Van Els Ampe tot Els van Doesburg: voor deze politici wordt 9 juni extra spannend
Voor sommige kandidaten zijn de verwachtingen hooggespannen, voor andere worden de verkiezingen een aartsmoeilijke opdracht.
Peter De Roover en Els van Doesburg (N-VA)
Peter De Roover werd Kamerfractieleider van de N-VA in 2016, toen zijn partij nog deel uitmaakte van de regering-Michel. De voorbije zittingsperiode beukte hij als leider van de grootste oppositiepartij in op de Vivaldi-regering onder leiding van Alexander De Croo.
Hoewel De Roover een belangrijke pion is in zijn partij, is hij niet de meest mediagenieke N-VA’er. Daarvoor zijn partijgenoten als Bart De Wever, Theo Francken en Zuhal Demir te alomtegenwoordig. In een recent essay maakte De Roover zich zorgen over het parlement, dat hij het ‘kneusje’ noemde. Hem wacht nu de lastige taak om opnieuw verkozen te worden vanaf de lijstduwersplaats voor de Kamer in Antwerpen. In 2019 is hem dat gelukt, toen hij het met 26.609 stemmen beter deed dan de nummer 3 op de lijst, Bert Wollants (15.603). Maar de N-VA staat sindsdien op verlies in de peilingen.
De Roovers partner Els van Doesburg is ook lijstduwer, maar dan op de lijst voor het Vlaams Parlement. De Antwerpse N-VA-schepen wordt beschouwd als coming lady bij de Vlaams-nationalisten. In de Scheldestad heeft ze als vervanger van Fons Duchateau sinds 2021 de tijd gekregen om aan haar naamsbekendheid te werken. De verkiezingen van 9 juni vormen een eerste test voor haar populariteit. Een goed persoonlijk resultaat zou haar weg naar de top versnellen.
Jan Jambon (N-VA)
De minister-president van Vlaanderen is niet nadrukkelijk kandidaat om zichzelf op te volgen. Uit nederigheid, zo klinkt het, want de N-VA staat al een tijdje niet meer aan kop in de peilingen – die leidersplaats is nu voor het Vlaams Belang. Dat de partij op het federale niveau met Bart De Wever wel expliciet een kandidaat-premier heeft, lijkt niet te stroken met die Vlaamse bescheidenheid.
Na de degelijke maar wat saaie passage van Geert Bourgeois tussen 2014 en 2019 moest Jan Jambon tonen dat Vlaanderen er staat, in tegenstelling tot het krakkemikkige federale niveau. Jambon behaalde in 2019 als gewezen minister van Binnenlandse Zaken in de regering-Michel 190.000 voorkeurstemmen. Het was de tijd van ‘Sterke Jan’.
Dat imago heeft averij opgelopen. Het gevoel leeft dat de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne roet in het eten hebben gegooid. Maar in de regering-Jambon was meer aan de hand. De verwoestende doortocht van covid-19 in de rusthuizen en de wantoestanden in de kinderopvang raakten het Vlaamse bestuursniveau in zijn ziel. De conflicten tussen minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) en minister van Landbouw Jo Brouns (CD&V) en de boerenorganisaties over het stikstofbeleid waren slopend. Onenigheid met de CD&V over de kinderbijslag leidde er zelfs toe dat Jambon zijn Septemberverklaring van 2023 moest uitstellen. Het was een persoonlijke vernedering.
Dat zwakke palmares verklaart wellicht waarom ‘Sterke Jan’ niet expliciet kandidaat-minister-president is. Maar een ijzersterke persoonlijke score op 9 juni kan hem wel op weg helpen naar five more years.
Tinne Van der Straeten (Groen)
In haar partij wordt Tinne Van der Straeten omschreven als de vrouw die kon wat Bart De Wever (N-VA) en de Zweedse regering destijds niet konden: de kerncentrales langer openhouden. Niet uit dogmatisme, maar omdat de Russische inval in Oekraïne ons daartoe dwong. Van der Straeten krijgt ook lof van de achterban omdat ze de capaciteit van de windmolens op zee heeft verdrievoudigd.
In de regering maakte ze weinig vijanden, op MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez na. Ook wanneer ze in een storm van kritiek terechtkwam, bijvoorbeeld over de nucleaire deal met Engie, bood premier Alexander De Croo (Open VLD) haar rugdekking in het parlement. Onlangs zei de eerste minister nog dat ze ‘meer krediet’ verdient.
En hoe bedankt de partij haar vakminister? Met een derde plaats op de Brusselse Kamerlijst van Ecolo. Precies dezelfde plek van waarop Van der Straeten werd verkozen in 2019. Met bijna 11.000 voorkeurstemmen behaalde ze de op een na hoogste score op de lijst. Het moet lukken voor de Brusselse om die score minstens te evenaren.
Toch wordt het knokken. Tinne Van der Straeten is onzichtbaar in de campagne. In Vlaanderen zijn de peilingen niet goed voor Groen en in Franstalig België staat Ecolo op zwaar verlies. Van der Straeten zei ooit dat ze graag wil voortdoen als minister van Energie. Maar dan moet ze wel eerst verkozen raken – en moet haar partij de kiesdrempel halen.
Hilde Crevits (CD&V)
Om familiale redenen moest Hilde Crevits haar campagne op een lager pitje zetten. Niet dat ze als lijsttrekker voor het Vlaams Parlement in West-Vlaanderen hét uithangbord van de nationale CD&V-campagne is, maar toch komt het op een slecht moment: de CD&V moet alle zeilen bijzetten tegen het oprukkende Vlaams Belang.
In de landbouwprovincie bij uitstek was er fel protest tijdens de Vlaamse onderhandelingen over het stikstofdecreet. Het was Crevits die als minister van Landbouw de eerste versie van het akkoord mee goedkeurde. Na het ontslag van Wouter Beke in 2022 schoof zij door naar Welzijn, waarop nieuwkomer Jo Brouns van zijn partij de opdracht kreeg om zich te profileren op het stikstofdossier. Op Welzijn bracht Crevits kalmte na de storm binnen de kinderopvang.
De N-VA heeft als grootste regeringspartij altijd veel waardering getoond voor de Vlaamse viceminister-president, zelfs nadat ze zich in de plenaire vergadering vorig jaar fel had afgezet tegen de Vlaams-nationalisten (‘Een akkoord lukt niet als je één partij tegen de muur kwakt’). Hardnekkige geruchten over een overstap naar het West-Vlaamse gouverneurschap ontkent ze.
Als Crevits toch nog toetreedt tot de volgende Vlaamse regering, zal ze wellicht een belangrijke brugfiguur vormen. Met bijna 131.000 voorkeurstemmen stak ze in 2019 met kop en schouders boven alle andere West-Vlaamse kandidaten uit. Kan ‘Heilige Hilde’ die krachttoer herhalen?
Jos D’Haese (PVDA)
‘Jos D’Haese zal het goed doen, we weten alleen niet hoe goed’, zei politoloog Peter Van Aelst (UAntwerpen) onlangs in dit blad. D’Haese zelf is er weinig mee, maar het toont wel aan dat de verwachtingen hooggespannen zijn.
In vijf jaar tijd timmerde D’Haese aan zijn populariteit in het Vlaams Parlement, waar hij zijn kleine fractie op sleeptouw nam in het oppositiewerk tegen de regering-Jambon.
Maar ook buiten het parlement zat hij niet stil. Met filmpjes op TikTok veroverde hij heel wat jonge harten. Vandaag heeft D’Haese 170.600 volgers op de app. Door het populisme niet te schuwen (denk aan zijn verdediging van YouTuber Acid in de Reuzegom-affaire), zoog hij de aandacht naar zich toe. D’Haese moet zowat de meest herkende politicus zijn bij de jongeren, van wie velen op 9 juni voor het eerst gaan stemmen.
De nog altijd maar 31-jarige Antwerpenaar moet de PVDA in Vlaanderen naar een verkiezingsoverwinning leiden. Verwacht wordt dat hij zijn score uit 2019 van 19.300 voorkeurstemmen met gemak zal overtreffen.
Jos D’Haese (PVDA): ‘Wij hebben drie breekpunten. De rest van ons programma kunnen we bekijken’
Els Ampe (Voor U)
Toen Els Ampe eind vorig jaar aankondigde met Voor U een nieuwe partij op te richten, leek ze geen kans van slagen te hebben. In de jaren daarvoor was ze in een verre buitenbaan van de Open VLD beland, vanwaar ze het coronabeleid frontaal aanviel en een laughing stock werd van sommige journalisten en collega’s in het Vlaams Parlement. Toen Ampe in 2023 heel terechte vragen had over de voorzitterswissel in haar partij, bleef er haast niemand meer over om die kritiek ernstig te nemen. Dat was voor haar ook de reden om uit de partij te vertrekken.
De kleintjes op uw stembiljet: ‘Wij klagen de particratie aan, maar de media houden ze in stand’
Ondertussen zit Voor U vol leven. Een goed uitgewerkt programma heeft de partij niet, maar ambiance is er wel. Ampe, die zelf de Kamerlijst in Vlaams-Brabant trekt, verzamelde rond zich een heel diverse cast van kandidaten die voornamelijk uit andere minipartijtjes komen. Ze spreken vooral kiezers aan die ontevreden zijn over dé politiek maar nooit op het Vlaams Belang of de PVDA zouden stemmen. In een land als Nederland had Voor U zonder twijfel één of twee parlementszetels behaald, maar door de kiesdrempel van 5 procent is dat in België ongelooflijk moeilijk.
Paul Van Tigchelt (Open VLD)
Paul Van Tigchelt had voor de liberalen een goudhaantje kunnen zijn. De ervaren parketmagistraat die kon opklimmen tot directeur van het OCAD werd in 2020 kabinetschef van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). Toen die vorig jaar moest opstappen in de nasleep van de terreuraanslag in Brussel waarbij twee Zweedse voetbalsupporters omkwamen, kon de Open VLD zich geen betere opvolger wensen voor de laatste maanden van de regering-De Croo: Van Tigchelt was drie jaar lang de rechterhand van zijn minister en kende alle dossiers die nog in de kast lagen.
Helaas voor Van Tigchelt zorgde Gwendolyn Rutten ervoor dat zijn benoeming wel heel slechte pers kreeg. Rutten had Van Quickenborne liever zelf opgevolgd en maakte zo’n grote scène toen ze het niet werd dat Van Tigchelt al onder vuur lag in de eigen partij nog voor hij bij de koning was geraakt voor zijn eedaflegging. Sindsdien moet hij knokken om serieus te worden genomen. Als Antwerps lijsttrekker voor de Kamer zal Van Tigchelt, in een provincie waar het veld wordt bezet door de grote tenoren, de Open VLD voor het ergste moeten zien te behoeden. Meer dan één Kamerzetel zal al een overwinning zijn.
Alexander De Croo (Open VLD)
‘Als je als zevende partij de premier levert, word je de dweil van de regering’, zei Alexander De Croo toen hij nog niet wist dat hij zelf premier kon worden. Sinds hij een regering leidt waarvan zijn partij lang niet de grootste is, wordt hij achtervolgd door dat citaat. ‘Dan heeft die dweil toch goed gekuist’, voegde hij er onlangs aan toe, toen de collega’s van Humo hem er nog eens naar vroegen.
De Croo is in alle polls een van de populairste politici van het land. Hij wist de voorbije jaren ook een internationale reputatie op te bouwen, die hem straks misschien nog van pas kan komen. Het gevolg van de compromissen die de premier moest sluiten in zijn regering is wel dat zijn eigen liberale achterban het minst tevreden is van allemaal. In peilingen komt de partij al even niet meer boven de grens van 10 procent uit. Zelfs als De Croo een beter dan gemiddeld resultaat neerzet in Oost-Vlaanderen wordt hij straks afgerekend op de nationale cijfers van zijn partij.
Alexander De Croo (Open VLD): ‘Tegen 15 oktober moeten we een nieuwe regering hebben’
Bart De Wever (N-VA)
‘Is iedereen gerust? Loopt alles zoals het moet? Goed, want ik moet mijn olijven gaan plukken’, zo citeerde Bart De Wever in een interview ooit de Romeinse veldheer Cincinnatus over het einde van zijn carrière. Het was 2013 en partijvoorzitter De Wever zag zichzelf na de verkiezingen van het jaar daarna stoppen, want hij voelde zich stilaan ‘uitgeperst als een appelsien’. Olijven gaan plukken leek hem – na wat toen ook al een indrukwekkende politieke carrière was – wel iets.
De burgemeester van Antwerpen en lijsttrekker voor de Kamer gaat sinds jaar en dag elke campagne in alsof het de verkiezingen van de laatste kans zijn, maar deze keer zou dat voor hem wel eens kunnen kloppen. De N-VA verliest op 9 juni hoogstwaarschijnlijk het marktleiderschap in de Vlaamse politiek. Dat zou dan de tweede nederlaag op rij zijn, na de uitslag van 2019. Misschien vinden sommigen in zijn partij dan dat het tijd wordt voor de olijvenpluk. Maar al is de N-VA al lang geen eenmanspartij meer, een tweede De Wever loopt er in haar rangen (nog) niet rond.
Filip Dewinter (Vlaams Belang)
Over zijn verkiezingsresultaat hoeft Filip Dewinter zich alvast geen zorgen te maken. Hij is dan wel lijstduwer op de Vlaamse lijst die getrokken wordt door partijvoorzitter Tom Van Grieken, maar Dewinter is nog populair genoeg om vanop die plaats een goed resultaat te behalen. De vraag is wat er na de verkiezingen met hem gebeurt. Zelf droomt hij ervan om voorzitter van het Vlaams Parlement te worden, als kroon op zijn carrière , maar voor hetzelfde geld zet Van Grieken hem definitief opzij. De oud-strijder van het Vlaams Blok is een van de aangebrande figuren bij Vlaams Belang waar N-VA’ers het moeilijk mee hebben. De recente onthullingen over Dewinters innige banden met Chinese spionnen moest zelfs Van Grieken ‘gênant’ noemen. Meer nog dan zijn extreme ideeën – Dewinter publiceerde in 2022 een boek over de omvolkingstheorie – zijn het zijn buitenlandse avonturen die Dewinter de voorbije jaren het vaakst in de problemen brachten. In eender welke normale partij was hij daarvoor buiten de deur gezet. Misschien wacht Van Grieken tot na de verkiezingen om aan mogelijke coalitiepartners te bewijzen dat zijn partij toch ook een beetje normaal is.
Conner Rousseau (Vooruit)
Het had niet veel gescheeld of Conner Rousseau voerde dezer dagen een campagne waarmee hij in lijstjes van kandidaat-premier was beland. Rousseau raakte in 2019 als 26-jarige verkozen en kwam daarna als voorzitter van SP.A, de partij die hij omdoopte tot Vooruit, snel aan de top in de Belgische politiek. Het was van de jonge Bart De Wever geleden dat een nieuwkomer zulke hoge ogen gooide.
Maar na alle heisa over zijn racistische dronkenmanspraat en zijn ontslag als partijvoorzitter moet Rousseau zal nu eerst opnieuw bewijzen vanop een lijstduwersplaats in Oost-Vlaanderen. Het is natuurlijk ook niet zo dat hij zich écht zorgen moet maken of hij straks wel verkozen raakt – dat lukt hem op z’n dooie gemakje – maar in ieder geval tot aan de verkiezingen moet hij wel doen alsof hij elke stem nodig heeft om vergeving te krijgen. Belangrijkste vraag na de verkiezingen: hoe snel kan hij weer voorzitter van Vooruit worden?
https://www.knack.be/nieuws/belgie/politiek/king-connah-en-zijn-lege-troon/
Verkiezingen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier