Vlaamse regering-Jambon gaf al minstens 4 miljoen euro uit aan juridisch advies
De ministers van de regering-Jambon geven jaarlijks minstens 1 miljoen euro aan advocatenkantoren voor advies over hun wetgevend werk. ‘Dat is nochtans een kerntaak van de overheid.’
Eubelius, Stibbe, Demos, Prator. De namen doen bij het grote publiek misschien niet echt een belletje rinkelen, maar bij de overheid zijn ze een begrip. De advocatenkantoren worden vaak ingeschakeld door ministeriële kabinetten voor juridisch advies bij wetgevend werk. Hun precieze bijdrage valt niet altijd goed te reconstrueren, maar het staat vast dat ze soms ‘de pen vasthouden’ bij de opmaak van wetten en decreten.
De Vlaamse regering heeft er miljoenen voor over. Sinds het begin van de regeerperiode in 2019 gaat het om minstens 4 miljoen euro, of een miljoen euro per jaar. Dat blijkt uit een parlementaire vraag van Thijs Verbeurgt (Vooruit) aan alle ministers.
Het bedrag van 4 miljoen is een voorzichtige inschatting, gebaseerd op werkelijk uitbetaalde bedragen aan advocatenbureaus. Soms werken ministers met raamcontracten waarvan pas later het reële kostenplaatje duidelijk wordt.
De grootste kosten worden gemaakt in de voorbereidende fase, nog voor een wettekst naar het Vlaams Parlement gaat. Maar ook na de goedkeuring worden nog kosten gemaakt bij de opmaak van uitvoeringsbesluiten (verfijningen of aanvullingen van goedgekeurde decreten, nvdr), zo blijkt.
(Lees verder onder de preview)
Groenestroomcertificaten
De grootste slokop is Zuhal Demir (N-VA). Met ruim 1,1 miljoen euro geeft de minister van Omgeving een derde meer uit dan de tweede in de lijst, minister van Wonen en Financiën Matthias Diependaele (N-VA). Volgens het kabinet-Demir komt dat doordat ze de meeste bevoegdheden heeft: justitie, toerisme, omgeving en energie. Vooral die laatste twee zijn ‘zeer technisch van aard’. Bovendien moet Demir veel Europese richtlijnen omzetten.
Uit de cijfers blijkt dat het duurste advies de uitwerking van haar knip in de groenestroomcertificaten betrof. Daarmee wil Demir de ‘oversubsidiëring’ van zo’n 200 bedrijven tegengaan. De maatregel zou de overheid 1,2 miljard euro moeten opleveren.
Demir schakelde maar liefst zes advocatenkantoren en een consultant in, goed voor 654.000 euro. Maar in april kantte de Open VLD zich plots tegen de knip, uit vrees dat die tot ‘rechtsonzekerheid’ zou leiden. Het dure juridische advies is dus misschien een maat voor niets geweest.
Bepaalde ministers koesteren een fundamenteel wantrouwen tegenover hun eigen administratie.
Thijs Verbeurgt (Vooruit)
De op een na grootste kostenpost is voor Eubelius. Dat advocatenkantoor rekende minister Diependaele net geen 600.000 euro aan voor juridische ondersteuning bij de hertekening van de sector van socialewoningmaatschappijen. ‘Het aantal maatschappijen gaat van 140 naar 40, qua efficiëntie plukken we dus de vruchten van die hervorming’, klinkt het op zijn kabinet. Ook daar wordt de complexiteit van de materie aangehaald als reden voor het gevraagde advies.
Volgens oppositielid Thijs Verbeurgt staan de middelen voor juridische ondersteuning niet in verhouding tot de kwaliteit van het werk. 'Bij heel wat decreten worden vlak voor de stemming tal van amendementen door de meerderheid ingediend. Of later zelfs een hersteldecreet. Dergelijk juridisch broddelwerk ondergraaft de rechtszekerheid en het vertrouwen van burgers in de overheid.'
Daarnaast zijn de verschillen tussen ministers opvallend, zegt Verbeurgt. ‘De dossiers van Demir zijn misschien complex, maar ook de regelgeving rond onderwijs is allesbehalve simpel. En toch zien we dat minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) amper een beroep doet op externe adviseurs. Dat wijst erop dat bepaalde ministers een fundamenteel wantrouwen koesteren tegenover hun eigen administratie.’
Minister Weyts erkent dat hij kan terugvallen op een ‘goed kabinet en een sterke administratie’. ‘Maar de nuance en de eerlijkheid gebiedt om toe te geven dat het ene beleidsdomein soms gewoon meer behoefte heeft aan extern juridisch advies dan het andere.’
(Lees verder onder de preview)
Verdienmodel
Bij technische dossiers kan het nuttig zijn om juridisch advies in te winnen, zegt ook professor bestuurskunde Steven Van de Walle (KU Leuven). ‘Tegelijkertijd is wetten schrijven dé kerntaak van de overheid. De regering stelt zich dus het best terughoudend op. Het is mogelijk problematisch als je expertise in eigen huis verliest en steeds afhankelijker wordt van externe partijen.’
Voor de advocatenbureaus is het werk aantrekkelijk. Ook als de deontologische regels strikt worden gevolgd, ontstaat er voor hen een breder verdienmodel, zegt Van de Walle. ‘Wie bij nieuwe wetgeving de pen vasthoudt, kent de sterktes en zwaktes ervan. De betrokken advocatenbureaus kunnen daar dan handboeken over schrijven en opleidingen over geven. En ze zijn beter voorbereid voor toekomstige rechtszaken. Ze hebben een voorsprong op de rest.’
Het is ook niet altijd duidelijk waarom ministers een bepaald advocatenkantoor kiezen. Soms gaat er geen openbare aanbesteding aan vooraf. Verbeurgt pleit voor een juridisch agentschap binnen de Vlaamse overheid, waar kabinetten bij te rade zouden kunnen gaan. ‘De vraag is of het argument nog opgaat dat externe hulp goedkoper is dan eigen expertise.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier