Vrije Tribune
‘Toekomstige sociale huurders mogen geen spaargeld, geen toekomst hebben’
Met de invoering van de middelentoets geeft de Vlaamse regering kandidaat sociale huurders de raad om niet te veel te sparen. Terwijl mensen toch sparen met een duidelijk doel voor ogen of als buffer voor wanneer het slechter gaat of iets vervangen moet worden, zoals een kapotte koelkast of wasmachine.
Nadia is een werkende alleenstaande moeder. Ze huurt een klein appartement op de private huurmarkt. Ze droomt van een klein huisje voor haar en haar zoon. Ze wil haar zoon ook graag verder laten studeren. Daarom probeert ze te sparen. De huur voor haar appartement en de andere kosten maken de marge om te sparen erg klein. Toch lukt het haar om elke maand geld opzij te zetten. Haar ouders proberen haar ook te steunen. Ze staat op de wachtlijst voor een sociaal huurappartement. De huur voor dat appartement zal veel lager zijn dan wat ze nu betaalt. Zo kan ze meer sparen. Eindelijk komt ze aan de beurt. Tot haar verbazing moet ze aan de woonmaatschappij het saldo op haar spaarrekening tonen. Ze heeft teveel gespaard om sociaal te kunnen huren. En een eigen huisje is verder af dan ooit.
Ludo heeft heel zijn leven hard gewerkt. Het was niet makkelijk om de eindjes aan elkaar te knopen maar hij is er toch in geslaagd om zijn kinderen een goede start te geven in het leven. Een eigen huis heeft hij nooit kunnen kopen. Huren op de private markt lukte wel, maar met zijn pensioen is dat niet meer haalbaar. Hij staat op de wachtlijst voor een sociale woning. De kleine uitkering van de groepsverzekering heeft hij op zijn spaarrekening gezet. Hij gebruikt ze heel zuinig om zijn pensioen aan te vullen en om later eventuele kosten voor het woonzorgcentrum te kunnen betalen. Hij heeft bericht gekregen van de woonmaatschappij dat hij aan de beurt is. Helaas is hij te zuinig geweest met de uitkering van de groepsverzekering. Hij heeft te veel spaargeld. Ludo zal dit eerst moeten opsouperen voor hij weer in aanmerking komt voor een sociale woning.
De invoering van de middelentoets zorgt ervoor dat Sofie en Ludo tot een bijzondere groep Vlamingen behoren. Kandidaten op de wachtlijst voor een sociale woning zijn de enigen in Vlaanderen van wie de overheid het vermogen mee in aanmerking neemt om hun grondrecht op wonen waar te maken. Voor voordelen waar vooral middenklassers gebruik van maken zoals Mijn Verbouwpremie, Mijn Verbouwlening of geconventioneerd huren moet niemand inzage geven in zijn bankrekeningen.
De Vlaamse regering wil een middelentoets invoeren als bijkomende inschrijvings- en toelatingsvoorwaarde voor sociale huur. Het bedrag op spaar-,betaal-, termijn- en effectenrekeningen van kandidaat-huurders mag niet hoger zijn dan:
Alleenstaande zonder persoon ten laste: 28.105,00 EUR
Alleenstaande met handicap: 30.460,00 EUR
Iedere andere persoon zonder kinderen: 42.156,00 EUR
Verhoging per persoon ten laste: 2.356,00 EUR
De controle gebeurt bij inschrijving en bij toewijzing van een woning. De kandidaat moet zelf alle bewijsstukken leveren.
En wat met al die Nadia’s waarvan moeder met een vruchtgebruik in het ouderlijk huis woont na het overlijden van vader? De gedeelde eigendom moet van de hand gedaan worden, want Nadia mag geen eigendom hebben. Zelfs geen eigendom waar men geen inkomsten van heeft! En als zus of broer dan al bereid is om een gedeelte van de eigendom te kopen, heeft Nadia dan weer teveel geld op de rekening. Dit terwijl één Belg op zeven spaargeld nodig heeft om elke maand rond te komen.
De middelentoets past in een rist wijzigingen aan (spel)regels van sociale huur. Controleren, opvolgen, registreren, signaleren, beboeten, straffen, uit huis zetten wordt steeds meer een kerntaak van de sociale woonmaatschappijen. Niet alleen voor de woonmaatschappijen wordt het zo een administratieve mallemolen, maar ook kandidaat-huurders moeten voortdurend de nodige documenten bijeenzoeken. Niet alleen doet de voorwaarde op zichzelf weinig ter zake, de bijkomende administratieve last voor kandidaten werkt ontmoedigend. Zo leiden deze maatregelen tot een extra drempel in de toegang tot sociale huisvesting.
De minister legt zijn beleidsprioriteiten bij het beperken van de toegang én bij het stigmatiseren van sociale huurders. Vakkundig leidt de minister zo de aandacht af van dé topprioriteit voor het woonbeleid: het voorzien van een voldoende aanbod aan sociale en betaalbare woningen.
Sociaal wonen moet voorzien in huisvesting voor woonbehoeftige gezinnen. Voldoen aan de inkomensgrenzen en geen woning in volle eigendom hebben zijn meer dan voldoende voorwaarden om mensen met woonbehoefte af te bakenen.
De middelentoets is niet nodig om de woonbehoeftigheid te toetsen. De kans dat de mensen met lage inkomens die kandideren voor een sociale woning over ruime spaartegoeden beschikken is klein. Het effect op de wachtlijst zal verwaarloosbaar zijn. Dus misschien is deze maatregel toch weer eerder bedoeld om het stigma van fraudeurs en profiteurs te versterken, in plaats van in te zetten op sneller meer sociale woningen.
En dat Nadia en Ludo, spaarzame en hardwerkende mensen, hiervan de dupe worden, is blijkbaar bijzaak.
Dit opiniestuk werd samen geschreven voor: Gert Eyckmans (directeur VVH), Eric Vos (directeur HUURpunt), Joy Verstichele (coördinator Vlaams Huurdersplatform) en Danielle Vernimmen, (woordvoerder VIVAS).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier