De afgelopen weken kreeg MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez veel kritiek op zijn gedrag in de formatie. ‘Maar achter zijn gedrag schuilt meer dan de streken van een caractériel’, schrijft Jan Wostyn. ‘Er is een diepere frustratie over de tweederangsrol die Wallonië speelt in de Belgische federatie.’
De eerste poging om tot de Arizona coalitie te komen strandde vorige week. Intussen is Maxime Prévot (Les Engagés) al een week bezig om deze afspiegelingscoalitie met dubbele meerderheid nieuw leven in te blazen. Een alternatief lijkt vooralsnog niet voor handen, maar dat dit in België geen garantie op slagen impliceert, is duidelijk. De mislukking werd de afgelopen dagen in Vlaanderen vooral in de schoenen geschoven van Georges-Louis Bouchez en zijn ‘personalité clivante’. Achter het gedrag van Bouchez schuilt echter meer dan de streken van een caractériel.
Natuurlijk klopt het wel dat Bouchez, net als Conner Rousseau (Vooruit), een typische voorzitter uit het socialemediatijdperk is. Zoveel mogelijk aandacht genereren is daarbij het motto. Doe daarbij nog een portie blingbling, opvallende tattoos, een voorliefde voor snelle wagens en mooie vrouwen en het verschil met het zorgvuldig gecultiveerde imago van een influencer is moeilijk te zien. Dat alleen kan echter onmogelijk verklaren waarom Bouchez finaal een toch zeer rechts kleurend akkoord verwierp. Hiervoor moeten we wat dieper graven, voorbij de flamboyante stijl van de man.
Ten eerste is er de tomeloze persoonlijke ambitie van Bouchez, die nog steeds onderschat wordt. Hij schopte het bijvoorbeeld al op zijn 20ste tot gemeenteraadslid in zijn thuisstad Bergen. Bouchez is erop gebrand het hoogste niveau in de politiek te bereiken. In zijn geval betekent dat minimum premier van België worden, wat ook ten dele zijn Belgicisme verklaart. Zijn voorgangers Charles Michel en Alexander De Croo bewezen bovendien dat je hiervoor niet eens zeer oud moet zijn. Zo werd Charles Michel op zijn 38ste al premier, toevallig dezelfde leeftijd als Bouchez vandaag. In de Arizona-coalitie zal hem die eer niet makkelijk te beurt vallen. In een tripartite, met of zonder N-VA erbij, zou de liberale familie veel sterker staan en die post wél kunnen claimen, ook al is de blauwe familie (27 zetels) net iets kleiner dan de rode (29 zetels). De Croo deed het hem voor met exact dezelfde krachtsverhoudingen. Waarom dan overhaasten met Arizona?
Ook de aankomende lokale verkiezingen spelen uiteraard een rol. De Wever en Prévot zijn al burgemeester van respectievelijk Antwerpen en Namen. Bouchez en Rousseau zouden dat na 13 oktober ook kunnen worden van Bergen en Sint-Niklaas, waarmee ze ook hun politieke gewicht verder kunnen vergroten.
Interessant detail: Bergen telt net iets meer inwoners van Sint-Niklaas. In een nieuwe driftbui wordt dat ongetwijfeld wel eens op tafel gegooid.
Maar ook meer algemeen kan de MR haar onderhandelingspositie nog gevoelig versterken met een grote overwinning bij de lokale verkiezingen in Wallonië en Brussel. Indien de Open VLD lokaal heel slecht scoort, moet het zelfs gaan oppassen dat Bouchez niet beslist om in 2029 ook in Vlaanderen op te komen met de MR, zoals de N-VA al deed in Wallonië.
De tweederangsrol voor Wallonië
De persoonlijke ambitie van Bouchez beperkt zich overigens niet alleen tot de politiek. Zo is hij er ook op gebrand om als voorzitter met ‘zijn’ voetbalclub, Royal Francs Borains, de eerste klasse van het Belgische voetbal te bereiken. Tien jaar geleden speelde deze club nog in vierde klasse, vandaag zijn ze nog één stap verwijderd van de eerste klasse. Bouchez staat daarbij symbool voor een ambitieus Wallonië dat terug meetelt in België. Voetbal lijkt het ideale domein om dat te demonsteren.
Ten tweede zit er achter de manifeste geldingsdrang van Bouchez echter ook een diepere frustratie over de tweederangsrol die Wallonië speelt in de Belgische federatie. De Belgische voetbalcompetitie leent zich er perfect toe om dat even te illustreren. Vandaag zijn er op 16 eersteklasseclubs 12 Vlaamse clubs, 2 Brusselse en slechts 2 Waalse clubs: Standard Luik en Charleroi, de twee grootste steden van Wallonië. Er zijn dus maar twee plekken over waar je als supporter in Wallonië, in oppervlakte toch 25 procent groter dan Vlaanderen, naar eersteklassevoetbal kan gaan kijken. Dat lijkt misschien triviaal, maar voetbal is wel nog steeds de Belgische nationale sport bij uitstek.
De Vlaamse dominantie in het voetbal toont zich nog pijnlijker in de Europese competities. De laatste vier jaar kwalificeerde geen enkele Waalse ploeg zich nog voor Europese wedstrijden, de langste Waalse ‘droogte’ sinds het begin van de competities in 1955.
Daarmee is het Belgische voetbal een reflectie van de onderliggende economische realiteiten waarbij Wallonië steeds vaker wordt weggeconcurreerd door Vlaanderen. De Europese competities zijn voor Belgische clubs namelijk van groot belang voor het businessmodel. Ze kunnen die competities nooit winnen, maar het prijzengeld is aantrekkelijk en ze zijn ideaal om de waarde van spelers op te krikken en die daarna door te verkopen aan rijkere clubs. Zo berekende de VRT dat bijvoorbeeld Union de laatste 2 seizoenen meer dan 30 miljoen euro meerwaarde kon boeken op de verkoop van spelers dankzij de Europese campagnes. Ook de top van KBVB is overigens steeds nadrukkelijker een Vlaamse aangelegenheid.
Desastreuze begroting
Geconfronteerd met zoveel Vlaamse dominantie binnen België, zijn er voor Wallonië twee mogelijke reacties. De eerste bestaat erin binnen het Belgische federale model terug te knokken. Dit is duidelijk de piste Bouchez, maar deze piste botst wel steeds vaker op een demografische en economische realiteit. Voor elke Waal zijn er bijna twee Vlamingen en die Vlamingen zijn dan ook nog eens gemiddeld rijker.
Bovendien moeten Walen aan de top van organisaties, zowel in de publieke als de private sector, het vaak afleggen tegen Vlamingen omwille van het structurele gebrek aan tweetaligheid. Langs deze piste kan Bouchez het misschien wel ooit tot premier schoppen, maar constant boven je gewicht moeten boksen is ook zeer vermoeiend en niet duurzaam. Bovendien is het allerminst een oplossing voor de desastreuze begrotingssituatie van Wallonië, waar Bouchez ook geen plan voor lijkt te hebben.
De tweede piste wordt bewandeld door de regionalisten. Eerder dan te proberen even zwaar te wegen als Vlaanderen op federaal niveau, kiezen zij ervoor om de best mogelijke financiële deal voor Wallonië uit de brand te slepen in ruil voor meer bevoegdheden. Zij zijn zich wél bewust van de ellendige staat van de Waalse financiën. De overstap van de regionalist Jean-Luc Crucke van MR naar Les Engagés doet vermoeden dat deze piste bij de partij van Maxime Prévot aan belang heeft gewonnen. Daarin kunnen zij in de PS een bondgenoot vinden. Indien Bouchez zich te onmogelijk zou opstellen, lonkt dan alsnog een Waalse olijfboomcoalitie van Les Engagés, PS en Ecolo.
Wallonië heeft weinig baat bij een federaal België waarin het telkens economisch het onderspit delft. Dat was per slot van rekening ook de drijvende kracht achter de regiovorming in de jaren 70 op vraag van Wallonië. Een Belgisch compromis om beide kampen te verzoenen kan erin bestaan tot een grote tripartite mét N-VA (mét tweederdemeerderheid) te komen waarvan Bouchez dan premier kan worden. Daarop wordt zijn ambitie gestild en kan het land eindelijk in een nieuwe, decentralere plooi gelegd worden. Dat lijkt overigens ook de enige duurzame oplossing om het begrotingstekort ook echt structureel weg te werken. Zonder grotere fiscale autonomie en responsabilisering voor de regio´s lijkt dat mission impossible. De timing hiervan zal ongetwijfeld meer door Europa en de financiële markten worden opgelegd, dan door de Belgische hoofdrolspelers zelf.
Vista is een politieke beweging die een Vlaams, sociaal en progressief alternatief voorstaat, dat de particratie doorbreekt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier