Tips voor de formateur (6): ‘Pensioenleeftijd van militairen en NMBS-treinbegeleiders moet absoluut omhoog’

© Belga
Tex Van berlaer Journalist Knack
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack
Ewald Pironet Senior writer

De federale regeringsvorming wordt hervat. Daarmee komt ook de ‘supernota’ van formateur Bart De Wever weer op tafel. Knack, nooit te beroerd om te helpen, vroeg aan experts om die nota alvast te herschrijven. Wat met de pensioenen?

De vergrijzing van onze samenleving is een al langer bekend fenomeen: steeds meer mensen worden oud en zelfs zeer oud. Dat weegt op de uitgaven voor de pensioenen en daarom wordt er al decennialang nagedacht over een pensioenhervorming. Het gaat dan niet alleen over het betaalbaar houden van de pensioenen, maar ook om iedereen die een leven lang heeft gewerkt een deftig pensioen te geven en de grote verschillen die er bestaan tussen het werknemers-, zelfstandigen en ambtenarenpensioen af te bouwen.

‘Wat ik absoluut mis in de supernota, is een koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting’, zegt pensioenexperte Marjan Maes. ‘Iets dergelijks gebeurt al in twee derde van de OESO-landen en heeft een aanzienlijke impact niet enkel op de vergrijzingskosten maar ook op de pensioenleeftijd. Ook al moeten mensen niet werken tot de wettelijke leeftijd, het fungeert als een sociale norm en maakt mensen ervan bewust dat het pensioenstelsel een contract is tussen generaties. Als de mensen dat lang op voorhand kunnen inschatten, kunnen ze daar rekening mee houden en op anticiperen via hun spaar- en arbeidsbeslissingen. Als je de levensverwachting automatisch in het pensioenstelsel inbouwt, moet je ook niet om de zoveel tijd discussiëren over de pensioenleeftijd, wat steeds zorgt voor politieke crisissen.’

‘Vermindering gelijkgestelde periodes in de privésector. 

Vandaag is zowat een derde van de pensioenrechten gebaseerd op niet-gewerkte periodes. Deze gelijkstelling behouden we enkel waar dit maatschappelijk verantwoord is, zoals voor periodes van ziekte, zwangerschaps- en ouderschapsverlof en voor de diverse zorgverloven, maar bouwen we af voor periodes van bijvoorbeeld brugpensioen (SWT), langdurige werkloosheid en landingsbanen.’

Marjan Maes: Dit is een noodzakelijk onderdeel van een even noodzakelijke pensioenhervorming. Natuurlijk moet je in de eerste plaats hervormen in de brugpensioenen, de langdurige werkloosheid en landingsbanen. We weten bijvoorbeeld dat de brugpensioenen gebruikt worden om vroeger uit de arbeidsmarkt te stappen. Dat moeten we vermijden, want het zorgt ervoor dat de gemiddelde leeftijd waarop we in België stoppen met werken onder het EU-gemiddelde ligt en dat maakt de financiële uitdaging van de vergrijzingskosten nog groter.

Men is al sinds 2008 bezig om die gelijkgestelde periodes af te bouwen, maar wel steeds in de private sector, waar die gelijkgestelde periodes al decennialang mooi geregistreerd worden. In de overheidssector is er minder gebeurd. 

Er bestaan in de publieke sector zo’n 57 verlofstelsels. Bij de politie, brandweer, luchtverkeersleiders, overheidsbedrijven enzoverder bestaan er verloven voorafgaand aan pensionering die meetellen voor de pensioenopbouw. Als je een evenwichtige pensioenhervorming wilt doorvoeren, lijkt het me logisch dat je niet alleen de gelijkgestelde periodes in de privésector aanpakt, zoals in de supernota staat, maar ook die bij de ambtenaren.

‘Verhoging pensioenleeftijd bevoorrechte categorieën.

De pensioenleeftijd van militairen (56 jaar) en NMBS-treinbegeleiders (55 jaar) wordt opgetrokken naar 58 jaar vanaf 1 januari 2025. Vanaf 1 januari 2026 wordt hun pensioenleeftijd geleidelijk verhoogd met 6 maanden per jaar – met respect voor de legitieme verwachtingen van mensen die vlak voor hun pensioenleeftijd staan – tot de wettelijke pensioenleeftijd van andere ambtenaren, werknemers en zelfstandigen.’

Optrekking pensioenleeftijd bij Defensie: ‘Fitte militairen boven 60 jaar is gewoon een illusie’

Maes: Oorspronkelijk waren er drie categorieën met een bijzonder lage leeftijdsgrens: de militairen op 56 jaar, het rijdend personeel van de NMBS op 55 jaar en de politie tussen 54 en 58 jaar. In 2014 heeft het Grondwettelijk Hof het voorkeursregime van de politie afgeschaft. Het lijkt nu absoluut noodzakelijk om ook de pensioenleeftijd van de militairen en NMBS-treinbegeleiders op te trekken. Het is heel moeilijk om bij de bevolking een draagvlak voor een pensioenhervorming te creëren, als je die voorkeursregimes gewoon laat voortbestaan.

Bij de militairen is het verhaal een beetje dubbelzinnig: men doet er alles aan om jonge mensen naar defensie te lokken in de meest gevarieerde functies, maar de oudere militairen worden op 56 jaar verplicht met pensioen gesteld, weliswaar met mogelijkheid tot aanvraag van loopbaanverlenging. Ik begrijp wel dat het takenpakket van een 56-jarige militair niet hetzelfde kan zijn als van een 25-jarige, maar daarvoor moet je dan een aangepast loopbaanbeleid ontwikkelen, zoals dat vandaag de dag van alle organisaties wordt verwacht, met interne en externe mobiliteit.

‘Het is heel moeilijk om bij de bevolking een draagvlak voor een pensioenhervorming te creëren, als je de voorkeursregimes gewoon laat voortbestaan.’

Pensioenexperte Marjan Maes

‘Het pensioen van een werknemer en zelfstandige wordt berekend op basis van het loon of inkomen over de volledige loopbaan. Bij de berekening van het ambtenarenpensioen wordt vandaag enkel het loon van de laatste 10 jaar van de loopbaan in rekening genomen.

Deze ongelijke berekening van het ambtenarenpensioen laten we geleidelijk uitdoven door de berekening vanaf 1 januari 2025 te baseren op het loon van de laatste 20 jaar. Vanaf 2026 wordt deze referteperiode elk jaar met een jaar verhoogd tot 40 jaar vanaf 2045.’

Maes: Vandaag bedraagt het gemiddelde netto ambtenarenpensioen 2357 euro per maand, voor een werknemer is dat zo’n 1500 euro. Tel bij het werknemers-of zelfstandigenpensioen het aanvullend pensioen – in 2023 was dat gemiddeld 162 euro per maand – en dan heb je nog steeds een groot verschil met de ambtenaren. Een harmonisering van de pensioenen is aangewezen. 

Dan is de vraag hoe je dat gaat doen. Je kunt de werknemerspensioenen optrekken tot het niveau van de ambtenaren, maar dan moet je wel zeggen hoe je dat gaat financieren. Ik geloof daar niet in. Het meest voor de hand liggende lijkt me dat men ambtenaren niet meer stimuleert om vroeg te stoppen. De meeste ambtenaren kunnen vroeger met pensioen dan werknemers of zelfstandigen. Door serieus in te zetten op langer werken bij ambtenaren, kun je proberen te verhinderen dat een harmonisering van hun pensioenberekening op de werknemers zich zou vertalen in een lager pensioen.

Vandaag gebeurt de berekening van het ambtenarenpensioen immers nog steeds op de wedde van de laatste 10 jaar van de carrière. Hier zou je van een langere periode kunnen uitgaan, zoals nu al voor de werknemerspensioenen gebeurt. Dat lijkt me verdedigbaar, als het wordt gecombineerd met een verlenging van de loopbaan van de ambtenaar.



Partner Content