Jan Wostyn

‘Wat als Wallonië straks beter af is zonder België?’

Jan Wostyn Co-voorzitter van Vista

‘Wie denkt dat de verkiezingsuitslag van 9 juni de Belgische constructie versterkt heeft, vergist zich schromelijk’, schrijft Jan Wostyn.

In een opmerkelijk interview in Knack vorige week vraagt journaliste Nicole Burette zich af of Vlaanderen vals speelt in de federale staat. Ze drukt ook de vrees uit voor een ‘exponentiële machtsgreep’ door Vlaanderen. Deze angst voor een ‘Etat belgo-flamand‘ bestaat eigenlijk al quasi sinds het ontstaan van België en zeker sinds de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht in 1918, toch het numerieke Vlaamse overwicht ook politiek ten volle ging doorwegen. ‘La Belgique sera latine ou ne sera pas’, zoals de wallingant Raymond Colleye het nog verwoordde in 1915.

Dat demografische overwicht dreigt de komende decennia trouwens verder toe te nemen volgens een recente studie van het federale Planbureau. Enkel het Vlaamse Gewest blijft gestaag groeien qua bevolking, terwijl zowel in Brussel als in Wallonië sprake is van stagnatie en binnen 20 jaar zelfs een daling. Die evolutie op lange termijn dreigt het broze Belgische evenwicht verder op de proef te stellen wanneer het ook een politieke vertaling krijgt in de federale zetelverdeling.

Dit is een nieuw gegeven. In een studie van Bart Maddens (KU Leuven) uit 2017 over de impact van de regionale demografische evoluties op de federale zetelverdeling, werd op basis van eerdere voorspellingen van het Planbureau immers nog uitgegaan van een relatieve daling van het bevolkingsaandeel van Vlaanderen. Hiervoor zou Vlaanderen twee federale zetels verliezen en het evenwicht tegen 2061 evolueren van 87 Nederlandstalige versus 63 Franstalige zetels naar 85-65. Dat alles onder de assumptie dat de 16 Brusselse zetels Franstalig zouden zijn.

De sterkere economische aantrekkingskracht van Vlaanderen en de aanhoudende toestand van volle tewerkstelling en structurele arbeidstekorten, trekken echter steeds nadrukkelijker de internationale migranten die eerst in Brussel aankomen naar Vlaanderen. Dit gaat in sommige streken zeker gepaard met maatschappelijke spanningen, zoals in de Denderstreek. Maar ironisch genoeg is het ook die structurele toestroom van internationale migranten die het federale overwicht van Vlaanderen gevoelig kan versterken. Op basis van mijn eigen projecties zou het Vlaamse Gewest hierdoor tegen 2070 zo´n vijf federale zetels bijkrijgen. Bovendien blijkt ook dat de 16 Brusselse federale zetels lang niet altijd meer Franstalig zijn. Momenteel zijn er met Tinne Van der Straeten (Groen), Alexia Bertrand (Open VLD) en Annik Van den Bosch (PVDA) zelfs drie Nederlandstalige verkozenen in Brussel.

De combinatie van die trends, namelijk de relatieve bevolkingsgroei van het Vlaamse Gewest en de politieke ‘vernederlandsing’ van Brussel, zou zo op termijn kunnen leiden tot een nieuwe politieke krachtsverhouding in het federale parlement van 95 Nederlandstalige zetels tegenover nog amper 55 Franstalige zetels, waarvan slechts 44 Waalse zetels (tegenover 48 vandaag).

De deur van Bouchez

De vraag die zich dan steeds nadrukkelijker zal stellen is evident: zal Wallonië in de federale staat bereid zijn tweede viool te spelen bij zoveel Vlaams overwicht?

Het is opmerkelijk dat zowel George-Louis Bouchez (MR) als Maxime Prévot (Les Engagés) de deur openzetten naar een verdere staatshervorming. Zo wil Bouchez bijvoorbeeld de werkloosheidsuitkeringen regionaliseren. Wat hij daarbij natuurlijk hoopt is dat een grote zak geld naar Wallonië gaat (want veel werklozen) en een kleinere zak geld naar Vlaanderen (want minder werklozen). Daarna hoopt hij dan een economische opleving in Wallonië vorm te kunnen geven, zodat Wallonië finaal geld overhoudt aan de regionalisering van de werkloosheidsuitkeringen.

Slim gezien, maar het toont vooral aan hoe zelfs belgicist Bouchez in de eerste plaats bezig is met de budgettaire belangen van Wallonië. Logisch, want de Waalse budgettaire toestand is dramatisch en dus is een succesvol economisch en budgettair herstel in Wallonië cruciaal voor de MR en Les Engagés om hun pas verworven Waalse dominantie op langere termijn te bestendigen.

Haute finance belge

Die politieke nood aan een Waals economisch réveil zal gepaard moeten gaan met een versterking van de Waalse trots en identiteit om ondernemerschap van eigen bodem te stimuleren. De liefde voor België is in Wallonië altijd eerder rationeel dan emotioneel geweest. Het is niet voor niets dat Elio Di Rupo (PS) zich ooit liet ontvallen dat zonder transfers België geen reden meer had te bestaan. België is enkel nodig zolang Wallonië niet op eigen benen kan staan. België wordt optioneel zodra Wallonië wél zijn eigen boontjes kan doppen. Wallonië is ook niet vergeten hoe de Brusselse haute finance belge ooit koudweg de financiële stekker trok uit de noodlijdende Waalse industrieën.

Er zijn bovendien een aantal structurele redenen om aan te nemen dat de decennialange Waalse politieke dominantie van de PS definitief ten einde is.

Ten eerste verloren de traditionele socialistische machtsbastions Luik en Henegouwen in 2023 al elk een federale zetel omwille van de relatieve demografische achteruitgang. De langdurige economische malaise in de oude staalbekkens vertaalde zich dus finaal in een verlies van macht voor de PS.

Ten tweede heeft zich een nieuwe economische as gevormd van Louvain-la-Neuve langs Namen tot Luxemburg waarbij ook Wallonië steeds meer inzet op een kenniseconomie en hard werken terug vooropstaat. Odoo, het miljardenbedrijf van eigen bodem is daarbij de parel aan de nieuwe Waalse kroon van farmaceutische en IT clusters in Waals-Brabant.

In deze context stelt zich voor Wallonië de vraag of het nog wel economisch interessant is om de hele administratie van de Franse gemeenschap, waarin Wallonië het overwicht heeft, in Brussel te houden. Een verplaatsing van die administratie naar Namen zou voor een bijkomende economische impuls kunnen zorgen, toevallig ook het machtsbastion van Maxime Prévot en zijn Engagés. Dat zou voor de Franstalige Brusselaars dan weer onverteerbaar zijn, want finaal zou kunnen leiden tot de splitsing van de Franse gemeenschap. Misschien gaan ooit wel stemmen op om de ‘linkse’ RTBF naar Namen te verhuizen.

En de gok van De Wever

Finaal kan de combinatie van een tanende macht binnen België én een economisch réveil in de eigen regio, op termijn misschien wel de volgende vraag voeden: ‘Wat als Wallonië eigenlijk beter af is zonder België?’

Temeer omdat de échte beslissingen vandaag steeds meer in Europa genomen worden. Een onafhankelijk Wallonië zou net als een onafhankelijk Vlaanderen zijn eigen zitje hebben in de Europese Raad en paradoxaal genoeg meer Europese parlementsleden hebben dan vandaag. Met een bevolking equivalent aan die van Kroatië zou Wallonië namelijk recht hebben op zo´n 12 Europarlementariërs, terwijl het er vandaag maar 8 heeft, die het bovendien moet delen met de Franstalige Brusselaars. 

Wie denkt dat de verkiezingsuitslag van 9 juni de Belgische constructie versterkt heeft, vergist zich dus schromelijk. De Vivaldi-regering kon in 2020 weliswaar de toen schijnbaar onafwendbare deal tussen Bart De Wever (N-VA) en Paul Magnette (PS) afhouden, maar als de Arizona-coalitie ook effectief het daglicht ziet, zal de kiezer zowel de ‘Belgische’ liberale als de socialistische ‘familie’ totaal uit elkaar gespeeld hebben.

Dat de christendemocratische familie wél nog samen België zou besturen is alleen maar schijn. Les Engagés heeft de ‘C’ al jaren definitief begraven, terwijl de CD&V na een nieuwe verkiezingsnederlaag definitief gedegradeerd is tot een tweederangspartij in Vlaanderen. Dat straks misschien een Vlaams-nationalist premier van België wordt, maakt het schrikbeeld van de état belgo-flamand plots weer heel tastbaar. Misschien is ook dat de gok van Bart De Wever.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content