Voka: ‘Laat België en Vlaanderen niet tot standstill komen’
De Vlaamse en federale politici mogen in de laatste negen maanden voor de verkiezingen niet bij de pakken blijven zitten en moeten een standstill vermijden. Dat was maandagavond de boodschap van Rudy Provoost, de voorzitter van Voka, op het partijvoorzittersdebat van het Vlaams netwerk van ondernemingen.
Traditiegetrouw wil Voka met het debat na de zomervakantie het startschot geven voor het nieuwe politieke en economische jaar. Het debat stond dit jaar grotendeels in het teken van de verkiezingen van volgend voorjaar. Op 9 juni 2024 vinden Vlaamse, federale en Europese verkiezingen plaats. Aan het debat namen voorzitters Bart De Wever (N-VA), Tom Van Grieken (Vlaams Belang), Tom Ongena (Open VLD), Sammy Mahdi (CD&V), Nadia Naji (Groen) en Raoul Hedebouw (PVDA) deel. Vooruit had Vlaams parlementslid Bruno Tobback afgevaardigd. Veel nieuws kwam er niet uit het bijwijlen bitse debat. Even werd verrast gereageerd toen Ongena aangaf het stikstofdecreet zoals ook zijn partij dat heeft ingediend, niet onverwijld te willen goedkeuren. Hij nuanceerde meteen dat er wel degelijk rekening moet worden gehouden met het gevraagde advies van de Raad van State, om het decreet robuust te maken. Verder werd ook het vergunningenbeleid in Vlaanderen en de arbeidsmarkt in ons land uitgebreid besproken.
Ook over waar het met Vlaanderen en België heen moet na de verkiezingen liepen de meningen uiteen. De Wever herhaalde nog eens zijn boodschap dat er wat hem betreft een “consolidatie” moet komen op centrumrechts. De N-VA-voorzitter en zijn Vlaams Belang-collega Van Grieken gingen in de loop van de avond met het meeste applaus lopen.
(Lees verder onder de preview.)
Het slotwoord was voor Voka-voorzitter Rudy Provoost. Hij riep de politici op de resterende tijd van deze legislatuur niet te verkwanselen. “Laat België en Vlaanderen niet tot een standstill komen”, zei hij. Bij de federale begrotingscontrole moet minstens 1,2 miljard euro worden gevonden, “maar zorg ervoor dat de ondernemingen niet het kind van de rekening worden”, waarschuwde hij. In Vlaanderen moet ook iets gedaan worden aan het onderwijsniveau, de financieringsruimte voor duurzame en innovatieve investeringen en de creatie van een rechtszeker kader, vindt Provoost.
Het Belgische voorzitterschap van de EU tot slot, in de eerste helft van 2024, biedt volgens Provoost eveneens kansen, bijvoorbeeld om het gelijk speelveld voor ondernemingen te versterken en iets te doen aan de oneerlijke concurrentie uit andere delen van de wereld.