Bert Bultinck
‘Wat heeft Vooruit te zoeken in een rechtse regering?’
Als centrumrechts de sociaaldemocraten er graag bij wil, dan zal het spijkerharde garanties moeten leveren dat de kiezers van Vooruit niet bedrogen uitkomen.
Conner Rousseau mag de duurste gympjes hebben, het is Melissa Depraetere die het felst uithaalde dit weekend. Niet dat de openingszetten van de vorige Vooruit-voorzitter afgelopen weekend danig verschilden van de huidige voorzitter, maar Depraetere klonk toch net dat tikje strenger dan haar partner in crime. Wat principiëler ook, en met de ogen op de bal. Wat heeft Vooruit te zoeken in een rechtse regering, of het nu over Vlaanderen gaat of over de federale regering? Dat is de kwestie.
Rousseau daarentegen gaf interviews alsof hij nooit is weggeweest. Hij is de Icarus die te dicht bij de zon vloog, in zee stortte en nu, welja, gewoon opnieuw naar de zon vliegt. De vorige en naar alle waarschijnlijkheid ook de toekomstige voorzitter van de socialisten maakte van de schijnwerpers gebruik om, naar aanleiding van het succes van de voormalige Vooruit-politicus Fouad Ahidar, de angst voor moslimpartijen in Vlaanderen aan te zwengelen. Het zal zijn vlucht niet afremmen. Het zal ook de zon niet doen afkoelen.
Centrumrechts heeft een meerderheid in de Kamer, dat benadrukte Depraetere in talloze interviews. Ook Rousseau stond overal dit weekend – als je niet beter wist, je zou denken dat niet het Vlaams Belang maar Vooruit de verkiezingen heeft gewonnen. Maar geen van beiden bood uitzicht op een vlotte formatie. Dat de federale combi N-VA-Open VLD-MR-CD&V-Les Engagés slechts één zetel op overschot heeft, en dat een van die zetels bezet wordt door de balsturige Jean-Marie Dedecker, het zal Depraetere een zorg wezen. Minstens in de media is Vooruit, zoals de PS dat ooit was, demandeur de rien.
Als centrumrechts de sociaaldemocraten er graag bij wil, dan zal het spijkerharde garanties moeten leveren dat de kiezers van Vooruit niet bedrogen uitkomen. In de praktijk wil dat zeggen, bijvoorbeeld, dat er een extra belasting op de grote vermogens zal moeten komen, in welke vorm dan ook. Maar ook dat er géén onbesuisde besparingen in de sociale zekerheid komen. Met Vooruit erbij kan de nieuwe federale regering nog alle kanten op, maar de dagen van de Derde Weg, toen rood wel heel hard op blauw begon te lijken, zijn nu echt wel voorbij. Voor een neoliberaal beleid moet Bart De Wever elders zijn.
Bij de MR bijvoorbeeld. De grootste winnaar van 9 juni, en op papier de grootste medestander van de N-VA-voorzitter, is Georges-Louis Bouchez. Helaas is de MR-voorzitter, aldus Depraetere, ‘compleet onbetrouwbaar’. Is dat oordeel een gratuite uitval? Niet noodzakelijk.
In het portret van Bouchez dat dit weekend op onze site verscheen, kunt u lezen hoe De Wever hem zelf omschreef: ‘een systematische valsspeler’. Dat was na de akkefietjes van de formatiegesprekken van 2020.
Het is een beetje ironisch dat De Wever nu stevig in de clinch moet gaan met Bouchez, want als politici hebben ze wel wat gemeen. Allebei zijn ze economisch donkerblauw, retorisch ijzersterk en electoraal indrukwekkend. Onbetrouwbaarheid is een eigenschap die ze vooral bij anderen ontwaren. Georges-Louis Bouchez heeft dezelfde kwaliteiten als De Wever, maar hij heeft nog minder last van schaamte. Met zo iemand is het kwaad kersen eten.
‘Het begint met paars, maar het eindigt met bont en blauw’ is een beruchte uitspraak van Louis Tobback, de voormalige voorzitter van de Vlaamse socialisten. Doorgaans wordt die uitspraak begrepen als een voorspelling voor wat er met de paarse regeringen van de liberale premier Guy Verhofstadt zou gebeuren – en wat velen ook effectief als slotsom van die paarse regeringen zien. De facto sprak Tobback al jaren vóór de start van Verhofstadt I zijn omineuze woorden, maar dan over de Nederlandse regering-Kok, met rode en blauwe politici.
Maar de boodschap was dezelfde, en wellicht kan Vooruit er ook vandaag nog zijn voordeel mee doen. In 1997 schreef Tobback: ‘Als in België een regering van socialisten en liberalen ‘Nederlandse’ maatregelen zou willen nemen in de sociale zekerheid, dan geef ik die regering geen veertien dagen.’ Met die ‘Nederlandse’ maatregelen bedoelde hij een beleid van privatiseringen, dat de Nederlandse onderlaag armer maakte en de bovenlaag rijker.
In Nederland ging het toen over een regering met één klassiek-liberale partij. In het coalitievoorstel dat nu op tafel ligt, gaat het minstens om drie liberale partijen. Mét voorzitter Georges-Louis Bouchez voor extra entertainment. Geen wonder dat Depraetere even op de rem duwt.