Vrijdaggroep
‘Stijgende kost van de vergrijzing? Laat de regio’s meer bijdragen’
Door de stijgende vergrijzingskosten dreigt onze federale sociale zekerheid onbetaalbaar te worden. Lowie Cnockaert van de Vrijdaggroep ziet een oplossing in een grotere bijdrage van de deelstaten.
Over de partijgrenzen heen bestaat een brede consensus: onze sterke welvaartsstaat is iets dat we moeten koesteren. Betaalbare gezondheidszorg houdt mensen gezond en productief, het pensioenstelsel biedt gepensioneerden financiële zekerheid, kinderbijslag ondersteunt gezinnen en werkloosheidsuitkeringen beschermen bij inkomensverlies. Die welvaarstaat komt echter steeds meer onder druk te staan.
In 2024 kost onze sociale zekerheid volgens BOSA (de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning) maar liefst 140 miljard euro, goed voor een kwart van het Belgische Bruto Binnenlands Product (BBP). Slechts 90 miljard euro hiervan wordt gedekt door sociale zekerheidsbijdragen van werknemers, werkgevers en zelfstandigen. De federale overheid past het resterende tekort van 50 miljard euro steevast bij.
Uit recente berekeningen van de Vergrijzingscommissie blijkt bovendien dat de kosten door demografische evoluties tussen 2023 en 2029 nog eens met 48 miljard euro zullen stijgen. Gezien de abominabele staat van de federale begroting, is het niet onlogisch dat we ook naar de deelstaten kijken voor een oplossing.
Bijzondere Financieringswet
Als we de actualiteit mogen volgen lijkt de enige manier om de welvaarstaat te behouden een verhoging van de belastingen of het besparen op de federale overheid. Een andere, onderbelichte, mogelijke ingreep is het aanpassen van de Bijzondere Financieringswet (BFW), die de verdeling van middelen tussen de deelstaten in ons land vastlegt. Hoewel er enkele mechanismen zijn die de regio’s laten meebetalen aan de vergrijzingskost, blijft hun bijdrage beperkt.
Het belangrijkste mechanisme is de bijdrage van de gewesten en gemeenschappen aan de vergrijzingskosten. De laatste berekeningen van de Sociaaleconomische Raad van Vlaanderen (SERV) leren ons dat dit mechanisme tijdens de periode 2020-2023 het omgekeerde effect hadden. Anders gezegd, de regio’s droegen toen niet bij aan de vergrijzingskost. Verder zal in 2029 de totale kost van de sociale uitgaven 198 miljard euro bedragen. Dit terwijl de regio’s slechts 141 miljoen euro zullen bijdragen volgens het huidig mechanisme. Een simpele berekening leert ons dus dat de regio’s in 2029 slechts 0,071% van de kost van onze welvaartstaat zullen dragen via de bijdrage aan de vergrijzingskost.
Idealiter wordt een mechanisme ingevoerd dat voldoende financiële prikkels biedt, zodat de regio’s hun bevoegdheden inzetten om de sociale zekerheid betaalbaar te houden. Dit betekent dat wanneer regio’s hun bevoegdheden niet optimaal benutten en daardoor de kosten van de sociale zekerheid stijgen, zij een deel van deze stijging moeten dragen door een lagere dotatie.
Regionale hefbomen
Regionalisten zullen misschien stellen dat de regio’s te weinig bevoegdheden hebben om deze verantwoordelijkheid te dragen, maar dat is slechts een deel van het verhaal. De regio’s beschikken wel degelijk over hefbomen. Ze kunnen werklozen activeren door de personenbelasting van werkenden te verlagen via opcentiemen, die een kwart van de inkomsten uit personenbelasting vormen, of ze kunnen inzetten op preventieve gezondheidszorg door vroegtijdige screening van bepaalde aandoeningen en betere gezondheidsvoorlichting voor de bevolking.
Uit onderzoek blijkt dat verhoogde preventie van kanker, hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en chronische longziekten in Vlaanderen alleen al tot een besparing van 5 miljard euro in de gezondheidszorg zou kunnen leiden. Het probleem is dat de regio’s zelf weinig belang hebben bij een sterk preventiebeleid, waardoor ze er ook minder in investeren. Een concreet mechanisme zou zijn om op nationaal niveau het gemiddelde aantal chronische aandoeningen te bepalen.
Wanneer een deelstaat door een gebrek aan preventie meer mensen met zo’n aandoening heeft, zou een deel van de dotaties kunnen worden ingehouden.
Om de toekomst van onze welvaartsstaat veilig te stellen, moeten ook de regio’s verantwoordelijkheid dragen voor de financiering van de sociale zekerheid, of op zijn minst voor hun impact op de uitgaven. Alleen dan zullen ze hun bevoegdheden ten volle benutten om de welvaartsstaat betaalbaar en duurzaam te houden.
Lowie Cnockaert is lid van de Vrijdaggroep. Hij doctoreert aan de UHasselt. Voorheen was hij onder meer econoom op de FOD Economie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier