiefaculteit van de Brusselse ULB kwam aan het eind van 2024 nog maar met een inschatting van de hervorming. Van de 89.000 mensen die langer dan twee jaar werkloos zijn en jonger dan 55, zal zo’n 30.000 volgens hen een leefloon van het OCMW krijgen en ongeveer 33.500 een ziekte-uitkering, 25.500 van hen zullen aan het werk gaan.

‘Maatschappelijke werkers van de OCMW’s worden vandaag al overspoeld met werk en het lijkt me sterk dat 500 miljoen euro daar heel veel aan zal veranderen.’

Misschien zijn mensen na twee jaar in de werkloosheid gewoon ook beter gebaat met begeleiding van een OCMW. Zulke mensen hebben vaak verschillende problemen die op elkaar inhaken, en daar hebben OCMW’s meer ervaring mee dan de VDAB.

‘Dat zou inderdaad kunnen’, zegt Wim Van Lancker, armoede-expert verbonden aan de KU Leuven. ‘Alleen: de maatschappelijke werkers van de OCMW’s worden vandaag al overspoeld met werk, ook in Vlaanderen. Ze kunnen geen kwalitatieve begeleiding meer geven, en het lijkt me sterk dat die 500 miljoen euro daar heel veel aan zal veranderen. Ik ben niet per se een tegenstander van het beperken van uitkeringen in de tijd, dat kan een onderdeel zijn van een grote hervorming, maar zonder meer flankerende maatregelen zal dit een drama worden. Dan laten we die mensen aan hun lot over.’

Werken, werken, werken: ‘Dit is het afscheid van het bobosocialisme’

Strenger, lager, sneller

Natuurlijk geldt die wijziging niet alleen voor mensen die vandaag al twee jaar of langer thuis zitten zonder werk. Straks weet iedereen dat het na twee jaar gedaan is met een uitkering, wat alle werklozen misschien aanzet om sneller werk te zoeken.

Bart Cockx vindt het heel erg moeilijk om de gevolgen van die beperkingen te voorspellen. ‘Financiële prikkels werken het best als mensen nog maar kort werkloos zijn’, zegt hij. ‘Maar voor hen worden de uitkeringen net verhoogd. Naarmate mensen langer werkloos zijn en hun vaardigheden en motivatie verliezen, hebben zulke prikkels alleen maar minder effect. De regering-Michel voerde een soortgelijke hervorming door – eerst uitkeringen verhogen, vervolgens sneller laten dalen – en netto had dat geen effect op de werkzaamheidsgraad.’

‘De regering-Michel voerde een soortgelijke hervorming door en netto had dat geen effect op de werkzaamheidsgraad.’

De regering-De Wever is zeker niet de eerste regering die werklozen probeert te activeren. Sinds Frank Vandenbroucke (Vooruit) 25 jaar geleden als minister van Sociale Zaken over de actieve welvaartsstaat begon te praten, zijn er al veel pogingen ondernomen. Werkloosheidsuitkeringen dalen nu al in de tijd, tot onder de armoedegrens. Voor sommige groepen, zoals samenwonenden, ligt de minimumuitkering na een hele tijd zelfs lager dan het leefloon. De controles zijn, zeker voor de VDAB, ook alleen maar strenger geworden. ‘Zelfs als de werkloosheidcijfers dalen, neemt het altijd sancties dat de VDAB uitspreekt jaar na jaar toe’, zegt Raf De Weerdt, die voor het ABVV dit thema opvolgt. ‘Dat is voor mij de paradox van de uitkeringen. Als er heel veel mensen gebruik van maken, zoals tijdens de coronapandemie, wordt het beleid ruimhartiger. Toen stegen de uitkeringen voor iedereen. Als er veel minder mensen een uitkering nodig hebben, worden we juist veel strenger. Ik zou eigenlijk net het omgekeerde verwachten. In het algemeen tellen de werkloosheidsuitkeringen maar voor minder dan 3 procent van de sociale zekerheid. De helft daarvan gaat maar naar langdurig werklozen.’

Niet luier

Om te eindigen met de uitspraak van Bart De Wever: het klopt natuurlijk dat er veel meer langdurig werklozen zitten in Brussel en Wallonië. ‘Nee, die mensen zijn niet per se luier’, zegt Wim Van Lancker. ‘Het kan zijn dat er nog altijd wel wat beleidsverschillen zijn tussen de regio’s, maar we zien toch vooral dat langdurige werklozen clusters vormen rond die oude industriebekkens. Daar wonen heel wat laagopgeleiden zonder dat er veel werk voor hen is, dat blijft een historische mismatch.’

Axel Ronse (N-VA): ‘Iemand die werkt weigert, hoort ook geen leefloon te krijgen’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content