Ewald Pironet
‘Partijen zouden vandaag al mogen zeggen waar ze na 9 juni het geld denken te halen’
Ondanks desastreuze overheidsfinanciën is er geen begrotingscontrole – en zelfs geen debat daarover.
Normaal gezien wordt er rond deze tijd een begrotingscontrole gehouden: de federale regering controleert of ze op koers zit met de uitvoering van de begroting, of er voldoende geld binnenkomt en er niet meer geld wordt uitgegeven dan geraamd. Dat gaat meestal gepaard met onderhandelingen tussen de regeringspartijen over welke bijsturingen noodzakelijk zijn en zorgt altijd voor voorpaginanieuws.
Daar is nu geen sprake van. De regering-De Croo besliste om geen begrotingscontrole te houden ‘omdat er onvoldoende tijd is om nog nieuwe wetgevende initiatieven te nemen’ nu er op 9 juni verkiezingen zijn. Niet dat het goed loopt met de overheidsfinanciën, integendeel. Ter voorbereiding van zo’n begrotingscontrole maakt een groep topambtenaren altijd een rapport over de financiële situatie van het land. Het zogenaamde Monitoringcomité deed dat nu ook en het rapport illustreert nog maar eens dat de regering-De Croo het land in bloedrode cijfers achterlaat.
Alle regeringen samen zullen dit jaar een tekort hebben van 26,6 miljard euro, of 4,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Bij ongewijzigd beleid ziet het Monitoringcomité dat tekort de komende vijf jaar bijna 2 procent van het bbp oplopen tot afgerond 45 miljard euro. Het grootste tekort zit bij de federale overheid en de oorzaken zijn bekend: oplopende vergrijzingskosten, stijgende rentelasten en extra uitgaven voor defensie. De schuldgraad zou stijgen van 106 procent van het bbp nu naar 119,2 procent van het bbp in 2029. Daarmee zijn we een van de slechtst presterende landen in Europa.
Maar we gaan daar dus niets meer aan doen. Ook niet tijdens de regeringsonderhandelingen met een regering-De Croo in lopende zaken. En laten we niet vergeten wat in 2020 is gebeurd. Tijdens een regering van lopende zaken wordt er normaal met ‘voorlopige twaalfden’ geregeerd: er mag dan maandelijks één twaalfde van de begroting van vorig jaar worden uitgeven. Maar vier jaar geleden werd toen juist de geldkraan wijd opengezet: de PVDA, socialisten, groenen en Vlaams Belang slaagden erin toen extra geld uit te geven, zonder dat daar inkomsten of besparingen tegenover stonden.
Het is dus wachten op een nieuwe regering om onze overheidsfinanciën in orde te brengen. Toch zouden de partijen vandaag al mogen zeggen waar ze na 9 juni het geld denken te halen. Het mag enigszins begrijpelijk zijn dat er nu geen begrotingscontrole is, maar dat er geen debat wordt gevoerd hoe onze overheidsfinanciën opnieuw gezond kunnen worden, is niet alleen onbegrijpelijk maar ook onverantwoord.