TV-recensie: ‘In “Wij zijn van Nienof!” mag Guy D’haeseleer zijn goeiige zelf zijn’

Guy D'Haeseleer op verkiezingsavond.
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

In de nieuwe docureeks Wij zijn van Nienof! trok Diederik Van den Abeele een jaar lang naar Ninove om uit te zoeken wat er met die stad aan de Dender aan de hand is. Het is Vlaanderen zoals we Vlaanderen ondertussen eigenlijk al wel kennen.

Guy D’haeseleer haalt in de eerste aflevering van Wij zijn van Nienof! herinneringen op aan zijn campagne van zes jaar geleden. Hij kreeg toen cameraploegen over de vloer van Denemarken, Duitsland, Zweden, Frankrijk en Italië – iets waar hij, bewijze dat hij die landen allemaal nog kan opnoemen, trots op is. In een doos waarin zijn moeder knipsels van die tijd heeft bijgehouden, vindt hij tot zijn eigen plezier een interview van zes pagina’s met Humo terug.

Om maar te zeggen: sinds 2018 heeft Guy D’haeseleer, en met hem heel Ninove, niet te klagen over de aandacht in de media.

Daar voegt Play4 een documentairereeks van zes (6) afleveringen van televisiemaker Diederik Van den Abeele aan toe. Hij maakte eerder al Shalom allemaal! voor dezelfde zender. Vreemd genoeg wordt die reeks, in tegenstelling tot eerder aangekondigd ook, pas na de verkiezingen uitgezonden. De spanning die eronder had kunnen zitten – haalt-ie het of haalt-ie het niet? – is helemaal weg: we weten allemaal al dat Guy D’haeseleer met Forza Ninove zondag een absolute meerderheid behaalde. Vanaf januari is hij de burgemeester en alleenheerser van de stad.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Als de eerste aflevering een teasertje is voor de hele reeks, zit daar helaas ook geen echt nieuws in. Wie hoopte dat Van den Abeele – hij liep een jaar lang door Ninove – D’haeseleer had kunnen betrappen op een revelerende of anderszins veelzeggende uitspraak, blijft na die eerste aflevering in ieder geval wat teleurgesteld achter.

Het programma eindigt met de ontdekking tijdens het jaarlijkse eetfestijn van Forza Ninove dat de chocomousse niet vers gemaakt maar wel degelijk ‘van het pakske’ is, een verwijzing naar een aangebrande grap van D’haeseleer waar het ook weer uitgebreid over gaat. (De chocomousse is, verdedigt D’haeseleer zich overigens, van het pakske omdat het eetfestijn ondertussen zo’n groot succes is dat verse maken onbegonnen werk werd.)

‘Wij zijn van Nienof!’ voert heel veel van de personages op waar Vlaanderen sinds ‘Man Bijt Hond’ geen genoeg van kan krijgen.

Bijna elke Vlaming is bekend met de kleinstedelijke problemen van Ninove, waar veel mensen uit Brussel naartoe migreren, en het succes van D’haeseleer. Het is heel moeilijk om daar iets ongekends aan toe te voegen, en daar slaagt Diederik Van den Abeele ook niet echt in. Wel voert Wij zijn van Nienof! heel veel van de personages op waar Vlaanderen sinds Man Bijt Hond geen genoeg van kan krijgen. Een meneertje dat een Vlaamse én een Belgische vlag buiten hangt, mannen die al overdag zitten te drinken in het Vlaams Huis van Forza, een Mohammed die een oranje wortel, het symbool van Ninove, op z’n buik laat tatoeëren: het zit er allemaal in.

Wat daar, uiteraard, ook bij hoort: casual racisme. ‘Wij smijten ons afval in de vuilbak, zij smijten het op de grond’, zegt iemand in een van de openingsscènes. ‘Ik drink Cara. De zwarten hebben altijd geld, ik niet’, vult een van zijn vrienden waarmee hij rond het station hangt aan. Als Groen-voorzitster Nadia Naji dat expliciet als racisme benoemt, zoals zaterdag in het slotdebat voor de verkiezingen op de VRT, krijgt ze daar veel meer kritiek op dan degenen die zulke opmerkingen maken. Ook in Wij zijn van Nienof! passeert het, natuurlijk. Het is ondertussen meer dan 35 jaar geleden dat documentairemaker Paul Muys naar de Seefhoek trok voor Panorama. Vlaanderen is sindsdien wel wat gewend geraakt.

Het allerleukst of in ieder geval het frist zijn de scènes met Ninovieters-van-kleur. ‘Jij spreekt goed Nederlands’, zegt een carnavalist verbaasd tegen Dean, een twintiger van Congolese afkomst, als die, wel ja, goed Nederlands spreekt. Diederik Van den Abeele is daarvoor ook al bij Dean thuis geweest. ‘Is het de gewoonte bij Afrikaanse gezinnen dat het bezoek zomaar iets uit de ijskast mag grabbelen’, vraagt de televisiemaker als hij naar de keuken wordt geleid. ‘Ik zie veel sandwiches’, gaat hij verder terwijl de camera inzoomt. ‘Kaas is heel belangrijk voor ons’, vult Dean goedmenend aan om de nieuwsgierigheid van zijn gast ter wille te zijn. ‘En daar moet ook zeker altijd samoeraisaus bij.’

Toch iets bijgeleerd.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content