Hendrik Vandamme
‘Vlaamse landbouwers hebben nood aan beleid dat vol te houden is’
Hendrik Vandamme van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) staat stil bij de omslag van een depositie- naar emissiemodel in het kader van het stikstofdossier en wat daarover ogenomen werd in het akkoord tussen de Vlaamse Regering en de landbouworganisaties.
De Vlaamse Regering sloot op 15 februari een akkoord met de landbouwsector over een aantal thema’s waarvoor de bevoegdheid in haar handen liggen. Eén daarvan is de overeenkomst om versneld werk te maken van de omslag van een depositie- naar een emissiemodel. De eerste werkvergadering over dit thema komt er eind deze week aan, 6 weken na datum. Daar is de voorbije weken al heel wat gezegd en geschreven. Volgens ons is vooral het volgende van belang.
De landbouwsector is en blijft een essentieel onderdeel van de Vlaamse economie, maar het gewijzigd Vlaams beleid brengt aanzienlijke uitdagingen met zich mee. Een van de meest prangende problemen waarmee we worden geconfronteerd, is de visie die uitgerold werd en wordt over stikstof en ammoniak.
Om dat passend en effectief aan te pakken, is een heroverweging van ons regelgevingskader en de onderbouwing ervan dringend nodig. De basis voor het vergunningverleningskader zou het meten van stikstofwaarden en het correct omgaan met gemeten stikstofwaarden in de lucht en op de bodem moeten zijn. Juiste cijfers hebben en die juist gebruiken is cruciaal.
Vandaag wordt zeer vaak gediscussieerd over de bron van stikstofverbindingen en het aandeel daarvan dat aan de landbouw toegewezen wordt. Wij hekelden reeds meermaals het gebruik van het VLOPS-model om op bedrijfsniveau stikstofuitstoot toe te wijzen. In Nederland gebruikt men het gelijkaardig Aerius-model, waarvan de Nederlandse overheid met hangende pootjes moest erkennen dat dat model niet geschikt is voor wat er vandaag mee gebeurt: stikstof toewijzen aan individuele landbouwbedrijven. Beide modellen zijn gemaakt om op macroniveau analyses te maken over stikstof, niet om dat op microniveau te doen. De beide modellen zijn in mensentaal gezegd ongeschikt om stikstof toe te wijzen aan deze of gene landbouwer en zijn koeien.
In een gezamenlijk opiniestuk stelde drie Vlaamse topambtenaren eerder deze maand onomwonden meegaven dat de cijfers juist zijn. Een paar dagen later schreven milieujuristen dat het gebruik van de cijfers niet correct is, en dat alles nog veel strenger moet beoordeeld worden. Je zal er als landbouwer maar je bedrijf op runnen…
Het is duidelijk dat het huidige beoordelingssysteem rammelt, wat ertoe leidde dat in het vermaledijde stikstofdecreet vermeld werd dat er na 2030 zou gewerkt worden met een emissiemodel in vervanging van het huidige depositiemodel. Eindelijk een eerste blijk van politieke erkenning dat het huidige beoordelingskader gebaseerd is op computermatige simulaties met een bijzonder grote, en voor ons onaanvaardbare foutenmarge.
Het traditionele depositiemodel, dat zich richt op het meten van de neerslag van stikstofverbindingen op gevoelige ecosystemen, biedt onvoldoende inzicht in de directe bronnen van stikstofoxide en ammoniak. Met name in de context van landbouwactiviteiten, waar ammoniakemissies een bijdrage leveren aan de totale uitstoot van stikstof, is dit model volgens ons pertinent fout.
Daarom is een overgang naar een emissiemodel bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor landbouwbedrijven in Vlaanderen niet alleen wenselijk, maar noodzakelijk. Een dergelijk model legt de nadruk op het meten en reguleren van de directe uitstoot van stikstof en ammoniak, waardoor een meer gerichte aanpak mogelijk is om de uitstoot buiten de landbouwbedrijvigheid te verminderen en de eventuele milieueffecten bij te sturen.
Een van de belangrijkste voordelen van het emissiemodel is de mogelijkheid om landbouwers aan te moedigen en te ondersteunen bij het implementeren van praktijken en technologieën die de uitstoot van stikstof minimaliseren. Dit omvat het nog meer inzetten op emissiearme stallen, verbeterde mestverwerkings- en toedieningstechnieken en optimalisatie van voederregimes voor dieren.
Door te focussen op emissies in plaats van alleen op depositie van ammoniak uit de landbouw, kunnen we proactief werken aan het verminderen van onze impact op het milieu. Bovendien biedt het emissiemodel een transparanter en meetbaarder kader voor zowel de overheid als landbouwers. Nauwkeurige metingen van emissies moeten ons in staat stellen om effectievere regelgeving vast te stellen en bij te sturen waar gewenst, zonder disproportioneel te moeten ingrijpen in de economische activiteiten op de landbouwbedrijven.
Dit moet niet alleen leiden tot de beoogde goede staat van instandhouding van kwetsbare natuur tegen 2050, zoals opgelegd vanuit Europa, maar ook tot een opgekrikt vertrouwen van de landbouwwereld in het vermogen van de overheid om vermeende milieuproblemen transparant en correct aan te pakken, in overleg met alle actoren.
Het is echter belangrijk om te erkennen dat de overgang naar een emissiemodel uitdagingen met zich meebrengt. Landbouwers zullen vaak geconfronteerd worden met de noodzaak om te investeren in nieuwe infrastructuur en technologieën, wat financiële en operationele druk kan veroorzaken. Daarom is het essentieel dat de overheid de nodige lange termijnondersteuning en -stimulansen biedt om deze overgang soepel te laten verlopen.
De versnelde omslag van een depositiemodel naar een emissiemodel voor stikstof- en ammoniakuitstoot bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor landbouwbedrijven in Vlaanderen is een cruciale stap richting grotere rechtszekerheid en een stap in de richting van een nog duurzamere landbouwsector. Het is een opdracht en uitdaging die we moeten aanpakken met vastberadenheid en in structurele samenwerking tussen de overheid, landbouwers en andere belanghebbenden, met als doel een betere toekomst voor ons allemaal te waarborgen.
Het akkoord tussen de landbouwsector en de Vlaamse Regering van 15 februari gaf de aanzet tot het versneld op gang trekken van het onderzoek en overleg richting duurzame toekomst voor de Vlaamse landbouwsector.
Zuid-Afrikanen kennen in hun taal het begrip “duurzaamheid” niet, zij spreken in termen van “volhoudbaarheid”. Dat woord zegt alles over de intrinsieke waarde van duurzaamheid: de alles-in-één-aanpak met de blik op een leefbare toekomst in alle facetten. Het Zuid-Afrikaans woord zou de leidraad moeten zijn in toekomstig landbouw- en natuurbeleid in Vlaanderen en Europa.
Alleen volhoudbaar beleid biedt de Vlaamse landbouwer de broodnodige zekerheid om vol te houden en niet op te houden.
Hendrik Vandamme is voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier