Open VLD in crisis: Walter Pauli analyseert de politieke fall-out van een veel te persoonlijk conflict
De existentiële crisis van de Open VLD is het gevolg van de onderlinge strijd om de macht.
Er wordt dezer dagen meer gespeculeerd bij de Open VLD dan op de beurs. Sinds het ontslag van voorzitter Egbert Lachaert is eerste minister Alexander De Croo op zoek naar een nieuwe constellatie om de partij te leiden en de eventueel vrijgekomen regeringsposten te bezetten. ‘De Croo hoopt dit weekend nieuwe voorzitter te vinden’, kopten alle kranten in alle mogelijke varianten. Dat is niet gelukt. Bij het afsluiten van Knack, maandagavond, zijn de meest gehoorde geruchten en/of indiscreties: Vincent Van Quickenborne wordt de nieuwe voorzitter (althans tot de verkiezingen van 2024) en Alexia Bertrand volgt hem op als minister van Justitie. Dan moet er een nieuwe staatssecretaris voor Begroting komen – dat kan defensiespecialist Jasper Pillen zijn. In andere scenario’s komen de namen terug van Maggie De Block en Tom Ongena, de politiek directeur van de Open VLD toen De Croo partijvoorzitter was (2009-2012). Daar blijft het niet bij: zelfs Gwendolyn Rutten of de Gentenaars Stephanie D’hose en burgemeester Mathias De Clercq worden genoemd. Het zijn allemaal signalen dat het liberale partijvoorzitterschap zowel aan gewicht als aan aantrekkingskracht heeft verloren. Wie wil een partij in handen krijgen die zo kort voor de verkiezingen van 2024 toch niet meer fundamenteel te veranderen is en die in enkele provincies – zo vrezen sommige liberalen – mogelijk geen enkele (federale) verkozene meer overhoudt?
Ondertussen werd bekend dat Tom Ongena waarnemend voorzitter is geworden. Lees er hier meer over: ‘Met voorzitter Tom Ongena verstevigt Alexander De Croo zijn greep op Open VLD’
Drama
Het is de politieke fall-out van een veel te persoonlijk conflict. Pers, publiek én liberale partijgenoten zijn toeschouwers bij een shakespeareaans drama. Dolken glinsteren, donkere gedachten verdringen helder denken, vrienden blijken vijanden. Het gaat niet om politiek of om ideologie maar om macht en wie in staat is die te gebruiken. Zoals Shakespeare schreef in As You Like It (1599): ‘All the world’s a stage; And all the men and women merely players.’ – ‘De hele wereld is een schouwtoneel, en alle mensen zijn maar acteurs’. Wie spelen bij Open VLD de hoofdrollen? In volgorde van opkomst:
Hamlet (uit Hamlet) kan natuurlijk niet ontbreken. Hamlet is een prins met complexen. Hij kijkt op naar figuren die het geweld niet schuwen maar is zelf besluiteloos. Dat verlamt hem. Hij gaat ten onder aan zijn eigen contradicties. Egbert Lachaert speelt Hamlet.
Dan is er Jago (uit Othello). Jago is een geniale intrigant, een oude bondgenoot van de koning aan wiens zijde hij in menig oorlog heeft gevochten. Hij ontpopt zich als een meester-influisteraar, een strateeg die sneller denkt dan veel lieden met blauw bloed. Maar hij is ook zelf verslaafd geraakt aan de macht. Van alle Open VLD’ers past de rol het best bij Vincent Van Quickenborne.
Lady Macbeth (uit Macbeth) is ambitieus, als het moet nietsontziend, als zij maar Queen of Scots kan zijn. Helaas is ze halfweg het stuk al in de coulissen beland – of geduwd. De rol komt Gwendolyn Rutten toe.
Uiteindelijk draait alles om de koning, in dit geval Richard III (uit Richard III) – Risjaar Modderfokker den Derde, maakte Tom Lanoye ervan. Hij is moedig maar ook gewetenloos. Hij ruimt iedereen uit de weg die hem hindert om de troon te bezetten of zijn koninklijke functie uit te oefenen. Hij slaagt daarin omdat hij intelligent is en welbespraakt. Het zou een glansrol kunnen zijn voor Alexander De Croo.
Als het doek opent, bevinden we ons trouwens niet in Brussel, maar in een vreemde stad in een ver land. In de Taiwanese hoofdstad Taipei landt op 24 november 2019 een zeskoppig genootschap van Belgische parlementsleden. Ze zijn er op uitnodiging van het Taiwan Office for Belgium/ Belgian Office Taipei (BOT) – de Belgische diplomatieke vertegenwoordiging, in plaats van een volwaardige ambassade. Een van de zes is het liberale Kamerlid Egbert Lachaert.
Veel plezier aan die reis zal hij niet beleven. De Belgische delegatie heeft amper voet aan de grond gezet in Taipei of Lachaerts mobiel trilt. Vincent Van Quickenborne brengt ‘slechts nieuws’ van het thuisfront. Partijvoorzitter Gwendolyn Rutten en medestanders als Bart Somers hebben samen met PS’er Paul Magnette geschakeld naar een hogere versnelling. Ze zijn stevig gevorderd in de vorming van een nieuwe paars-groene regering, aangevuld met Les Engagés. Lachaert heeft de wenk begrepen. Ineens krijgt de Belgische diplomatieke vertegenwoordiging in Taiwan de opdracht om voor het pas gearriveerde Kamerlid zo snel mogelijk een plaats te regelen op een terugvlucht naar België. Voor de rest van de delegatie er erg in heeft, hangt Lachaert alweer in de lucht.
Jeans met gaten
Waarover gaat het eigenlijk? Waarom Lachaert?
Egbert Lachaert won aan gewicht in de partij nadat de liberalen zwaar verlies hadden geleden bij de verkiezingen van 19 mei 2019. De man is niet alleen vriendelijk, welbespraakt en intelligent, hij is vooral een consequent donkerblauwe liberaal. Terwijl het blauw van de Open VLD na twintig jaar regeringsdeelname oogt als een te vaak gewassen en te lang gedragen jeans met veel gaten en scheuren.
Er worden plannen gesmeed met Lachaert in een sleutelrol. Hij wordt verkozen tot nieuwe fractieleider in de Kamer. Vervolgens is medestander Vincent Van Quickenborne alle partijgenoten te slim af als hij Lachaert in augustus 2019 al bombardeert tot ‘de geknipte man’ om de Open VLD te leiden. Lachaert weet van niets, maar ‘Q’ volhardt: ‘Als Egbert Lachaert het niet doet, doe ik het zelf.’ Het is dus niet onschuldig als Van Quickenborne appjes stuurt naar zijn poulain in Taiwan. Die klinken Lachaert als muziek in de oren. Al eerder heeft hij verklaard dat de Open VLD alleen met Ecolo in een regering zal stappen als die partij eerst haar programma ‘ritueel verbrandt’.
In werkelijkheid is de samenstelling van de coalitie ondergeschikt aan de liberale partijgenoten die de sleutelfuncties zullen bezetten. Gwendolyn Rutten heeft ambities die overlappen met die van Alexander De Croo. Vlak voor de verkiezingen van 2019 benoemt ze zichzelf, zonder voorafgaand overleg, tot kandidaat-premier. Als ze zich na de verkiezingen opnieuw inspant voor de vorming van een nieuwe paars-groene regering, vrezen De Croo en zijn medestanders dat la Gwendolyn zich in poleposition manoeuvreert. Het idee dat ze eerste minister zou worden, is ondraaglijk.
Zo voelt De Croo dat aan en dus ook Van Quickenborne – die is al jaren de consigliere van de eerste, zelfs zijn oorlogsraadgever. In 2010 nam de jonge partijvoorzitter De Croo, na ruggenspraak met zijn ondervoorzitter Van Quickenborne, de fatale beslissing om uit onvrede met de communautaire onderhandelingen van Jean-Luc Dehaene (CD&V) ‘de stekker eruit te trekken’. Op dat moment is dat duo Vlaamser dan Vlaams. Dat leidt eerst tot verkiezingen waarbij de N-VA plots de allergrootste Vlaamse partij wordt, en veel later, einde 2011, tot de vorming van de regering-Di Rupo. In die linksliberale regering met een Franstalige premier wordt Van Quickenborne vicepremier. In 2012 verlaat hij de regering om burgemeester van Kortrijk te worden. Alexander De Croo volgt hem op als Di Rupo’s nieuwe vicepremier. Ze zijn niet kieskeurig als het aankomt op het zelf bezetten van de macht.
Fast forward naar november 2019. Gesteund door de voltallige Kamerfractie van de Open VLD (min Patrick Dewael) torpedeert Lachaert de poging van Gwendolyn Rutten om samen met Paul Magnette een paars-groene regering op de been te brengen. De Croo en Van Quickenborne zijn hem erkentelijk. Intussen is Bart Tommelein kandidaat-partijvoorzitter. Hij krijgt de steun van voorzitter Rutten, viceminister-president Bart Somers en minister van staat Patrick Dewael. Tommelein wordt meteen geframed als ‘de kandidaat van het establishment’.
Een tegenkandidatuur krijgt vorm – een zogenaamde ‘kandidaat van de basis’. Egbert Lachaert is zijn naam. Op 19 januari 2020 krijgt Van Quickenborne op de liberale nieuwjaarsreceptie in winterbar Sibäria alle handen op elkaar: ‘Wij moeten radicaal vernieuwen. Er is maar één iemand die dat voor ons kan. Uw applaus voor Egbert Lachaert!’ Op 30 januari stelt Lachaert zich officieel kandidaat. In maart zal ook De Croo hem steunen. Hij doet dat in een ongewoon expliciet endorsement in Knack: ‘Egbert Lachaert heeft wat de Open VLD nodig heeft. Hij heeft een sterke liberale fond. Hij kent zijn dossiers en pakt de zaken inhoudelijk aan. Egbert is een absolute topper. Waarom zou Lachaert geen Vlaamse Macron kunnen worden?’ Enzovoort.
Toch zit in De Croos loftuiting ook één waarschuwing verscholen – al moet de lezer attent zijn om ze op te pikken. ‘De nieuwe voorzitter zal ook ruimte moeten geven aan anderen. Zoals Gwendolyn (als voorzitter) en ik (als vicepremier) jarenlang schouder aan schouder hebben gestaan.’ Lachaert heeft het van bij het begin moeten weten: vicepremier De Croo eist zijn eigen plek op onder de zon. Dat zal niet verminderen wanneer hij anderhalf jaar later eerste minister wordt. Intussen heeft Lachaert de concurrentie verpulverd: hij wordt voorzitter van de Open VLD met meer dan 60 procent van de stemmen.
Al snel komen voorzitter en partij in zwaar weer terecht. Naarmate de coronacrisis verder woedt, weerklinkt de roep om een echt sterke regering te vormen in plaats van het amechtige noodkabinet van Sophie Wilmès (MR). Paul Magnette (PS) en Bart De Wever (N-VA) zijn het ongeveer eens geraakt over een onuitgegeven kabinet met socialisten, liberalen en Vlaams-nationalisten. Plotseling veranderen de liberalen van koers. De N-VA vliegt eruit, Ecolo en Groen komen erbij. Vivaldi wordt geboren.
Dus: in november 2019 is Lachaert de man die Paars-Groen plus Les Engagés torpedeert als incompatibel met de verzuchtingen van de Vlaamse liberalen. In oktober 2020 is Lachaert de man die Paars-Groen plus de CD&V aanprijst als een mooie opportuniteit voor de Vlaamse liberalen. Het enige, echte verschil voor de Open VLD lijkt erin te bestaan dat de nieuwe eerste minister niet Gwendolyn Rutten heet maar Alexander De Croo.
(Lees verder hieronder)
Ommezwaai
Daarvoor heeft Lachaert, mogelijk zonder het te beseffen, een groot offer moeten brengen: dat van zijn eigen rechtlijnigheid en integriteit. In een half jaar maakt Lachaert een ommezwaai à la Guy Verhofstadt, die in de jaren 2000 als auteur van de eerste rechtsliberale Burgermanifesten plots de leider werd van twee paars(-groen)e regeringen. De blauwe rechterzijde heeft het hem nooit vergeven. Want zodra de vorming van de regering en zijn wittebroodsweken als voorzitter voorbij zijn, moet de echte Lachaert opstaan. Hij blijft zitten. Langzaam beginnen partijgenoten zich te realiseren dat hij wel een bekwaam man is, maar daarom geen topper. Zeker, tussen de liberale Kamerleden is hij de primus inter pares. Het lijkt erop dat hij de beste is van een kleine generatie. Lachaert ‘vult’ geen zaal als hij binnenkomt. In tafelgesprekken is hij niet de persoon die het gezelschap automatisch enthousiasmeert. Zijn netwerk is beperkt. Hij kiest Eva De Bleeker als staatssecretaris voor Begroting en omringt haar met een technocratisch kabinet. Als onder meer dat De Bleeker tenslotte fataal wordt, kiest niet de partijvoorzitter maar de premier een opvolgster. Alexander De Croo stelt Alexia Bertrand voor, iemand uit de haute finance.
De Croo en Van Quickenborne zijn gepokt en gemazeld in de machtsuitoefening. De Croo doet dat als het kan met een ontwapenende glimlach, Van Quickenborne bedient zich het liefst van een hondsbrutale assertiviteit. Als het moet, zijn ze ongenadig. Het is een harde vorm van de liberale meritocratie: wie niet meekan, valt af. PS-voorzitter Magnette is minstens even hard, haast onbeweegbaar. MR-président Georges-Louis Bouchez heeft een ontzettend grote mond, maar kan incasseren als geen ander. Kritiek glijdt van hem af.
In deze evil league kan Lachaert niet mee. Hij heeft zijn nut bewezen door zijn rol in een operatie die De Croo en Van Quickenborne aan de macht heeft gebracht (of daar heeft gehouden), maar in zijn nieuwe functie kan hij niet schitteren. Hij is minder sterk dan gedacht of gehoopt. Hij aarzelt. Lachaert schrijft een boek dat amper gelezen wordt. Hij organiseert een congres dat geen indruk maakt. Het is stilaan op. De Croo en Van Quickenborne zijn steeds minder geneigd om met hem echt rekening te houden. Niet omdat zij niet willen, maar omdat hij niet kan. Lachaert zelf voelt het messcherp aan: there’s something rotten in the State of Denmark.
Bovendien is de Wetstraat een uitzonderlijk toxisch milieu geworden. Zowel De Croo, Van Quickenborne als Lachaert moeten incasseren. Bij Van Quickenborne heeft dat ook te maken met zijn bevoegdheid als minister van Justitie: omdat men een aanslag van het drugmilieu vreest, moeten hij en zijn gezin onderduiken.
Bij de andere twee gaat het om een aantasting van hun persoonlijke integriteit. In juni 2021 verschijnt het boek De doodgravers van België. Daarin schrijft journalist Wouter Verschelden over ‘iets’ tussen Alexander De Croo en de Italiaanse pornoactrice Eveline Dellai. De oorspronkelijke bron ervan kan alleen maar (de entourage van) Gwendolyn Rutten zijn, de partijvoorzitster aan wie De Croo in volle formatie dit privéprobleem zou hebben opgebiecht. Of zij of haar entourage ook de journalistieke bron is, valt niet te achterhalen. De hele Wetstraat was op de hoogte, aldus een concurrerend toppoliticus tot enkele journalisten: ‘Het werd zo vaak rondverteld dat zelfs de sanseveria’s in de Kamer er weet van hadden.’
Ook Lachaert krijgt zijn deel. ‘t Scheldt publiceert foto’s van hem en een vrouw op restaurant. ’t Scheldt slaagt erin om van niets een journalistieke zaak én zelfs een rechtszaak te maken – die Lachaert wint. Toch is de Open VLD-voorzitter het lijdend voorwerp.
Mentaal uitgeput
De Croo lijkt immuun voor wat er in de media verschijnt. Het raakt hem ogenschijnlijk niet. Bij Lachaert is dat anders. Hij lijkt hoe langer hoe meer een getormenteerd man, een politicus die slecht in zijn vel zit. Het ultieme ‘bewijs’ daarvan is een kritisch straatinterview met de VRT-nieuwsdienst. Ineens ziet de kijker hoe Lachaert zich omdraait en het op een lopen zet. De camera houdt het beeld pijnlijk lang vast. Pas achteraf verneemt men dat hij op weg is naar visrestaurant La Belle Maraîchère voor een gesprek met Paul Magnette. Echte liberalen blijven intussen verweesd achter, zo leren de peilingen.
Lachaert kraakt onder de druk. Mentaal is hij uitgeput. Zonder echte ruggespraak kondigt hij zijn afscheid als voorzitter aan. In interviews legt hij uit dat hij geen kans ziet omdat hij ‘zijn’ liberalisme toch niet kan laten voorgaan op het regeringswerk van Alexander De Croo? Het is zogezegd de nederlaag van de vermeende zuiverheid. Die wordt pas teruggevonden nadat elke liberaal al jaren zijn handen heeft vuilgemaakt.
Lachaert had aangekondigd dat hij na de vakantie zou aftreden. Hij kan zich de moeite besparen, want De Croo neemt nu al de leiding in handen. De nieuwe voorzitter zal niet worden gekozen door de leden, maar door de eerste minister. Daarna volgt wellicht een of ander plebisciet. Maar heeft de liberale basis dan een andere keuze dan ‘ja’ stemmen? In het andere geval zeggen de Open VLD’ers het vertrouwen in de premier én de nieuwe voorzitter op. De Open VLD is het slachtoffer van een machtsgreep door de top. De ‘partij van de burger’ is veranderd in een niet-constitutioneel presidentieel model, waarbij niet Lachaert maar De Croo gezien mag worden als de Emmanuel Macron van de Vlaamse liberalen – van 8 procent van de kiezers dus, volgens de peilingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier