Een vraag van Vlaams parlementslid Stephanie D’Hose (Open VLD) over de mogelijke aanpak van menstruatiearmoede op scholen is donderdag op een onverwacht felle reactie van minister van Onderwijs Zuhal Demir gebotst. D’Hose begreep de uitval niet en was op het moment zelf zo geschrokken dat ze haar verdere vragen schrapte.
De parlementsleden uit de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement konden donderdag al hun vragen over de onderwijsbeleidsplannen afvuren op minister Demir. De werkafspraak is dat de minister tijdens een volgende zitting de tijd en ruimte krijgt om te antwoorden. Maar bij een nogal onschuldige vraag van Stephanie D’Hose over menstruatiearmoede liep het mis.
Toen D’Hose opmerkte dat het woord menstruatiearmoede niet in de beleidsnota stond en ze wilde polsen naar de mogelijke plannen in onderwijs rond dat probleem, begon de minister opmerkingen te maken. Eerst zei Demir nog gewoon dat de kwestie zou opgepikt worden door collega-minister van Gelijke Kansen Caroline Gennez, maar al snel liet ze merken dat ze niet opgezet was met de vraag en dat ze vond dat er veel te veel in het bakje van het onderwijs wordt geschoven. ‘Ge moet maar durven’, zei ze. ‘Jullie zeggen allemaal: “kennis, kennis, kennis” en “het niveau daalt”. En dat, en dat, en dat…. je moet weten wat je wilt en keuzes maken’.
D’Hose had weinig begrip voor de uitval van de minister. ‘1 op de 8 meisjes kan geen maandverband betalen en voor 5 procent is dat een reden om van school weg te blijven. Dus als het gaat over keuzes maken, is dat misschien ook iets om oog voor te hebben’, aldus D’Hose, die nadien stopte met vragen stellen. ‘Op deze manier heeft het toch geen zin.’
