Mira Kaloshi
‘Wat is nog acceptabel in politieke communicatie?’
‘De deepfake video van Jean-Luc Dehaene, tot leven gebracht door een communicatiebureau in opdracht van CD&V, liet even de hele politieke wereld opschrikken. Zullen groter budgetten en de inzet van AI ervoor zorgen dat 2024 een waanzinnige campagneperiode wordt?’ vraagt Mira Kaloshi (Jong Vld) zich af.
Met de verkiezingen van volgend jaar in het vooruitzicht werken politieke partijen samen met bureaus, brainstormen ze over wilde ideeën om de concurrentie de loef af te steken, en staan ze meer open om ‘ja’ te zeggen tegen dingen waar ze nooit over durfden dromen, zoals Artificial Intelligence. Voor velen, zelfs binnen de politiek, is dat iets wat boven onze hoofden hangt en waarvan we nog niet goed begrijpen wat het allemaal kan. Maar terwijl de technologie erop vooruitgaat, lijkt het morele kompas van politici vast te lopen. En de burger weet nauwelijks nog wat hij van al die nieuwigheden moet vinden.
Wat is nog acceptabel? Deepfakes, zoals die van CD&V, zorgen niet alleen voor controverse omdat AI te snel gaat, maar omdat we ook lijken te vergeten dat technologie slechts de drager of manipulator van de boodschap is, niet de boodschap zelf. Want vervang DALL-E door Photoshop, en chatGPT door een ghostwriter, en je begrijpt meteen dat elk van deze tools een persoon nodig heeft om de manipulatietaak uit te voeren. Maar de mens is wel consistent, want bij elke nieuwe ontwikkeling herhalen we dezelfde fout: de technologie gaat (te) snel vooruit en beleidsmakers kunnen de evoluties niet bijhouden. In die eerste fase is het dan ook moeilijk om politici verantwoordelijk te houden voor het verwerpelijke gebruik van die nieuwe technologie.
Laten we even terug gaan in de tijd. Zelfs vóór de technologische vooruitgang van de afgelopen twee jaar waren mensen volgens The Economist perfect in staat om verschillende destructieve ideeën over te brengen, zij het in een ander jasje. In 1981 gebruikte het Amerikaanse bedrijf IBM bijvoorbeeld videobeelden van de overleden Charlie Chaplin in een van hun campagnes.
Baseballelegende Babe Ruth werd dan weer in verschillende reclamespots gebruikt na zijn dood. Het gebruik van ‘dead celebrities’ voor marketingcampagnes was in die tijd zo controversieel en extreem dat sommige Amerikaanse staten wetgevingen hebben ingevoerd om beperkingen op te leggen aan het gebruik van dode bekendheden.
In politieke communicatie zijn tekst- en beeldmanipulatie ook niet nieuw. Het tot leven wekken van politieke geesten met artificiële manipulaties is dat echter wel. En dat brengt andere risico’s met zich mee, zoals ‘realiteitsapathie’. AI-academicus Aviv Ovadya waarschuwt ons dat wanneer mensen vaak genoeg aan deepfakes worden blootgesteld, ze uiteindelijk alles als onwaar beschouwen.
(Lees verder onder de preview.)
Alsof de mensen de politiek nu al niet genoeg wantrouwen, kunnen we dus bij gebrek aan zelfregulatie en met behulp van AI, de grenzen van politieke communicatie op Trumpiaanse wijze verleggen, met alle gevolgen vandien.
Op X, het vroegere Twitter, verzekert de partij dat de video goedkeuring genoot van familie Dehaene. Dat alleen neemt niet weg dat er veel mensen huiverden bij het zien van de nieuw gegenereerde beelden van de oud-premier. CD&V is Coca Cola niet, wél de partij van de zorgsamenleving. Naast de morele en juridische verplichtingen jegens erfgenamen is ze ook de maatschappij iets verschuldigd – de strijd tegen politiek wantrouwen en realiteitsapathie.
Want het is één ding om aan chatGPT te vragen of het verantwoord is om politieke beesten terug tot leven te roepen. Zou de technologie zich ook afvragen of je geen levende politici hebt die diezelfde boodschappen evenveel gewicht kunnen geven?
Mira Kaloshi is voorzitter van Jong VLD Brussel. Ze schrijft deze bijdrage in eigen naam.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier