Jonas Van der Slycken
‘Verlaging personenbelasting? Dat klinkt mooi, tot je dieper gaat graven’
‘Als de begroting gezond maken echt prioritair is, kunnen we het maar beter op een rechtvaardige, gedragen en doortastende manier doen’, schrijft Jonas Van der Slycken. Hij staat stil bij de fiscale voorstellen die aan bod kwamen tijdens de onderhandelingen over een nieuwe federale regering.
De formatie boemelt verder. N-VA, MR, CD&V, Les Engagés en Vooruit gaan opnieuw aan tafel. Is de trein voorgoed vertrokken, of doet de begroting de gesprekken weer ontsporen? Laten we eens kijken op welke fiscale pijnpunten de gesprekken spaak liepen.
De nota ging gepaard met 9 miljard belastingverlagingen, terwijl de nieuwe btw-tarieven en meerwaardetaks op aandelen en obligaties 6 miljard zouden opbrengen. 3 miljard in de fiscale hervorming is dus ongefinancierd.
De personenbelasting zou fors zakken. Super, kan je denken. Maar voor wie en voor wat daalt de personenbelasting en hoeveel? In de nota die in oktober strandde, zou de belastingvrije som verhogen, een tussenschijf invoeren en de hoogste belastingschijf schrappen. Een operatie die de schatkist miljarden kost.
Wat bezielt de formateur om zo’n drastisch voorstel op tafel te leggen? Uit de nota blijkt: ‘Nu betalen veel belastingplichtigen, zelfs met gemiddelde lonen, meer dan 50% belastingen. Niemand zou meer dan de helft van zijn loon uit arbeid mogen afdragen’, zo kon je in De Tijd lezen. Een duidelijk uitgangspunt, maar klopt deze bewering wel?
Laten we eens kijken hoe de personenbelasting werkt. Als we Arizona even wegdenken, zou je personenbelasting voor aanslagjaar 2025 met inkomsten uit 2024 berekend worden door je inkomen te splitsen in de volgende 4 schijven:
- Schijf 1: van 0,01 euro tot 15.820 euro betaal je 25% belasting
- Schijf 2: van 15.820 euro tot 27.920 euro betaal je 40% belasting
- Schijf 3: van 27.920 euro tot 48.320 euro betaal je 45% belasting
- Schijf 4: op het bedrag boven 48.320 euro betaal je 50% belasting
Maar de eerste 10.570 euro is vrijgesteld van belastingen. Deze belastingvrije som loopt op als je kinderen hebt. Dit trapsgewijze belastingsysteem is progressief omdat de lagere inkomensschijven lagere tarieven gelden, waardoor je stapsgewijs meer belastingen betaalt als je inkomen stijgt. Belangrijk om weten is dat hoogste tarief van 50% een vanaf-tarief is – deze 50% geldt slechts op het inkomensdeel boven 48.320 euro.
Hoe werkt dit systeem voor iemand met een belastbaar inkomen van 50.000 euro? Dit inkomen wordt in schijven gekapt: met een belastingvrije som van 10.570 euro, valt uiteindelijk enkel 5.250 euro effectief in schijf 1, 12.100 euro in schijf 2, 20.4000 euro in schijf 3 en 1.680 euro in schijf 4.
Passen we hierop de belastingvoeten toe, dan komen we tot een te betalen belasting van 16.172,50 euro. Opvallend: ook al valt dit individu in de hoogste belastingschijf, door het progressieve karakter is de effectieve belastingvoet slechts 32,3%.
De vraag is natuurlijk hoe verhoudt 50.000 euro belastbaar inkomen zich tot de gemiddelde lonen, waarnaar de gesneuvelde supernota verwees? Zonder extra inkomsten, dertiende maand of dubbel vakantiegeld of aftrek voor kinderen of iets anders, zit je als voltijds werknemers bij de 30% beste verdieners en dus boven de gemiddelde lonen.
Gemiddelde lonen
Het belastbaar inkomen van iemand met een gemiddeld loon bedraagt in 2024 45.824,17 euro, waardoor je dus niet eens in de hoogste inkomensschijf valt. (De bruto maandlonen voor 2022 van Statbel werden omgezet naar lonen voor het jaar 2024 via de gezondheidsindex – die gebruikt wordt bij de indexering van lonen. Van deze brutolonen wordt voor bedienden een werknemersbijdrage voor de sociale zekerheid ingehouden van 13,07%, waarna het belastbaar inkomen wordt bekomen waarop de belastingschijven van toepassing zijn. Let wel: dit belastbaar inkomen is dus berekend voor voltijds werkende bedienden zonder extra inkomsten, een dertiende maand, dubbel vakantiegeld of aftrek voor kinderen of iets anders.)
Ook al behoor je met een gemiddeld loon bij de 40% beste voltijdse verdieners. Voor gemiddelde lonen bedraagt de effectieve belastingvoet bijgevolg maar 31% van het belastbaar inkomen. (De gemiddelde lonen zitten immers niet middenin het pak omdat de rijksten veel meer verdienen en het gemiddelde optrekken tot boven de mediaanlonen.)
Zelfs met de gemeentebelasting erbij kom je er niet. Deze opcentiemen bereken je als percentage van je personenbelasting. De hoogste opcentiemen voor aanslagjaar 2024 kom je tegen in Mesen. Met 9% gemeentebelastingen ter waarde van 1.278,84 euro erbij loopt de belastingvoet op tot 33,8%. Nog steeds ver onder de 50%.
Werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid (voor bedienden 13,07% van het brutoloon) tellen niet mee. Dit zijn immers geen belastingen, want ze gelden als verzekeringspremie voor ziekte, invaliditeit, pensionering en werkloosheid. Na het betalen van je personenbelasting, (maximale) gemeentebelasting en (bijzondere) sociale zekerheidsbijdragen houden gemiddelde verdieners van hun brutoloon netto 56,7% of 2.491 euro over.
De stelling dat je dus bij gemiddelde lonen snel aan 50% belasting zit, klopt dus niet.
Ongedekte belastingcheques
De geplande hervormingen zouden de belastingvrije som voor werkenden optrekken tot 12.000 euro, de schijven waarop 25% en 40% geldt naar boven verschuiven en tussenin een nieuwe schijf schuiven met een tarief van 35%, en het 50%-tarief schrappen. Daarnaast krijgen de laagste lonen een extra werkbonus.
Deze maatregelen goed zijn voor iedereen – die werkt althans. Sinterklaas komt vroeg dit jaar: iedereen krijgt wat lekkers, maar de rijksten krijgen wat extra’s toegestopt. Volgens De Tijd krijgen de laagste lonen er jaarlijks 300 à 400 euro bij, terwijl brutolonen van 90.000 euro er 1.700 euro bij mogen breien. Een belastingcadeau dat oploopt voor grotere inkomens. Je hoeft er geen rekenwonder voor te zijn dat de loonkloof zo alleen maar groeit.
Is dit de fiscale hervorming waarop we zaten te wachten? Echt rechtvaardig kan je dat niet noemen.
Even terug naar die slagzin uit de nota. Snappen de federale onderhandelaars er geen jota van? Of is het doordacht gespin om populaire, maar asociale maatregelen door te voeren? ‘Werken moet meer lonen voor iedereen, en vooral voor de rijken!’, maar ja dat konden ze moeilijk schrijven natuurlijk. Bovendien hebben we het door deze demarche ook helemaal niet over hoe hoog we willen dat lonen in onze samenleving zijn. Ook dat is een debat waard.
De schatkist gestript
Het probleem is niet alleen dat de fiscale hervorming in budgettair uitdagende tijden voor minstens 3 miljard ongefinancierd blijft, maar ook dat ze averechtse effecten kan genereren. De rijkste inkomens zouden netto meer verdienen, dus waarom zou je niet minder werken om hetzelfde inkomen te behouden? Of meer sparen om vroeger van je oude dag te genieten en op pensioen te gaan?
Mogelijke positieve terugverdieneffecten ontstaan wanneer mensen net meer gaan werken. Maar laten we niet vergeten dat een vergoeding als externe prikkel niet het enige is wat mensen in beweging brengt. Mensen willen meer dan dat: een betekenisvolle baan, een goede balans tussen werk en privé – vandaag en morgen. Wat als een paal boven water staat: de grootste verdieners dragen nu eenmaal meer bij aan de schatkist, waardoor het schrappen van de hoogste belastingschijf een roekeloze beslissing is.
Deze ingreep is vooral ingegeven door een aversie voor belastingen, als iets waar je vanaf wil en dat je zo snel mogelijk wil ‘ont-lasten’. Arizona rekent zich rijker dan ze is. En rijdt voor de rijksten een extra gat in de schatkist. Maar geen paniek: het volgende besparingsplan ligt waarschijnlijk al klaar om verder te hakken in de publieke dienstverlening. Leren zwemmen doe je lekker thuis in je eigen privé-zwembad.
Een uitgeklede schatkist is problematisch voor de andere uitdagingen die we niet onder ogen durven komen. Het ontbrak ons al aan de visie en moed om de ecologische transitie vorm te geven. Ondertussen ontrieft men de overheid ook van de middelen om een versnelling hoger te schakelen. Of je erin gelooft of niet, de overheid heeft een belangrijke rol te spelen om zo’n rechtvaardige transitie vorm te geven. Collectieve uitdagingen vragen om collectieve antwoorden.
Sterkste schouders
Als we de begroting in evenwicht willen brengen, laten we het geweer van schouder veranderen en extra inkomstenbronnen aanboren. Nog niet zo lang geleden, in 2004, verdween de schijf van 55%, voordien sneuvelden die daarboven. De sterkste schouders kunnen best wat meer bijdragen, dus waarom zouden we niet opnieuw hogere schijven introduceren voor de 10%, 5% en 1% grootverdieners? Deze gegoeden zullen nog steeds met twee vingers in de neus het einde van de maand halen.
Zo kunnen we de progressiviteit herstellen, de begroting op een evenwichtige manier gezond maken en er vooral voor zorgen dat wie niet rondkomt meer overhoudt. Bovendien hebben in minder ongelijke samenlevingen minder mensen het gevoel dat ze niet meekunnen, waardoor het sociale klimaat verbetert en er ook minder criminaliteit heerst. Zo is het ook voor de rijksten aangenamer vertoeven in minder ongelijke maatschappijen.
En nu we toch aan het hervormen zijn. Maar liefst acht op tien Belgen is voor een bijdrage van de grote vermogens van meer dan een miljoen euro (zonder de hoofdverblijfplaats), zo blijkt uit een peiling van 11.11.11. Een progressieve, eenmalige vermogenstaks op het nettovermogen (iemands rijkdom na aftrek van schulden) van 1% tussen 1 en 10 miljoen, 2% tussen 10 en 100 miljoen, 3% tussen 100 miljoen en 1 miljard, en 4% op alles daarboven levert volgens onderzoek (KU Leuven, University of Leeds) gemakkelijk 20 miljard op.
Als de begroting gezond maken echt prioritair is, kunnen we het maar beter op een rechtvaardige, gedragen en doortastende manier doen.
Oproepen tegen algemene belastingverhogingen mogen in deze individualistische tijden dan wel electoraal lonen, maar past dit nog wel bij de veranderende realiteit om ons heen en de groeiende politieke, sociale, ecologische en budgettaire uitdagingen waarmee we kampen?
Een verlaging van de personenbelasting kan mooi klinken, tot je dieper gaat graven. Denken ze dat de burger deze zoethoudertjespolitiek niet doorziet? Stop het pamperen en de goedkope klantenbinding. En smeed voor de verandering eens plannen die perspectief geven en verder kijken dan de volgende verkiezing.
Jonas Van der Slycken is gastprofessor regeneratieve welvaartssystemen (UGent) en auteur van Genoeg voor iedereen (Standaard Uitgeverij).
Lees ook:
–
–
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier