Bijgedachte | Politiek

‘Waarom ik dolgraag ga bijzitten op 9 juni voor 4,2 euro/uur’

Bijzitters bij de verkiezingen van 2006 in Mechelen. © BELGA
Brecht Castel
Brecht Castel Journalist en factchecker

Een noodzakelijk kwaad of een hele eer? De rol van bijzitter beroert de gemoederen. Knack-redacteur Brecht Castel zit in het tweede kamp, al zou hij nog liever voor iets anders geloot worden.

Vrienden begonnen enkele weken geleden in ons WhatsApp-groepje stevig te jeremiëren, compleet met gechoqueerde en clownface-emoji’s. Sommigen waren opgeroepen als bijzitter. De horror.

Niet alleen moeten ze zich zondag naar de stembus slepen, ze moeten er ook heel de dag aanwezig zijn om de stemming in goede banen te leiden. Een lijdensweg, blijkbaar. Al snel doken ontsnappingsroutes op om hun plicht te verzaken en toch een boete van 1600 euro te vermijden, maar die laat ik voor de beslotenheid van het groepsgesprek.

Toen ook ik de oproepingsbrief ontving om de rol van bijzitter op te nemen, maakte mijn hart een vreugdesprongetje. Ik huppelde net niet door het huis met het nieuws dat ik mijn ervaring van 2019 mag herbeleven. En ik krijg nog ‘presentiegeld’ op de koop toe: 37,5 euro voor negen uur aanwezigheid. Dat is toch een boost van 4,2 euro/uur voor mijn – het woord is eruit – koopkracht. Asbestrijke polyvalente zaal in het lokale atheneum, ik kom eraan!

Alle gekheid op een stokje: wat is er leuk aan urenlang stembiljetten uitdelen of uitnodigingsbrieven afstempelen?

Het gevoel om deel uit te maken van iets groters, iets wezenlijks dat we democratie noemen.

Het gevoel om deel uit te maken van iets groters, iets wezenlijks dat we democratie noemen. Als bijzitter ben je een radertje in de machinerie die ‘s avonds zal leiden tot de gekleurde balkjes, Ivan De Vadders speelgoed, en nog later tot zetels in het parlement. Ik organiseer mee de grootste sollicitatieprocedure van het land. En in één klap geven we als electoraat samen heel wat parlementsleden hun welverdiende C4.

Ik hou van het monotone bureaucratische ritueel, van de intieme spanning achter het gordijn, van de processie aan diverse mensen die in krakkemikkige hokjes het land in een nieuwe plooi leggen. Ik word zowaar betaald voor mijn hobby: mensen kijken. De buren die zich normaliter als onbekende schimmen achter hun gevels schuilhouden, paraderen zondag voor me om hun stem uit te brengen. Even die illusie dat iedereen gelijk is, dat elke stem echt telt.

Dienaar zijn op de hoogmis van het georganiseerde meningsverschil maakt me trots.

Alternatief?

En o ja, ik deel het cynisme over de verkiezingen. Desgewenst met brakende emoji’s. Politici die elkaar in tv-debatten uitmaken voor leugenaar terwijl ze zelf zeer bewust halve waarheden propageren. Verkiezingsbeloftes die na het sluiten van de stembus smelten als sneeuw voor de zon. En partijstandpunten die na maandenlang soebatten in tactische coalitievormingen zullen zijn opgelost in een regeerakkoord, als aspirines in een glas water. Democratisch deficit iemand? Ik maak me weinig illusies.

Het alternatief zag ik echter op journalistieke reizen in Tadzjikistan en Egypte: de dictatuur. In dat soort landen is oppositie voeren niet roepen vanaf een bank in het halfrond, maar dissident fluisteren in donkere hoeken. Of met stenen gooien op Tahrir, telkens op gevaar van eigen leven.

Dan is een zonnige zondag binnen zitten toch een kleine opoffering voor het grotere goed, niet? Hopelijk moet ik nooit weemoedig terugdenken aan de tijd dat er in België nog bijzitters wáren. Die lang vervlogen tijd van de democratie, weet u nog?

Of is er naast de particratie en de dictatuur nog een alternatief? Ik denk terug aan het pamflet Tegen verkiezingen van David Van Reybrouck, dat ik las als geschiedenisstudent tien jaar geleden. Een manifest om de huidige vermolmde kiesprocedure op de schop te nemen en terug te gaan naar het democratische beginsel in het klassieke Athene: loting.

Een vruchtbaar idee dat met de G1000 is getest en sinds 2019 in een permanente burgerraad in Duitstalig België resulteerde. Het is een sterk tegenwicht tegen het kortetermijndenken van beroepspolitici met hun tijdshorizon tot aan de volgende stembusgang.

Burgerassemblees staan echter amper op de partijpolitieke agenda. Qua politieke hervorming kwamen de professionele politici deze campagne niet verder dan ballonnetjes om de partijdotaties eens niet te indexeren. Tja.

Als ik ooit – ver van partijpolitieke gekonkel – geloot zou worden voor een burgerraad, zou ik nóg trotser zijn en wat graag enkele zondagen opofferen. Tot zolang koester ik mijn teerbeminde rol als bijzitter zondag aanstaande. Met volle goesting ga ik mijn burgerzin vervullen: feestende emoji in de WhatsApp-groep!

Lees meer over:

Partner Content