Bert Bultinck
‘Uiteindelijk is Bart De Wever toch meer een conservatief dan een Vlaams-nationalist’
2024 was het jaar waarin de belangrijkste Belgische politicus van de 21e eeuw een nieuwe rol opnam. Op 10 juli werd Bart De Wever door koning Filip aangesteld als federaal formateur, met de opdracht om een Belgische regering te vormen. Dat is een ongebruikelijke rol voor een Vlaams-nationalistische politicus. De Wever heeft die taak sereen op zich genomen.
Maar we zijn er nog niet. Nog lang niet. Na zijn bezoek aan de koning deze week blijven er meer vragen dan antwoorden. In regeringsvormingen is alles mogelijk. Als er genoeg tijd passeert blijken onmogelijke coalities plots heel goed mogelijk en omgekeerd. En dus valt er voorlopig heel weinig uit te sluiten.
Een ding staat wél vast: alleen al voor zijn uithoudingsvermogen verdient De Wever dit jaar enig krediet. Het is waar, hij heeft maandenlang altijd maar opnieuw ongeveer dezelfde formatienota voorgelegd. Dat is een bizarre strategie. Een beetje meer creativiteit, zowel inhoudelijk als onderhandelingstechnisch, was ongetwijfeld nuttig geweest. Je kunt je afvragen welke constructies een politieke loodgieter zoals oud-premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) zou hebben bedacht.
Toch is het lang niet zeker dat we met Dehaene sneller hadden kunnen gaan. De ideologische tegenstellingen tussen pakweg Vooruit en de MR zijn wel héél erg groot. Bijna zo groot als de ego’s van hun voorzitters Conner Rousseau en Georges-Louis Bouchez. ‘Het zal ofwel snel gaan’, dacht De Wever naar eigen zeggen na de verkiezingen van 9 juni, ‘of we gaan weer verzanden in de vrij klassieke moeraspolitiek.’ Het is de moeraspolitiek geworden.
Bovenal wil De Wever stapsgewijs gaan. En dat mogen kleine stapjes zijn.
Critici van De Wever wijzen erop dat hij geweldig goed is in verkiezingen winnen, maar minder goed in het veranderen van het land. In het VTM-programma Het Conclaaf van 2024 vertelt de N-VA-voorzitter over de plannen die hij had gemaakt aan de vooravond van de verkiezingen in juni. Daarmee stuurt hij het verhaal de wereld in dat hij zijn carrière heeft laten afhangen van een paar procenten meer of minder. Met een resultaat van ‘22, 23 procent’ was hij tevreden geweest, maar zou hij opstappen als voorzitter. Als de N-VA onder de 20 zou zijn gezakt, dan was hij uit de nationale politiek gestapt. Maar het resultaat was beter: 23,9 procent in de Vlaamse verkiezingen, en nog wat meer in de federale. En dus kreeg hij telefoon van de koning: ‘Ik was mentaal totaal niet voorbereid om die rol weer op te nemen.’ Dat spoort allemaal met het beeld van de winnaar die niet zoveel met zijn overwinning doet.
Uiteindelijk is de N-VA’er De Wever toch meer een conservatief dan een Vlaams-nationalist. Natuurlijk wil hij meer autonomie voor Vlaanderen. Natuurlijk gruwt hij van de complexiteit van België, een land dat veel belastingen oplegt en er te weinig diensten voor teruggeeft. Natuurlijk ziet hij in de verbeelde gemeenschap die hij van Vlaanderen wil maken een middel om het individualisme of zelfs het nihilisme tegen te gaan.
Maar bovenal wil De Wever stapsgewijs gaan. En dat mogen kleine stapjes zijn. Hij is niet de revolutionair die sommigen van hem hebben gemaakt in het begin van zijn carrière. Hij is al helemaal niet de beeldenstormer waar sommige van zijn oneliners doen aan denken. Zijn bijtende kritiek, zijn provocaties, zijn optredens die zo vaak tot op het randje of er liefst nog een beetje over gaan: ze moeten allemaal verhullen dat De Wever zijn tijd neemt. Zoals het een conservatief betaamt.
Het is de reden waarom hij in Vlaanderen zo succesvol is. Belangrijker: het is ook de reden waarom hij de enige is die extreemrechts echt van de macht kan houden. In onstabiele en misschien zelfs gevaarlijke tijden als deze is dat niet min. Als deze formatie inderdaad een voorbeeld van ‘vrij klassieke moeraspolitiek’ is, dan strekt het De Wever tot eer dat hij zelf maandenlang in het moeras is blijven spartelen.
Maar of hij dat deed als een staatsman of als een schaduwbokser, daar zal de geschiedenis nog over moeten oordelen. De definitieve afloop van de federale formatie is daarin geen detail.
Het is ook een manier om een conservatief te zijn, zij het niet de meest flatterende: iemand die zo traag hervormt dat hij héél veel bij het oude laat. Niet in woorden, maar wel in de feiten.