Eva De Bleeker en de poging om Vooruit te dumpen: denkt iemand dat die formule kans van slagen heeft?

Ineens kijkt de Vlaamse rechterzijde naar Open VLD-voorzitter Eva De Bleeker: waarom zou men haar partij niet betrekken bij de federale formatie? © BELGA
Walter Pauli

Er wordt openlijk gespeculeerd of formateur Bart De Wever (N-VA) niet beter Vooruit zou dumpen voor de Open VLD. Voor een partij dus waarvan de eigen leden toegeven dat ze zich helemaal kapot heeft geregeerd. Een partij die zo weinig zetels overhield dat ze De Wevers meerderheid van bij de start rekenkundig in de problemen zal brengen. Toch is het voor de rechterzijde een onweerstaanbare gedachte: een zo rechts mogelijke regering. Hoka-Hey!

In een niet onopgemerkte vrije tribune in De Tijd merken twee bestuursleden van het Liberaal Vlaams Verbond op dat ‘in deze formatie een principiële liberale partij een rol te spelen heeft.’ ‘Open VLD worstelt nog altijd met een geloofwaardigheidsprobleem’, schrijven ze. ‘Herbronning is essentieel.’ Maar: ‘Dat dit alleen in de oppositie kan, is geen wet van Meden en Perzen. Een doorstart kan evengoed vanop de regeringsbanken.’ En de Supernota van Bart De Wever ‘biedt genoeg eten en drinken voor een liberale partij om op zijn minst het gesprek aan te gaan’. Dat besluit valt alleen te lezen als: Vooruit eruit en de Open VLD mee in bad.

Natuurlijk kan zelfs een blinde zien dat de federale regeringsvorming de voorbije weken in een onverwachte impasse is terechtgekomen. Dat alles is het resultaat van een nieuwe verwerping van de Supernota door Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. De argumenten waarmee Rousseau die nota verwerpt, zijn voor sommige liberalen precies de reden waarom ze ondanks alles toch maar zo snel mogelijk mee aan de onderhandelingstafel willen aanschuiven.

De wens is natuurlijk de vader van de gedachte. Vandaar dat het in de pers en zeker op sociale media figuurlijke Tinderberichtjes voor Eva De Bleeker regende: ‘Iedereen houdt van jou!’ De Bleeker, de nieuwe voorzitter van de Open VLD, houdt de boot nog even af: ze wil Arizona niet ‘depanneren’. Maar tegelijk liet ze weten dat er met de Open VLD erbij geen rode rampen te vrezen zijn waarop Conner Rousseau aanstuurt. De Wever en de andere onderhandelaars hebben meteen een idee van de mogelijke inhoudelijke inbreng van de Vlaamse liberalen. Het is een variant op de visie van Georges-Louis Bouchez (MR), en dus op die van de N-VA. Dat is aantrekkelijk: een partij die nu al alles met enthousiasme lijkt te steunen wat Rousseau met opvallende koppigheid blijft bestrijden.

In de lappenmand

Zelfs dergelijke goodwill verandert niets aan de rekenkundige wetmatigheid: als Vooruit vervangen zou worden door de Open VLD daalt de meerderheid van wat nu nog ‘Arizona’ heet tot 76 zetels op 150. Dat is, in mensentaal, een meerderheid met geen enkele zetel op overschot. In politieke termen: dan heeft de meerderheid juist voldoende zetels om het quorum te halen in de Kamer. Artikel 53 van de Grondwet stelt duidelijk: ‘Geen van beide Kamers kan een besluit nemen indien niet de meerderheid van haar leden aanwezig is.’ Dus telkens als één Kamerlid van de meerderheid afwezig is, kan de verzamelde oppositie opstappen en kan de Kamer niet meer vergaderen, debatteren of stemmen. Machtelozer kan een regering niet zijn in een parlementaire democratie. Zou een controlefreak als Bart De Wever dat risico nemen?

De Open VLD lijkt een aantrekkelijke regeringspartner: een partij die nu al alles met enthousiasme lijkt te steunen wat Rousseau met opvallende koppigheid blijft bestrijden.

Daarnaast is de Open VLD, op haar politieke bereidwilligheid na, allesbehalve een aantrekkelijke partner. Haar een partij ‘in de lappenmand’ noemen is een belediging voor lappenmanden. Het is erger. De voornaamste hoop op de toekomst – de jonge en naar verluidt getalenteerde Vincent Verbeecke, zeg maar ‘de blauwe Conner Rousseau’ – zit op een zijspoor sinds hij de voorzittersverkiezingen verloor. Tegelijk zijn de liberale politici die een paar jaar geleden nog gemakshalve ‘de partijtop’ werden genoemd intussen allemaal gedesavoueerd: Alexander De Croo, Tom Ongena, Vincent Van Quickenborne, Gwendolyn Rutten, Bart Tommelein, Lydia Peeters, allemaal kregen ze klappen.

Dat geldt ook voor Egbert Lachaert, de partijvoorzitter die het Vlaamse publiek onvergetelijke beelden schonk door tijdens een straatinterview de VRT-camera de rug toe te keren en hard weg te lopen. Het illustreert hoe gek de Wetstraat een mens kan maken, wat eigenwaan met een ego kan doen. Zijn politieke pauze deed de ex-voorzitter evenwel deugd. Op 13 oktober deed Lachaert het niet onaardig bij de lokale verkiezingen. Hij wordt de nieuwe burgemeester van Merelbeke-Melle en is opnieuw Vlaams fractieleider. Het zou niet verwonderen mocht hij thuis al eens voor de spiegel geoefend hebben voor zijn eerste toespraak als Vlaams minister.

De Botermarkt in Gent

Want als de Open VLD erbij zou kunnen raken in de federale regering, dan zal ze ook willen binnenbreken in de Vlaamse regering. Ook al is die al in september gevormd volgens de toen geldende Arizona-logica: een nipte coalitie van 65 zetels op 124. Dat zijn er slechts twee ‘op overschot’. Men kan natuurlijk hopen dat Vooruit dat zal pikken en zelfs bereid zal zijn een nieuw en rechtser Vlaams regeerakkoord te onderhandelen, en mogelijk zelfs een minister in te leveren. Maar dat lijkt toch allemaal heel erg op wensdenken.

Vooruit eruit dus? Zonder Vooruit en met de Open VLD heeft de hypothetische regering-Diependaele II zeven zetels te weinig. Dan moet men er ook nog eens Groen bij halen. Diependaele kan zijn eigen kabinet in dat geval beter meteen laten vallen, en in lopende zaken gaan tot de volgende Vlaamse verkiezingen van 2029. Met alle problemen van dien. Een Vlaamse regering kán immers niet vallen, tenzij er een zogenaamde ‘constructieve motie van wantrouwen’ komt, waarbij de indieners meteen een nieuwe, alternatieve meerderheid vormen. Juist dat is met de huidige zetelverdeling zo goed als onmogelijk.

Dus blijft de vraag: waarom vrijt men langs steeds meer kanten (tenminste tijdelijk) Eva De Bleeker op? Denkt men echt dat die formule kans van slagen heeft? Kan men echt niet tellen? Misschien speelt er helemaal iets anders mee. Zou het kunnen dat de verklaring voor deze crisis niet ligt in de Wetstraat, maar op de Gentse Botermarkt? U weet wel: Voor Gent (een kartel van Open VLD en Vooruit) sloot onlangs een nieuw Gents bestuursakkoord met de N-VA. Een knap gespeelde campagne van het opzij gezette Groen zette de socialistische achterban zo onder druk dat dit ontwerpakkoord zelfs geen meerderheid kreeg. Volgens het nieuwe decreet ligt het initiatiefrecht in Gent momenteel bij Groen. Dat loopt binnen een paar dagen af. Dan is het aan de N-VA.

Gedeukt gezag

Die nieuwe Gentse fase volgt dus op een hevige politieke periode waarin Conner Rousseau bijzonder duidelijk heeft gemaakt dat hij en Vooruit geen schoothondje zijn van de N-VA of van welke rechterzijde ook. Zijn verzet krijgt in progressieve kringen ruime appreciatie, niet het minst bij vakbondsmensen en andere figuren uit de linkervleugel die zich in Gent zo hard tegen het door Rousseau gesteunde, zoniet mee afgesproken bestuursakkoord hebben verzet. Rousseau heeft met zijn verzet tegen de laatste Supernota aan politieke credibiliteit gewonnen op links, en heeft mogelijk ook zijn gedeukt gezag als voorzitter enigszins hersteld.

Vervolgens is het perfect mogelijk dat de Vooruit-leiding het afschoten bestuursakkoord (met N-VA) opnieuw ter stemming voorlegt. In dat geval volstaat volgens de partijstatuten geen tweederde-, maar ‘slechts’ een gewone meerderheid. Als de Gentse Vooruit-leiding de voorbije weken haar best heeft gedaan om voldoende leden te overtuigen en/of te mobiliseren, dan zou een nieuwe stemming ook tot een andere meerderheid kunnen leiden.

Zodra Vooruit en de N-VA elkaar (zoals vooraf afgesproken) hebben gevonden in Gent, en naar verwacht wordt straks ook in Antwerpen, dan kan dat ook weer in Brussel. Zeker, wat hierboven staat, is een analyse uit de glazen bol. Bij Vooruit ontkent men trouwens bij hoog en bij laag dat het verzet tegen de Supernota is ingegeven door de Gentse situatie. Maar feit is dat de twee crisissen zich tegelijk voltrekken en mogelijk min of meer gelijktijdig een oplossing zullen krijgen. Het ene kan het andere helpen – wat is daar fout aan? Er werden in dit land al onwaarschijnlijkere politieke akkoorden gemaakt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content