Vooruit zwijgt over de uitspraken van ‘gewaardeerde oude krokodil’ Louis Tobback

Vooruit-voorzitter Melissa Depraetere en minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez. © Belga
Walter Pauli

Louis Tobback kwam in Knack uitgebreid aan het woord over samenleving en politiek, en sprak dus ook over migratie en racisme. Dat ligt opnieuw moeilijk, ook bij Vooruit.

Het zou Louis Tobback oneer aandoen om hem op het schild te hijsen als de kampioen van de bon mots. Wie de tijd ervoor uittrekt, wordt getrakteerd op een even doortimmerd als caleidoscopisch exposé over de samenleving en de politiek in al haar facetten. De intens ingekorte weerslag van zo’n uitvoerig gesprek – twee sessies, bijna zes uur in totaal – stond vorige week in Knack. Daaruit bleek dat Tobback sr. vooral bekommerd is om de sociale zekerheid. Want of het over begroting dan wel over een staatshervorming gaat: de sociale zekerheid zal al bij de volgende regeringsvorming voorwerp zijn van besparingen/aanvallen/pogingen tot gedeeltelijke ontmanteling.

Tijdens dat gesprek ging het ook over migratie en de manier waarop het Vlaams Belang daar garen bij spint. Voor Tobback is er geen twijfel aan het uitgangspunt: ‘Fundamenteel is natuurlijk dat niets of niemand de migratie nog kan tegenhouden. De komst van nieuwe landgenoten is niet meer te keren.’ En dan is er geen andere optie dan ‘inburgeren, te begrijpen als: ervoor zorgen dat nieuwkomers liever snel dan traag kunnen functioneren in deze samenleving.’

Dat het VB dit thema kan blijven kapen, wijt Tobback onder meer aan onze royale financiële hulp voor wie hier aankomt. Daardoor kan het VB hen gemakkelijk uitspelen als ‘profiteurs’ van de sociale zekerheid, een riedel die aanslaat bij een deel van het electoraat. En omdat de sociale zekerheid in ruime zin steeds meer druk ondervindt van steeds meer nieuwkomers – de migratie stopt niet en zal niet stoppen – gaat Tobback sr. een toekomstig probleem niet uit de weg. Woordelijk: ‘Vandaar dat ik voorspel, of we het willen of niet – en ik wil het niet noodzakelijk – dat we bijna onvermijdelijk evolueren naar een systeem met, naast onze sociale zekerheid voor de Belgen, een andere sociale zekerheid voor mensen met een vreemdelingenstatuut.’

Daarbij week hij af van de aloude regel van zijn christendemocratische generatiegenoot Jean-Luc Dehaene: los de problemen niet op voor ze zich stellen. Het animo om verder te gaan op zijn stellingen was dus gering. Het is voor de meeste partijen een dilemma: quid met migratie? Spreken of zo veel mogelijk zwijgen? Dat het Vlaams Belang al jaren op kop ligt in de peilingen en die voorsprong in de voorlaatste lijn naar de verkiezingen nog vergroot, maakt het probleem nog prangender.

Grosso modo zijn er twee opties. Er zijn nogal wat stemmen die vinden dat de focus op migratie een ongezond klimaat creëert, waarbij de samenleving bekeken wordt door het prisma van het VB. Logisch dat die partij het goed doet. Dus er moet ook gepraat worden over klimaat, stikstof, onderwijs, verkeer, het levenseinde, kortom, over de echte problemen van de mensen. Anderen, zoals de Nederlandse socioloog Hein de Haas, vinden zwijgen over migratie geen optie. De Haas raadt de andere partijen aan om ook over migratie te praten, maar zich alleen niet te laten vangen door de polarisatie waar het VB op uit is, alsof er alleen ‘realistische’ VB’ers bestaan en daartegenover alleen maar naïeve gutmenschen. De Haas vindt het dwaas om migratie aan sich ter discussie te stellen – ‘dat doe je toch ook niet met de gezondheidszorg?’ – maar hij hoopt wel op partijen en politici die een ‘redelijk narratief’ durven te ontwikkelen. Want ‘natuurlijk maken mensen zich zorgen als er ineens veel vluchtelingen bij komen’.

Taboezone

Toch is er bij Tobbacks eigen partij Vooruit niet veel animo om uit de pijp te komen. ‘Wij hebben niet de gewoonte om te reageren op interviews van onze gewaardeerde oude krokodillen, laat adjunct-woordvoerster Hanne Vandenbussche via sms weten. Dat is ergens begrijpelijk: sinds de zware Roma-uitschuiver van Conner Rousseau is ‘migratie’ haast een taboezone geworden. Maar automatisch wijzigde Vooruit zo ook de koers die de partij de voorbije jaren zelf aanhield. Onder het voorzitterschap van Rousseau focuste Vooruit zelfs uitdrukkelijk op migratie. In de teksten van het partijcongres ‘Stop Stilstand. Opnieuw Vooruit’ van juni 2023 telde het hoofdstuk Asiel, Migratie en Integratie niet minder dan zestien pagina’s, en tientallen congresresoluties. Bij de nieuwe ‘Standpunten’ is asiel/migratie geen apart onderdeel meer. Zeker, nog altijd staat er: ‘Faire en efficiënte migratie. Zodat wie kan blijven, snel meedoet’, of ‘Hoe meer mensen Nederlands spreken, hoe sterker onze welvaartsstaat’. Maar om de een of andere bizarre reden klasseert Vooruit op haar website die standpunten vandaag onder het lemma ‘Koopkracht’.

(lees verder onder de preview)

Natuurlijk was de lijn-Rousseau niet zaligmakend, ook al deed Vooruit het toen beter dan nu in de peilingen. In Knack zei Louis Tobback dat hij zijn reserves had bij dat gedweep van Rousseau met het veel te strenge Deense model van Mette Frederiksen, waarbij men nieuwkomers hun geld afpakt en hen huisvest in geïsoleerde dorpen: ‘Socialist ben je met je verstand. Populist met je darmen.’

Maar tegelijk durft Tobback problemen te benoemen, ook bij wat we maar ‘autochtone Vlamingen’ zullen noemen. Toen hij in Het Laatste Nieuws daarbij de retorische vraag ‘Zijn wij in ons diepste binnenste niet allemaal een beetje racist?’ stelde (waarbij hij ongewild de radicale woke-beweging bijtrad, waar kopstukken als Gloria Wekker al jaren op die nagel slaan in hun kritiek op deze ‘witte’ samenleving), kreeg hij de wind van voren. Ook van veel partijgenoten, zoals minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez en zelfs Willy Claes: ‘Louis heeft ongelijk. Hij wilde de woorden van Conner wat verzachten. Maar Alle Menschen werden Brüder moet onze leidraad zijn.’

Partijleden zonder instincten

Louis Tobback blijft nochtans bij zijn overtuiging dat niemand, en dus ook geen progressieve socialisten, immuun is voor racisme. In een nog niet gepubliceerde passage uit het hogervermelde interview klonk dat zo. Louis Tobback: ‘Ik kan die reacties van mijn partijgenoten moeilijk plaatsen. Ik heb de vraag al publiek opgeworpen – en ik neem aan dat Willy (Claes, nvdr) als goed logelid wel heeft begrepen wat ik bedoel: zijn ze nu allemaal aanhangers van Rousseau – niet van Conner, maar van Jean-Jacques – en niet meer van Voltaire?Nadat Voltaire Rousseaus boek Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi les hommes (1755) had gelezen, schreef hij hem volgend ironische antwoord (Tobback citeert de hele passage die volgt uit het hoofd): ‘Monsieur, j’ai reçu votre dernière ouvrage contre l’humanité. On n’a jamais employé tant d’esprit à vouloir nous rendre Bêtes. Il prend envie de marcher à quatre pattes quand on lit votre ouvrage.’ (‘Mijnheer, ik ontving uw laatste werk tegen de mensheid. Nooit heeft iemand zo vernuftig geprobeerd om van ons terug beesten te maken. Men voelt bij het lezen van uw werk de zin opkomen om weer op handen en voeten te gaan lopen .’) Voltaire geloofde niet in Rousseaus concept van ‘Le Bon Sauvage’, de mens die van nature goed is. Hij wees er namelijk op dat iedereen van nature instincten heeft, maar dat we die juist leren beheersen door onze cultuur, onze opvoeding en beschaving – dus juist door dat wat ons ‘mens’ maakt. Maar dat neemt niet weg dat die instincten er zíjn. In mijn partij zijn een aantal mensen blijkbaar geboren zonder instincten. Ik denk dan altijd aan de sympathieke William Boeva (de stand-upcomedian met dwerggroei, nvdr). “Het ergste dat ons overkomt,” zegt Boeva, “is dat ze ons aanstaren maar doen alsof ze ons niet zien.”’

‘Doen alsof ze ons niet zien’, doen alsof bepaalde problemen niet bestaan, het is al sinds de lang vervlogen tijden van Zwarte Zondag in 1991 het grote politieke dilemma: hoe over migratie praten zonder de antimigratiepartijen wind in de zeilen te geven. ‘Maak het gat in de haag niet groter’, waarschuwde wijlen Steve Stevaert – versta: zwijg en ooit lost het probleem zich wel op. De feiten lijken die stelling niet meteen te ondersteunen. Dan toch maar kiezen voor het parler-vrai – zeggen wat men denkt zonder de waarheid te verbloemen en tegelijk zonder onnodig te kwetsen. Zou het eigenlijk ooit een politicus of een partij echt nadeel hebben berokkend?

Partner Content