Miranda Ulens
‘Van “Nooit meer oorlog” naar defensiedeals: weerklinkt daar het geluid van de Vlaamse oorlogstrom?’
Vlaanderen lijkt vandaag kritiekloos mee aan te schuiven bij de militaire industrie, gedreven door economische belangen, terwijl werknemers opnieuw dreigen te worden gereduceerd tot pionnen in een groter spel, stelt Miranda Ulens algemeen secretaris Vlaams ABVV.
Vlaanderen was ooit oorlogsmoe. De loopgraven in de Westhoek doorploegden niet alleen de bodem, maar ook het Vlaamse gemoed. “Nooit meer oorlog” was geen holle slogan, maar een eed. Gezworen door mensen die de oorlog kenden, die hem in hun botten voelden. De Vlaamse Beweging kwam niet alleen voort uit de strijd voor taalrechten, maar ook uit afkeer van het bloedvergieten.
Ik ben geen Vlaams-nationaliste, dat had u al kunnen raden. Ik bid niet, ik kus geen Vlaamse vaandels, maar ik ken de geschiedenis van de Westhoek. We kennen de verhalen van soldaten die niet wisten waarom ze vochten. “Nooit meer oorlog” was ooit een moreel kompas, een ankerpunt voor generaties die wisten wat oorlog betekent. Maar dat was vroeger.
Vlaams militarisme
Vandaag klinkt een ander geluid. Voka wil een Vlaams militair verhaal. Defensieminister Theo Francken trekt met werkgevers op pad om te kijken waar Vlaanderen kan meeliften op de miljarden die Europa in defensie pompt. Premier Bart De Wever roept op om via Euorpa meer te investeren in kernwapens. Vlaams minister-president Matthias Diependaele werkt aan een Vlaams defensieplan.
De ommekeer is duidelijk. Oorlogskritiek en humanisme hebben plaatsgemaakt voor economische argumenten. “We mogen ons niet laten voorbijsteken.” Alsof het een wedstrijdje is. Alsof de vraag niet is of we dit willen, maar alleen hoe we het zo snel mogelijk doen.
De geopolitieke realiteit is veranderd. Ik ben ook niet naief. De oorlog in Oekraïne schudde Europa wakker. Defensie is opnieuw een prioriteit. Maar betekent dit dan dat we kritiekloos moeten meestappen in een Europese wapenwedloop? Wordt Vlaanderen, dat ooit zijn zonen verloor in andermans oorlogen, nu een producent van wapens die elders hetzelfde lot veroorzaken?
Kijk naar de timing en de drijvende krachten. Het zijn niet morele overwegingen die deze Vlaamse ommezwaai bepalen, maar economische belangen. Voka wijst erop dat Vlaanderen te streng is geweest, dat er te veel beperkingen zijn voor militaire investeringen. Wat toch een logica: wapens als opportuniteit, niet als noodzakelijk kwaad.
Als defensie een speerpunt wordt van de Vlaamse economie, dan wordt welvaart afhankelijk van conflict. Wat als die investeringen opdrogen? Zien we stabiliteit dan als een economische bedreiging? Of, erger nog, gaan we bijdragen aan instabiliteit, omdat het goed is voor de werkgelegenheid?
Sociale ontvoogding
En wat daarbij volledig verdwijnt, is een ander fundament van de Vlaamse geschiedenis: de sociale ontvoogding. In haar begindagen was de Vlaamse strijd niet alleen een culturele, maar ook een sociale strijd. Het waren arbeiders en boeren die als voetvolk werden gebruikt in andermans oorlogen. Het waren arbeiders die zich verenigden om rechtvaardigheid af te dwingen, op de werkvloer en in de samenleving.
Die sociale strijd is vandaag ver te zoeken in het offensief voor een Vlaams militair-industrieel verhaal. Als het Vlaamse establishment nu zo enthousiast meedoet aan de militarisering van de economie, wie waarborgt dan dat de werknemers van vandaag niet opnieuw als pionnen worden ingezet? Niet op het slagveld deze keer, maar in een sector die gedreven wordt door geopolitieke onrust en economische belangen die ver boven hun hoofden worden beslist.
Geopolitieke grillen
Vandaag promoten Voka en de Vlaamse regering een militair-industrieel complex zonder enig woord over de positie van werknemers. Militarisering heeft gevolgen voor lonen, rechten en werkzekerheid. De geschiedenis toont aan dat de militaire industrie banen schept, maar zelden stabiele en eerlijke arbeidsvoorwaarden biedt.
Flexibele contracten, tijdelijke jobs en productiepieken volgen de geopolitieke grillen. Enkele grote spelers profiteren, terwijl de gewone werknemer opnieuw ten dienste staat van een machinerie die hij niet controleert.
De geschiedenis leert ons dat zelden stabiele, eerlijke arbeidsvoorwaarden garandeert. Flexjobs, tijdelijke contracten, productiepieken, gedreven door geopolitieke grillen. Wie profiteert hier echt? Wordt dit een verdienmodel voor enkele grote spelers, terwijl de gewone werknemer opnieuw in dienst staat van een machinerie die hij niet controleert?
Sinds wanneer bepaalt Voka de koers en volgt de N-VA braaf? Als zij zeggen dat er een “Vlaams militair verhaal” nodig is, dan komt dat er. Geen debat, geen fundamentele vragen, alleen economische logica en een reeks roadshows om ons klaar te stomen voor de nieuwe realiteit.
Misschien is het goed dat men het lemma ‘Nooit meer oorlog’ eens leest op de nieuwbakken digitale website van de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Staan leerrijke dingen in. Want ja: waar, in dit alles, is Nooit meer oorlog gebleven?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier