Premier, ambt voor caractériels (deel 1): Charles Michel, nog altijd vreselijk tevreden met zichzelf
Het ontslag van de Nederlandse premier Mark Rutte doet Knack-redacteur en historicus Walter Pauli stilstaan bij de eenzaamheid van de premier. Zij komen in drie soorten: de zondagskinderen, zoals Charles Michel en Alexander De Croo (1), de zoons en dochters van middenklassers zoals Sophie Wilmèes en Jean-Luc Dehaene (2) en de eenvoudige volksjongens – denk aan Leo Tindemans en Elio Di Rupo (3).
Mark Rutte stapt uit de politiek en die beslissing nam de Nederlandse minister-president helemaal alleen. Ook in de Belgische politiek bestaat er geen eenzamere functie dan die van premier. Het is een ambt voor caractériels.
Toch als hij zijn woord houdt, en als het land en de vorst hem niet smeken om terug te komen, volgt er na Rutte I, II, III en IV nooit meer Rutte V. Nadat hij het ontslag van zijn eigen regering had ingediend, maar nog vóór welke nieuwe verkiezingen dan ook, besliste Mark Rutte om te stoppen met politiek. Het kan gezien worden als een vorm van vaandelvlucht, maar zelfs die beslissing is het persoonlijke privilege van de premier.
Mark Rutte was minister-president van Nederland van 2010 tot 2023, dat is ongeveer even lang als een paar decennia geleden Wilfried Martens tussen 1979 en 1992 in dit land presteerde, zij het met een kort intermezzo van Mark Eyskens in 1981. Rutte presideerde vier kabinetten, Martens niet minder dan negen.
België is Nederland niet. Martens had helemaal nog geen zin om te stoppen met politiek. Omdat dat niet meer op het hoogste niveau in België kon, werd het Europa. Als voorzitter van de Europese Volkspartij stopte hij pas begin oktober 2013, officieel ‘tijdelijk’. Op 8 oktober overleed hij. Een echte premier is een geboren politicus en blijft dat tot in de kist.
Geboren: het woord is niet onbelangrijk. De eerste ministers van dit land zijn in drie categorieën onder te verdelen. Bepalend daarbij is de plaats van hun wieg.
Elke man is een zoon van een vader, maar er zijn ook fils à papa. Sommigen worden premier. Dat is de eerste categorie: de zondagskinderen van de Wetstraat.
De zondagskinderen van de Wetstraat: Mark Eyskens, Charles Michel, Alexander De Croo
Mark Eyskens: dichter-premier
De christendemocraat Mark Eyskens is de zoon van Gaston Eyskens, die tussen 1949 en 1973 vijf regeringen leidde en zonder discussie een van de belangrijkste eerste ministers was sinds de onafhankelijkheid van België in 1830. Mark Eyskens mocht het ook eens proberen, hij hield het officieel vol van 6 april tot 17 december 1981, maar in werkelijkheid was zijn regering al op 21 september gevallen. Eyskens jr. kondigde zijn ontslag aan met de woorden: ‘Het is 21 september, het begin van de herfst, van het vallen van de bladeren. De regering is ook gevallen.’ Het land was een premier armer en een poëet rijker.
Charles Michel: vreselijk tevreden met zichzelf
Dan was er Charles Michel. Hij is een telg uit de kwekerij Louis Michel & fils uit Geldenaken. Hij werd al op zijn 18de verkozen in de provincieraad van Waals-Brabant, zijn broer Mathieu Michel deed dat op zijn 21ste: in die streken is politicus-zijn blijkbaar een erfelijke zaak, een nieuw soort provinciale landadel. Vader Louis had carrière gemaakt in het zog van Jean Gol (1942-1995), een van de grootste politieke talenten van het einde van vorige eeuw. Gol stierf al op zijn 53ste aan een hersenbloeding – al vanaf zijn 30ste zag hij er onveranderd uit alsof hij zestig jaar oud was. Van jongs af aan toonde hij zich een onwaarschijnlijk mature politicus die behept was met één gedachte: boven zijn eigen gewichtsklasse kunnen meespelen.
In een tijd dat het nog vrij unitaire België nog met recht en rede beschouwd kon worden als ‘de CVP-staat/l’état CVP’, dus boven én beneden de taalgrens, slaagde Jean Gol erin van de bescheiden liberale partij een politieke formatie te maken die niet te negeren viel. De Michels (maar ook Didier Reynders) hebben nadien aan politiek gedaan met Gols voorbeeld voor ogen: het doel bleef méér binnenhalen dan waarop ze eigenlijk recht hadden.
Zeker de Michels trokken die boodschap ook persoonlijk door. In de zogenaamde Zweedse regering met drie Vlaamse (N-VA, CD&V en Open VLD) en één Franstalige partij (MR) werd in 2014 een mannetje van de MR de nieuwe premier. Knap gespeeld, zoals dat heet. Toen hij één jaar premier was, vergeleek zijn vader Louis Michel hem in Knack al met de betere politici uit de vaderlandse geschiedenis. Louis Michel kon zich ook geen betere opvolger voor Charles Michel voorstellen dan Charles Michel zelf. Dat nadien niet gebeurde wat papa Louis had gewild, kwam door zoon Charles zelf.
Al in december 2018 deed hij bij de door de N-VA uitgelokte Marrakesh-crisis ineens zijn eigen regering versneld vallen, zonder één volgehouden poging te hebben geriskeerd om binnen zijn centrumrechtse regering tot een centrumrechts compromis te komen. Hij maakte een centrumlinkse bocht en verliet nog voor de verkiezingen zijn eigen regering, de toen schier onbekende Sophie Wilmès mocht hem opvolgen (over haar later meer).
Bij de N-VA vermoedt men dat Charles ‘ik sta aan de juiste kant van de geschiedenis’ Michel een van de meest spontane en alleszins meest spectaculaire sollicitatieprocedures uit de vaderlandse politiek in gang heeft gezet. In elk geval werd Charles Michel ineens voorzitter van de Europese Raad, zogezegd een van de wereldspelers op het politieke toneel. Sindsdien voelt men in heel de Europese Unie aan dat er mogelijk een leider werd aangesteld die het continent de verkeerde kant van de geschiedenis uitstuurt – naar de zijde van de nietszeggendheid. En toch is Charles Michel nog altijd vreselijk tevreden met zichzelf.
Alexander De Croo: komt, ziet en verliest
Nu is er Alexander De Croo. De zoon van Herman De Croo en Françoise Desguin – zij is een telg van de Antwerpse Desguin-stam, die met Victor Desguin in de negentiende en vroege twintigste eeuw een van de belangrijkste vrijzinnige liberale politici leverde. De Desguin-lei is naar hem genoemd, en eigenlijk naar de hele familie. In die zin had Alexander De Croo nog voor hij geboren was al een straat naar onder meer ‘hem’ genoemd. Alexander De Croo komt, ziet en verliest.
Hij werd onverwacht verkozen tot partijvoorzitter van Open VLD, nochtans was de vriendelijke Limburger Marino Keulen de favoriet van het liberale establishment. Maar Alexander is een De Croo, een liberaal uit Brakel die zijn vaste plaats heeft kunnen (moeten) verwerven tegen de stedelijke liberalen van Gent in – daar zwaait het verbond De Clercq/Verhofstadt de plak. Vervolgens speelt Alexander strateeg in toen aartsmoeilijke communautaire onderhandelingen (doet BHV bij iemand nog een belletje rinkelen?) Resultaat was dat Open VLD in één klap een kwart van zijn kiezers verloor, en vijf Kamerzetels.
Het leek Alexander weinig te deren, want door de Franstalige aversie tegen de N-VA bleef (en blééf) Open VLD maar regeren. Uiteindelijk slaagde De Croo erin om het trukje van Charles Michel te herhalen: als nummer één van een kleine Vlaamse partij het zo aan te leggen dat hij de nieuwe premier van het land werd – mocht worden, van PS-voorzitter Paul Magnette. Vivaldi, heet die regering, maar veel muziek zit niet in dat kabinet. In de peilingen doet Open VLD het zowaar nóg slechter dan voorheen. Dat is de prijs die de liberalen betalen voor de premier. Tja.
Lees ook de twee andere afleveringen:
– Deel 2: Jean-Luc Dehaene, een standbeeld voor de gids
– Deel 3: Elio Di Rupo, de meest onderschatte premier ooit
- Mark Rutte
- Rutte I
- Wilfried Martens
- Mark Eyskens
- Europese Volkspartij
- Charles Michel
- Alexander De Croo
- Gaston Eyskens
- Louis Michel fils
- Mathieu Michel
- Jean Gol
- De Michels
- Didier Reynders
- N-VA
- CD&V
- Open VLD
- Franstalige partij
- MR
- Knack
- Sophie Wilmès
- Europese Raad
- Europese Unie
- Herman De Croo
- Françoise Desguin
- Victor Desguin
- Marino Keulen
- Paul Magnette
- Jean-Luc Dehaene
- Elio Di Rupo
- Guy Verhofstadt
- Leo Tindemans
- Louis Michel fils
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier