Tips voor de formateur (4): ‘Laat nachtwerk niet om 20 uur beginnen maar om middernacht’

© Getty
Tex Van berlaer Journalist Knack
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack
Ewald Pironet Senior writer

De federale regeringsvorming wordt hervat. Daarmee komt ook de ‘supernota’ van formateur Bart De Wever weer op tafel. Knack, nooit te beroerd om te helpen, vroeg aan experts om die nota alvast te herschrijven. Wat met de arbeidsmarkt?

Het is een doelstelling die al jarenlang meegaat: 80 procent van de bevolking tussen 20 en 64 jaar moet aan de slag. Met 72 procent zitten we daar ver vanaf. Om het streefdoel te halen, moet er veel gebeuren. Arbeid zou meer moeten lonen – iets waar alle politieke partijen de mond van vol hebben – en dus zijn fiscale hervormingen noodzakelijk. Maar ook de arbeidsmarkt zou hervormd moeten worden en daar maakt de supernota werk van. ‘De regels moeten vooral minder complex worden’, zeggen arbeidsmarktexperts Stijn Baert (UGent) en Ive Marx (UAntwerpen) in koor. ‘Dat moet de topprioriteit zijn.’ Of die vereenvoudiging ook uit de supernota blijkt? Baert en Marx hebben zo hun twijfels.

‘Wie werkloos wordt, krijgt de eerste drie maanden een hogere financiële bescherming dan vandaag. Naarmate de tijd vordert, daalt de uitkering sterker dan vandaag. Hoelang je een werkloosheidsuitkering kunt ontvangen, hangt hierbij af van het aantal voordien gewerkte jaren. De duur van de werkloosheidsuitkeringen wordt beperkt tot maximaal 2 jaar.’

Stijn Baert: Ik ben altijd een koele minnaar geweest van de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Want het is niet omdat je de werkloosheidsuitkering van iemand schrapt, dat die ook werk heeft. Dan zullen mensen minder gestimuleerd worden om actief op zoek te gaan naar werk. Maar als je de beperking in de tijd combineert met een sterker dalende uitkering in de tijd, vind ik het schrappen verdedigbaar: we weten dat de eerste maanden van de werkloosheid cruciaal zijn om werk te vinden, daarna wordt het alleen maar moeilijker. En het moet ook passen in een bredere fiscale hervorming, waarbij werken financieel veel interessanter is dan niet werken.

Thierry Bodson (ABVV): ‘Het beperken van de werkloosheid in de tijd gaat al snel over 50.000 mensen’

Ive Marx: Ik zie geen reden waarom we de werkloosheidsuitkering onbeperkt in de tijd zouden behouden, iets wat nergens anders ter wereld bestaat. Het afschaffen daarvan was in ons land lange tijd een groot taboe. Aals je dat nu doet, heeft het een grote symboolwaarde. Het is een duidelijk signaal aan de samenleving dat we verwachten dat iedereen een bijdrage levert. Dat is heel belangrijk voor de legitimiteit van onze sociale zekerheid.

Baert: Er was al wel sprake van om uitzonderingen in te bouwen voor de daling van de uitkering of de beperking in de tijd, bijvoorbeeld als je een opleiding volgt richting een knelpuntberoep. Dat zou ik geen goed idee vinden: als je het systeem van de werkloosheidsuitkering hervormt, moet je het niet complexer maken.

Marx: Inderdaad, het moet juist minder complex worden, anders is die sterke daling van de uitkering in de tijd een slag in het water.

‘Als je het systeem van de werkloosheidsuitkering hervormt, moet je het niet complexer maken.’

Stijn Baert (UGent)

‘Het verbod op zondagsarbeid, nachtarbeid en arbeid op feestdagen wordt afgeschaft, net als de wettelijke verplichte sluitingsdag. De regelgeving inzake openingsuren wordt versoepeld.

Nachtarbeid start voortaan vanaf middernacht (24 uur) in de plaats van de huidige grens vanaf 20 uur, zonder verlies van koopkracht voor de werknemer die vandaag al actief is tussen 20u en 24u.’

Baert: Hoogste tijd dat deze hervorming er komt.

Marx: Inderdaad, maar we moeten er bij zeggen dat er in België altijd een heel grote kloof is tussen de wettelijke regeling en de praktijk. Alles is verboden, tenzij er uitzonderingen zijn en we zijn wereldkampioen in uitzonderingen.

Baert: Door die uitzonderingen zitten we opgezadeld met koterijen, waar een hele bureaucratie en administratieve spitstechnologie nodig is om te weten wat kan en niet kan. Ook hier zou ik zeggen: als je de regelgeving versoepelt, maak ze dan ook vooral eenvoudiger.

Marx: Dit gezegd zijnde, als we kijken naar de OESO-cijfers over het werken op zondag of ‘s nachts blijkt België toch een anomalie. Het zou opnieuw een belangrijke symboolmaatregel zijn als bij ons de nacht net als elders in de wereld niet om 20 uur begint, maar wel om middernacht. We kennen allemaal het verhaal van de e-commerce, waar we grotendeels de boot hebben gemist door de beperkingen op nachtwerk. Let op, dit is geen pleidooi om naar een verregaande deregulering van de arbeidsmarkt te gaan, zoals in de VS of in het Verenigd Koninkrijk het geval is. Nee, over zondags- en nachtwerk moeten er in cao’s afspraken worden gemaakt tussen werkgevers en werknemers.

Baert: Natuurlijk moet dat sociaal omkaderd zijn. De mensen moeten er duidelijk beter van worden, dat is zelfs essentieel.

Melissa Depraetere (Vooruit): ‘Wij willen de werkloosheid afschaffen’

‘De behandelende artsen bekijken voortaan altijd de mogelijkheid van aangepast of ander werk bij het schrijven van een ziekteattest. We vormen hiervoor het ziekteattest om tot een geschiktheidsattest (of ‘fit note’) waarin de arts kan vermelden wat de zieke werknemer tijdens de periode van ziekte wél nog kan.’

Marx: Dit is een onderdeel van een ketting die uit vier schakels bestaat. Eén, preventie die onderbouwd moet zijn. Voor het voorkomen van burn-out werd bijvoorbeeld de vierdaagse werkweek ingevoerd, maar dat is totaal niet onderbouwd. Twee, de toegang tot de ziekteverzekering. Ziekenfondsen, artsen, werkgevers en werknemers moeten hun rol als poortwachter van het systeem opnemen. Drie, de reactivering na ziekte, waarover dit deeltje uit de supernota gaat, en die mag wat meer aanklampend zijn. En vier, inzetten op duurzame werkgelegenheid , dat mensen die bijvoorbeeld kanker hebben gehad aan het werk kunnen blijven. Het omvormen van het ziektebriefje tot een geschiktheidsattest is in dit geheel maar een onderdeel, waar zeker iets voor te zeggen is.

Baert: Het toenemende aantal langdurig zieken is een serieus probleem, dat deels te maken heeft met de veroudering van de bevolking maar ook met de aard van het werk. Alle betrokkenen moeten daar hun verantwoordelijkheid opnemen en het ziektebriefje dat de artsen voorschrijven is daar één onderdeeltje van. Het zou beter zijn als een arts niet meer zou verklaren dat hij de patiënt heeft gezien en dat die arbeidsongeschikt is tot die datum, maar dat hij zegt wat die patiënt nog wél kan.

Partner Content