Tips voor de formateur (2): ‘Koopkracht is in België niet echt een probleem’

© Getty
Tex Van berlaer Journalist Knack
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack
Ewald Pironet Senior writer

De federale regeringsvorming wordt hervat. Daarmee komt ook de ‘supernota’ van formateur Bart De Wever weer op tafel. Knack, nooit te beroerd om te helpen, vroeg aan experts om die nota alvast te herschrijven. Wat met koopkracht?

‘Ik heb zoiets bizars nog nooit gezien’, zegt Paul De Grauwe. Net als zijn collega Gert Peersman trok de bekende econoom grote ogen toen hij de begrotingstabel bekeek die bij de supernota van De Wever zat. Er wordt gerekend op de helft aan terugverdieneffecten voor de financiële inspanning, terwijl volgens De Grauwe tien procent een al iets realistischere inschatting zou zijn geweest. ‘Als De Wever zo’n tabel straks wil indienen bij Europa, zal dat echt een non-starter zijn voor de Europese Commissie’, zegt de econoom.

De nieuwe federale regering moet op zoek naar geld, veel geld. Dat is niet alleen nodig om de begroting iets of wat op orde te brengen, maar politici willen ook wat geld kunnen uitdelen aan de modale Belgen. Koopkracht was een van de belangrijkste campagnethema’s, dus veel mensen verwachten van de federale regering dat ze er – ondanks de zorgwekkende overheidsfinanciën – netto op vooruit gaan.

Wat professor sociaal werk en sociaal beleid (KU Leuven) Wim Van Lancker vooral opviel aan de supernota: het zijn enkel en alleen de werkende Belgen die iets winnen. Mensen die van een uitkering leven zullen er, door allerlei verschillende maatregelen, misschien zelfs op achteruit gaan. ‘Dat is echt dom beleid’, vindt Van Lancker. ‘In veel gezinnen is er één iemand die werkt en één iemand die een uitkering krijgt. Zulke gezinnen kunnen vaak net het hoofd boven water houden, en worden dus straks ondergeduwd. Zij worden getroffen, terwijl die mensen niet per se aan werk worden geholpen.’

De partijen en uw koopkracht: een voorbeeld van cadeaupolitiek

‘Het basisbedrag van de belastingvrije som zal worden verhoogd in de richting van het niveau van het leefloon. We breiden de 25 procentschijf uit. Dat moet ervoor zorgen dat alle lage inkomens hun nettoloon zien stijgen. Het huidige tarief van 40 daalt ook naar 35 procent, en het hoogste percentage van 50 procent zal pas later van toepassing zijn.’

Paul De Grauwe: Dat zijn goede voorstellen, op voorwaarde dus natuurlijk dat ze op een ernstige manier gefinancierd worden. De personenbelasting is in België nauwelijks nog progressief te noemen: mensen komen met een gemiddeld inkomen al heel snel in het toptarief van 50 procent terecht. Ik ben er een grote voorstander van om de belastingschalen opnieuw progressiever te maken zodat enkel de grootste verdieners de toptarieven moeten betalen.

Wim Van Lancker: Als deze belastingverlagingen bedoeld zijn om meer mensen aan het werk te krijgen, vraag ik me af of dit de meest efficiënte manier is. Er zijn ontzettend veel andere factoren die een rol spelen, zoals de arbeidsomstandigheden, de bereikbaarheid van de job en de combineerbaarheid met het gezinsleven. Het is echt niet slim om alleen met financiële prikkels te werken en te denken dat het dan wel goed komt.

‘Het is echt niet slim om alleen met financiële prikkels te werken en te denken dat het dan wel goed komt.’

Wim Van Lancker (KU Leuven)

‘Het is prioritair om het verschil tussen werken en niet-werken aanzienlijk te vergroten, met als doel een kloof van meer dan 500 euro per maand te bereiken tegen het einde van de bestuursperiode.’

Van Lancker: Mijn collega Ive Marx heeft dat onlangs onderzocht: in het overgrote deel van de gevallen houden werkenden nu al 500 euro meer over dan niet-werkenden. Maar dat is een dwaze fetisj geworden van sommige politici, die zelfs niet willen inzien dat het vandaag al realiteit is. Ten gronde is er in dit land zeker een probleem met een werkloosheidsval voor mensen die werkend niet veel meer verdienen dan met een uitkering, maar het gaat dan vooral over mensen die een deeltijdse baan hebben. We willen hopelijk niet dat uitkeringen ook 500 euro lager liggen dan een deeltijds loon, want dan blijft er helemaal niets meer van over. Politici moeten op zoek naar manieren om mensen te ondersteunen die op hun eigen ritme willen beginnen te werken. Dat vraagt om een veel slimmer systeem van inkomensondersteuning, en daar is eigenlijk een grote hervorming van de sociale zekerheid voor nodig. Ik hoop dat de volgende regering daar werk van maakt.

De Grauwe: Ik heb er uiteraard ook niets tegen dat werkenden iets meer overhouden, tenzij dat natuurlijk vooral gebeurt door de werklozen en zieken hun uitkering nog te verminderen. Dat is een maatregel waar werkelijk niemand echt beter van wordt.

‘De aftrek voor kinderopvang zal geleidelijk opgetrokken worden van 45 naar 100 procent en zal enkel aftrekbaar zijn van activiteitsinkomsten.’

Van Lancker: Dat is weggesmeten geld. De kinderopvang kent vele problemen, en deze maatregel lost er daarvan geen enkele op. Van zo’n belastingaftrek zien mensen pas twee jaar later iets op hun rekening, dus de kinderopvang blijft even duur. Mensen die moeite hebben om rond te komen, hebben niet veel aan zo’n aftrek. Het komt vooral de tweeverdieners uit de middenklasse ten goede, die ook al het meest gebruikmaken van de kinderopvang. Het is ook weer veelzeggend dat enkel mensen die werken deze korting krijgen. Dat staat haaks op het voornemen van alle politici om de participatiegraad op te krikken. Mensen die geen werk hebben omdat ze geen betaalbare kinderopvang vinden, moeten juist geholpen worden. Dat doet dit voorstel helemaal niet.

De Grauwe: Dit is ook weer zo’n leuk cadeautje dat uitgedeeld wordt. Misschien rekenen ze hierbij ook wel op terugverdieneffecten om ervoor te betalen, maar geen kat die dat echt gelooft natuurlijk. Onze politici willen werknemers op alle mogelijke manieren meer koopkracht geven, terwijl dat in België eigenlijk niet echt een groot probleem is dankzij de loonindexering en de indexering van pensioenen en uitkeringen. Als onze politici de voorbije jaren iets goed hebben gedaan, is het wel het beschermen van onze koopkracht. Natuurlijk, sommige mensen verdienen te weinig. Misschien wordt het dan eens tijd om tegen de werkgevers te zeggen dat ze een hoger loon verdienen. Maar we moeten echt onze begroting niet laten ontsporen om mensen extra koopkracht te geven. Nee, laat de begroting maar in het rood gaan om te investeren in de energietransitie en het klimaat. Dat is een existentieel probleem, de koopkracht van de Belgen is dat echt niet.

Partner Content