Verkiezingen 2024: welke coalities kunnen vanaf 10 juni gesmeed worden?

Han Renard

Wat zijn na 9 juni – op grond van de peilingen, de uitspraken van de partijvoorzitters en de inhoudelijke overeenkomsten tussen de partijen – denkbare coalitieformules op de verschillende beleidsniveaus?

Wat nu volgt, blijft het betere giswerk. Vanwege het hoge aantal nog onbesliste kiezers, het onbekende succes van kleine partijen, de foutenmarges in de peilingen en het feit dat elke verkiezingsuitslag nu eenmaal zijn verrassingen inhoudt. Maar Knack vroeg politologen Carl Devos (UGent), Bart Maddens (KU Leuven) en Jean Faniel (CRISP) en politiek journalist Christophe Deborsu (RTL tvi) om een geïnformeerde blik in hun kristallen bol. Welke coalitieformules zijn op de verschillende beleidsniveaus mogelijk?

De federale regering

Dit wordt de lastigste regering om tot stand te brengen als de martelgangen van het recente verleden, met de eindeloze stoet verkenners en informateurs en een wereldrecord formeren, richtinggevend zijn, Omdat er op 13 oktober alweer lokale verkiezingen worden gehouden, is het waarschijnlijk op zijn minst wachten tot na de gemeenteraadsverkiezingen op een federale regering. Al is vier maanden naar Belgische formatienormen sowieso een peulenschil.

‘Als de peilingen bewaarheid worden en het Vlaams Belang veruit de grootste partij van België wordt en de Vlaams-nationalisten de grootste familie,’ zegt Bart Maddens, ‘dan lijkt het mij ook evident dat voorzitter Tom Van Grieken door de koning als eerste wordt aangewezen als informateur, en het initiatiefrecht krijgt om een federale regering te vormen. Dat is een kwestie van respect jegens de Vlaamse kiezer.’ Ook al zal het Van Grieken natuurlijk nooit ofte nimmer lukken om een federale regering op de been te brengen – gesteld dat hij dat zou willen. Maar wat wordt het dan mogelijk wel?

Bart Maddens en Anton Jäger: ‘Het verdwijnen van de Open VLD kan de verrassing van 9 juni zijn’

Minikabinet (of zakenkabinet of noodkabinet)

Dit is de droom van N-VA-voorzitter Bart De Wever: hijzelf aan het hoofd van een federale miniregering met een akkoord over een aantal dringende hoofdlijnen – de begroting, de hervorming van de arbeidsmarkt – die snel uit de startblokken kan schieten. Het minikabinet zou bestaan uit één minister per regeringspartij in de Vlaamse en de Waalse regering – de Brusselse regering ziet de N-VA gemakshalve over het hoofd – en zou een mandaat hebben van twee jaar. Tegelijk zou een werkgroep een Grote Staatshervorming voorbereiden.

‘Vivaldi-plus verkocht krijgen in Vlaanderen wordt moeilijk, zeker voor een regering die zwaar moet bezuinigen en daarvoor vooral op Vlaamse belastinginkomsten moet rekenen.’

Carl Devos

Probleem: behalve de N-VA is geen enkele andere partij hiervoor te porren, de PS van Paul Magnette al zeker niet. ‘Zo’n zakenkabinet zal toch over een meerderheid moeten beschikken in het federale parlement’, zegt Bart Maddens. ‘En daarbij zal de N-VA al snel op klassieke politieke problemen botsen. Ik zie het niet als een wondermiddel. Maar het is natuurlijk ook een retorische truc van de N-VA, om het verwijt te counteren dat de partij het land maandenlang door communautaire onderhandelingen wil lamleggen.’

Vivaldi II (of bis) of Vivaldi plus

In een heruitgave van de Vivaldi-coalitie van liberalen, socialisten, groenen en christendemocraten lijken alleen nog Groen en Ecolo trek te hebben. Sowieso is Vivaldi II volgens de peilingen volstrekt uitgesloten. Vivaldi plus, de huidige Vivaldi-partijen aangevuld met Les Engagés, zou misschien wel over een meerderheid beschikken. Alleen: opnieuw (en nog nadrukkelijker) niet aan Vlaamse kant. Daardoor wordt het erg lastig om zo’n project in Vlaanderen te verkopen. ‘Zeker voor een regering die zwaar moet bezuinigen en daarvoor vooral op Vlaamse belastinginkomsten moet rekenen, aangezien Vlaanderen welvarender is dan Wallonië’, zegt Carl Devos.

‘In het begin willen politici altijd tegemoetkomen aan de verkiezingsuitslag. Maar dat gevoel ebt weg. En dan kan Vivaldi misschien toch weer.’

Bart Maddens

Met dit voorbehoud, volgens Bart Maddens: ‘In het begin willen politici altijd tegemoetkomen aan de verkiezingsuitslag. Naarmate er meer tijd overheen gaat, ebt dat gevoel weg. En dan kan de druk toch toenemen om op de een of andere manier met Vivaldi voort te gaan.’

‘Magnette zegt niet meer: nooit met de N-VA. Maar onder vier ogen zegt hij er wél bij: nooit met Theo Francken.’

Christophe Deborsu

Traditionele tripartite plus N-VA (en variaties daarop)

Een regering met de traditionele politieke families van socialisten, liberalen, en centrumpartijen CD&V en Les Engagés en de N-VA zou in de Kamer waarschijnlijk op een comfortabele meerderheid kunnen rekenen. En PS-voorzitter Magnette zegt alvast niet meer: nooit met de N-VA. ‘Maar,’ zegt Christophe Deborsu, ‘en dat zegt Magnette er onder vier ogen wél bij: nooit met Theo Francken. Die polariseert te veel en moet dan maar minister van Onderwijs worden in de Vlaamse regering of zo.’

Extra voordeel van deze tripartite-plusformule is dat ze kan worden doorgetrokken naar de Vlaamse en mutatis mutandis ook naar de Franstalige regeringen. ‘Een aantal Vlaamse partijen stuurt aan op een zo gelijk mogelijke regeringssamenstelling federaal en in de deelstaten’, zegt Devos, ‘vanwege de belangrijke sociaaleconomische hervormingen die er na verkiezingen moeten komen.’

Maar, om ex-premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) te parafraseren: quid PS? De PS zou dan in een overwegend centrumrechtse en liberale federale regering moeten stappen, met twee linkse concurrenten Ecolo en PTB in de oppositie. Maar stel dat de Open VLD een historisch pak rammel krijgt op 9 juni, dan kan het helpen als de liberale partij er zelf voor kiest om in de oppositie te stappen. ‘Een uitruil kan er verder in bestaan dat er sociaaleconomisch een aantal uitgesproken linkse accenten komen,’ aldus Maddens, ‘denk aan een vorm van vermogensbelasting.’

‘Natuurlijk zal Magnette zijn vel duur verkopen maar de P in PS heeft uiteindelijk ook altijd gestaan voor pragmatisch.’

Christophe Deborsu

‘Natuurlijk zal Magnette in dat scenario zijn vel duur verkopen,’ vult Deborsu aan, ‘maar de P in PS heeft uiteindelijk ook altijd gestaan voor pragmatisch.’

Nog een hinderpaal voor deze formule: het communautaire eisenpakket van de N-VA, al is het onduidelijk hoe hoog of hoe laag de partij de lat op 10 juni legt. ‘Ik denk dat de N-VA de hoop op een klassieke staatshervorming heeft opgegeven, omdat je daarvoor nu eenmaal over 100 van de 150 Kamerzetels moet beschikken’, zegt Devos. ‘De Wever mikt waarschijnlijk vooral op iets wat hij kan verkopen als het begin van confederalisme, met die zogenaamde bicefale bevoegdheden.’

‘Maar die bicefale bevoegdheden stonden al in het Vivaldi-regeerakkoord, net zoals de afspraak om een diepgaande staatshervorming voor te bereiden. Daar is allemaal niks van in huis gekomen’, waarschuwt Maddens. Wel lijken de Franstalige partijen ditmaal bereid tot alvast het begin van een institutioneel gesprek, al was het maar door de rampzalige financiële situatie van Brussel en Wallonië.

‘De aversie van Magnette tegenover de PTB is minstens even groot als die van De Wever tegenover het Vlaams Belang.’

Christophe Deborsu

Maddens wijst erop dat ook een gewone klassieke tripartite op grond van de laatste peilingen in de buurt van een meerderheid komt in de Kamer, dankzij het succes van Les Engagés – weliswaar opnieuw zonder een meerderheid aan Vlaamse kant.

Arizona-coalitie

Nog een variant op de tripartite, die in de laatste campagnedagen opgang maakt bij MR-voorzitter Bouchez, is de zogenaamde Arizona-coalitie, een formule die tijdens de formatie in 2020 al eens vruchteloos is uitgetest. De zespartijencoalitie, met de N-VA, de CD&V, de Open VLD, Vooruit, de MR en Les Engagés zou vandaag wel kunnen steunen op voldoende zetels in de Kamer, zij het met een minderheid aan Franstalige kant. In dat scenario zou de PS na een zware verkiezingsnederlaag ofwel zelf voor de oppositie kiezen, ofwel naar de uitgang worden gedwongen. En Vooruit zou, anders dan in 2020, bereid moeten zijn om de Franstalige zusterpartij te lossen en als enige linkse partij mee aan boord te gaan.

Zweeds-plus

Dit is de recent ontdekte, spiksplinternieuwe ambitie van scheidend premier Alexander De Croo (Open VLD), die nu ook Vivaldi desavoueert als hooguit een overgangsregering, ontstaan uit de noodzaak om de coronacrisis het hoofd te bieden. Een centrumrechtse coalitie van de N-VA, de CD&V, de Open VLD, de MR en Les Engagés, waarvan Sammy Mahdi (CD&V) en Georges-Louis Bouchez (MR) graag de cheerleaders willen zijn, zou inzetten op een sociaaleconomische, centrumrechtse agenda, maar – anders dan de regering-Michel – deze keer for real. In de laatste campagneweken probeerde belgicist Bouchez de N-VA te charmeren door de deur voor iets institutioneels toch op een kier te zetten. Alleen beschikt deze Zweeds-plusformule, zoals de kaarten nu liggen, in de verste verten niet over een meerderheid in de Kamer.

In Vlaanderen

De Vlaamse regering zou in principe veel sneller kunnen worden gevormd dan de federale regering. Want daar hoeft niet ook nog eens met Franstaligen te worden gedeald. Maar ook hier geldt: de partijvoorzitters nemen deel aan de gemeenteraadsverkiezingen. En campagnevoeren is erg arbeidsintensief. ‘Bovendien is het voor de onderhandelaars knap lastig om in Brussel water bij de wijn te doen, en tegelijk lokale kiezers te beloven dat ze hun programma onverkort zullen uitvoeren’, zegt Devos.

‘Regeren met het Vlaams Belang? Dan moet de N-VA een zware prijs betalen voor wat ongetwijfeld niet de beste Vlaamse regering uit de geschiedenis wordt.’

Carl Devos

Ook zal de N-VA niet opnieuw de fout willen maken, zoals in 2019, om Vlaams overstag te gaan zonder te weten hoe het federaal zit. Maar wat zijn de opties?

Een V-regering of Guldensporenslagregering

De absolute horror voor de Franstaligen en de optie waarover maandenlang is gespeculeerd, omdat N-VA-kopstukken zich maar niet uitspraken over een mogelijke samenwerking met het Vlaams Belang. Maar kijk, als we de Bart De Wever van de laatste campagneweken mogen geloven, kunnen we kort zijn over dit scenario: het komt er niet. Ook niet als de N-VA en het Vlaams Belang in Vlaanderen over een ruime meerderheid zouden beschikken – geen enkele peiling liet dat zien maar het is ook niet ondenkbaar. ‘Om wat te doen ook?’ zegt Devos. ‘De N-VA geeft zelf aan dat de bevoegdheden waar het echt om draait federaal zitten. Bovendien zou de partij een zware prijs betalen – jarenlange excommunicatie van het federale niveau – voor wat ongetwijfeld niet de beste Vlaamse regering uit de geschiedenis wordt.’

‘Geen prettig vooruitzicht, zo’n monsterverbond, wel het onvermijdelijke gevolg van het feit dat waarschijnlijk circa 40 procent van de Vlamingen voor flankpartijen als het VB en de PVDA zullen kiezen.’

Maar misschien probeert De Wever, als de kiezers hem die kans geven, een V-regering toch als een stok achter de deur te gebruiken. ‘Strategisch, met het oog op het federale onderhandelingsproces, lijkt op zijn minst de mogelijkheid van zo’n V-regering me heel belangrijk voor de N-VA’, zegt Bart Maddens. ‘Daarom zal dit op verkiezingsavond toch het eerste zijn waarnaar wordt gekeken: behalen de N-VA en het VB samen minimaal 63 van de 124 zetels in het Vlaams Parlement? En stel nu dat de N-VA een redelijke score behaalt, dus niet onder de 20 procent, maar federaal toch opzij wordt geschoven. Dan kan ik me voorstellen dat er een mindset ontstaat, ook hier weer na enige tijd, waarin de N-VA in Vlaanderen alsnog met het Vlaams Belang in zee gaat – met frisse tegenzin weliswaar.’

Tripartite plus N-VA

Zonder het Vlaams Belang zijn er hoogstwaarschijnlijk vier partijen nodig om een Vlaamse regering te vormen. De regering-Jambon van de N-VA, de Open VLD en de CD&V zou volgens de peilingen niet langer een meerderheid hebben. Dan ligt een regering van de N-VA, de CD&V, Vooruit en de Open VLD voor de hand, gezien zowel de verwachte afstraffing van Groen als de viscerale afkeer van de groenen bij sommige andere Vlaamse partijen. Geen prettig vooruitzicht, zo’n monsterverbond, wel het onvermijdelijke gevolg van het feit dat waarschijnlijk circa 40 procent van de Vlamingen voor flankpartijen als het VB en de PVDA zullen kiezen.

Van Els Ampe tot Els van Doesburg: voor deze politici wordt 9 juni extra spannend

***

PS of MR, that’s the question bezuiden de taalgrens. Wie wordt de grootste? In Wallonië wordt het een nek-aan-nekrace, al hechten de politieke bookmakers iets meer geloof aan de kansen van de PS. In Brussel ligt de MR dan weer afgetekend op kop, wat van de MR ook de grootste Franstalige partij in de Franse Gemeenschap (en in het federale parlement) zou maken. Daardoor zou de MR niet alleen in Brussel maar ook bij het vormen van de Franse Gemeenschapsregering de leidende rol spelen. Aangezien die laatste klassiek samen met de Waalse regering wordt gevormd, kan de MR vanuit die machtspositie een plek in de Waalse regering opeisen. Maar ook aan Franstalige kant wordt verwacht dat de partijen niet in hun coalitiekaarten zullen laten kijken tot de lokale verkiezingen achter de rug zijn. De PS wil de PTB geen extra rugwind geven door het snel met de MR op een akkoord te gooien.

In Wallonië en de Franse Gemeenschap

Olijfboomcoalitie

De centrumlinkse voorkeurscoalitie van PS-voorzitter Paul Magnette met Ecolo en Les Engagés gold lange tijd als een bijna zekere formule voor de volgende Waalse regering. Vanwege het hechte blok PS-Ecolo, en vanwege hun gezamenlijke hekel aan MR-voorzitter Bouchez. Maar de neergang van Ecolo in de Waalse peilingen zet dat scenario op losse schroeven. Veel zal afhangen van Les Engagés-voorzitter Maxime Prévot, ook wel Maxime ‘Pivot’ – spil of scharnier – genoemd. Prévot, wiens partij in veel scenario’s onmisbaar is, kan bepalen of de volgende Franstalige meerderheden linksom of rechtsom gaan.

‘Tot een paar maanden geleden was de Olijfboom hét scenario voor Wallonië en de Franse Gemeenschap. Dat is mij meermaals door verschillende kopstukken bevestigd’, zegt Christophe Deborsu. ’Maar de PS begon te schuiven. En de sfeer tussen de PS en Ecolo is veranderd, weliswaar vooral in Brussel, maar dat heeft in heel Franstalig België repercussies. Ik hoor de laatste maanden bij de PS steeds vaker: er valt niet met Ecolo te besturen, het zijn amateurs. Bovendien, op grond van zijn economische programma zou Prévot zich een stuk beter voelen in een centrum- of centrumrechtse regering, dan in een Olijfboom.’

Spat de olijfboomdroom van Paul Magnette (PS) uit elkaar?

Klassieke tripartite

De gevestigde partijen in Wallonië vertegenwoordigen in de peilingen nog altijd ruim 80 procent van de kiezers. ‘Wij zijn de stabiele factor in dit land,’ lacht Deborsu, ‘die met het onstabiele Vlaanderen rekening moet houden!’

‘Ik hoor de laatste maanden bij de PS steeds vaker: er valt niet met Ecolo te besturen, het zijn amateurs.’

Christophe Deborsu

Omdat de gevestigde partijen sterk staan, zijn er in Wallonië en de Franse Gemeenschap tal van klassieke, beproefde formules mogelijk: een paarse regering van de MR en de PS zou wiskundig misschien kunnen. Een paars-groene regering met Ecolo erbij dus zeker ook, net zoals een zogenaamde Jamaica, met de MR, Les Engagés en Ecolo. Maar een aantal van deze formules sneuvelen op de wederzijdse afkeer tussen de MR en Ecolo. De MR heeft van het behoud van kernenergie ook een breekpunt gemaakt.

‘Wij zijn de stabiele factor in dit land die met het onstabiele Vlaanderen rekening moet houden!’

Christophe Deborsu

Daarom gokt Deborsu in de laatste rechte lijn naar de verkiezingen dan ook voluit op een klassieke tripartite van de PS, de MR en Les Engagés in Wallonië en de Franse Gemeenschap.

Volksfront- of FGTB-coalitie

Een (radicaal-)links verbond van de PS, Ecolo en de PTB: daar wordt in Waalse socialistische vakbondskringen voor gepleit. Volgens de RTBF, die alle Franstalige partijprogramma’s vergeleek, zou zo’n FGTB-coalitie ideologisch de meest samenhangende formule denkbaar zijn. Ze zou in Wallonië ook over een meerderheid kunnen beschikken. ‘Maar’, zegt Deborsu stellig, ‘werkelijk niemand wil met de PTB besturen. En de aversie van Magnette tegenover de PTB is minstens even groot als die van De Wever tegenover het Vlaams Belang.’

Brussel

De Brusselaars laten zich erop voorstaan dat ze vaak als eersten in België een regering hebben – de regering van de Duitstalige Gemeenschap daargelaten – ondanks hun in de kern confederale regeringsvorming, waarbij Vlamingen en Franstaligen eerst apart een meerderheid vormen en dan kijken wat samen klikt. Maar ditmaal lijkt Brussel een hoogst onvoorspelbaar en ingewikkeld kluwen te worden. Bovendien zijn in Brussel het gewestelijke en het gemeentelijke niveau intens met elkaar verweven. Gevolg? Na 13 oktober moeten in Brussel in één grote onderhandelingsgolf 20 meerderheden worden gevormd: 19 gemeentebesturen en 1 gewestregering.

Een tripartite met een groot vraagteken

De MR van de Brusselse kandidaat-minister-president David Leisterh staat in de peilingen stevig op kop in Brussel. De PS, die het gewest sinds jaar en dag bestuurt, zou pas de derde partij worden, na de MR en de PTB, die straks wel eens hoge ogen kan gooien in de hoofdstad. Er lijkt een aardverschuiving aan te komen, maar dat betekent niet dat de PS zomaar op de oppositiebanken belandt. Als de MR het in Brussel zonder Ecolo en de PTB wil doen, zal de partij de PS de hand moeten reiken om een driepartijenmeerderheid te vormen, samen met hetzij Les Engagés, het meest waarschijnlijke scenario, hetzij met Défi. Tot zover de Franstalige kant van het verhaal.

Aan Nederlandstalige kant is het in Brussel compleet koffiedik kijken. De peilingen zijn te onbetrouwbaar om in een zetelverdeling te kunnen omzetten. Ze houden ook geen rekening met het mogelijke succes van kleine lijsten als Team Fouad Ahidar en Viva Palestina van Abou Jahjah. ‘Maar als het klopt dat het Vlaams Belang en de N-VA het op 9 juni goed doen, en als je het Belang principieel van regeringsdeelname uitsluit, is het door de grote versnippering heel waarschijnlijk dat je in Brussel de N-VA en Groen in eenzelfde meerderheid moeten samenbrengen’, zegt Jean Faniel. ‘En dat je zeker vier Vlaamse partijen nodig zult hebben om aan een meerderheid te raken.’ De Brusselse coalitievorming belooft extra moeilijk te worden omdat niet alleen Groen, maar nu ook de Open VLD zegt een ‘samen uit samen thuis’-strategie met hun Franstalige zusterpartijen te hanteren.

Franstaligen vrezen dan weer dat de N-VA haar onmisbare positie in de Brusselse regeringsvorming weleens zou kunnen inzetten om communautaire toegevingen in Brussel en op het federale niveau af te dwingen. En zo hangt in dit hypercomplexe land uiteindelijk alles dus met alles samen.

Partner Content