Seksuele opvoeding in de kleuterklas: wat gebeurt er, en wat willen de politieke partijen?

RIJSWIJK - Een kind glijd van de glijbaan en krijgt zo zelfvertrouwen en overwint angsten.ANP /Hollandse Hoogte / Laurens van Putten © ANP / Laurens van Putten

Krijgen Vlaamse kleuters al seksuele voorlichting in de klas? Wat leren ze daar? Zijn de scholen verplicht om die lessen te geven? En wat zijn de standpunten van de verschillende politieke partijen over het thema?

Plots werden de kleuterklassen onderdeel van het politieke debat. Volgens het Vlaams Belang zou er ‘genderideologie’ onderricht worden. Volgens een scholier in het VRT-programma Eerste keus wordt het er zelfs ‘ingedrukt’. Kortom: ‘Er wordt te veel aandacht aan besteed.’

De partijprogramma’s van Groen, de Open VLD en Vooruit zijn kop van Jut. Volgens de nieuwssite van Vlaams Belang, V-Nieuws willen die partijen ‘kinderen seksualiseren’.

Wat moet er volgens de politieke partijen over gender en seksualiteit onderwezen worden in de kleuterklassen? Wat gebeurt er nu? En wat is er mogelijk?

Wat zegt de Vlaamse overheid?

Het kleuteronderwijs werkt niet met leerlijnen of leerplannen zoals het basis- en secundair onderwijs, maar met ontwikkelingsdoelen. Die minimumdoelen focussen naast kennis en inzicht ook op vaardigheden en attitudes.

Volgens Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, zijn enkele van die ontwikkelingsdoelen relevant voor seksuele opvoeding. In het leergebied lichamelijke opvoeding staat bijvoorbeeld: ‘De kleuters tonen een rustige aanwezigheid in het eigen lichaam, voelen de eigen grenzen en tonen een vertrouwdheid met de eigenheid van het lichaam (3.4).’

In het leergebied wetenschappen en techniek lezen we: ‘De kleuters kunnen in verband met voortplanting van mensen en dieren illustreren dat een levend wezen voortkomt uit een ander levend wezen van dezelfde soort (1.5).’

Er zijn dus een aantal ontwikkelingsdoelen relevant voor de organisatie van seksuele opvoeding in het kleuteronderwijs, maar de Vlaamse overheid geeft geen concrete richtlijnen aan scholen over hoe dat seksueel onderwijs georganiseerd moet worden. Kleuters dienen zich volgens de ontwikkelingsdoelen bewust te zijn van het bestaan van de voortplanting, maar concepten als gender en geaardheid worden niet vermeld.

Koepels aan zet

De Vlaamse regering laat dus bijzonder veel vrijheid aan scholen en scholenkoepels om zelf het kleuteronderwijs vorm te geven.

Katholiek Onderwijs Vlaanderen heeft een visietekst ‘Relationele en Seksuele vorming’ waarop zijn scholen hun onderwijs kunnen baseren. De tekst ondersteunt alleen scholen in het basis-, secundair en buitengewoon onderwijs, niet in het kleuteronderwijs.

Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) verwijst naar de leerlijnen die ontwikkeld zijn door Sensoa. Voor kleuters moet seksuele opvoeding volgens het GO! focussen op de de vragen van kleuters zelf: hoe ziet een lichaam eruit, wat kan ik doen met mijn lichaam, en wat kun je voelen met je lichaam? Sensoa raadt prentenboeken over gevoelens en verliefdheid aan als mogelijk lesmateriaal.

RoSa vzw, het kenniscentrum voor Gender en Feminisme, ontwikkelde een toolkit voor kleuters over hoe leerkrachten met gendervragen moeten omgaan. Met ‘gendervragen’ bedoelen ze vooral genderstereotypen, zoals het onderscheid tussen ’typisch mannelijke’ en ’typisch vrouwelijke’ interesses. De toolkit leert leerkrachten vooral hoe je ‘genderbewust’ lesgeeft en stereotypen kunt vermijden of ter discussie kunt stellen.

Waar komt het nieuws over ‘genderideologie’ vandaan?

Is dit nu de ‘genderideologie’ die volgens Vlaams Belang en diverse socialemediagebruikers in scholen onderwezen wordt? Uit de gegevens van Google Trends blijkt dat het woord slechts de laatste weken in de zoektermen opduikt.

Rond 5 april en 20 mei zien we een piek in de zoekresultaten voor België. Op 2 april verscheen het artikel op V-Nieuws over het verkiezingsprogramma van Vooruit. Op 8 mei deed V-Nieuws daar nog een schepje bovenop. De laatste dagen werd het woord weer vaker opgezocht, maar de onderzoeksresultaten bleven wel beperkt.

Dat het woord de samenleving is binnengedrongen, tonen de uitspraken die paus Franciscus in maart deed op een internationale conferentie. ‘Genderideologie is het lelijkste gevaar van deze tijd’, zei hij toen volgens De Standaard.

Volgens onderzoek uit 2017, gepubliceerd in The Journal of Sexual Medicine, werd het woord ‘genderideologie’ toen al enkele jaren gebruikt in de Verenigde Staten door religieuze fundamentalisten die zich verzetten tegen wetten die identiteiten als trans en intersex willen beschermen. ‘Voor hen is gender fictie, en is de enige realiteit het biologische geslacht. Het gebruik van deze campagne is nu wereldwijd verspreid over alle continenten’, schrijven de onderzoekers.

Wat willen de partijen?

In het partijprogramma van Vooruit lezen we: ‘Er komt in elke school – van het kleuteronderwijs tot het zesde middelbaar – een duidelijke leerlijn omtrent seksuele opvoeding. We verankeren de kennis omtrent gender- en seksuele diversiteit bij leraren door dit op te nemen in de lerarenopleiding.’ (p. 226).

Bij Groen willen ze ‘expliciete minimumdoelen voor gender en seksuele oriëntatie vastleggen in het onderwijs’, lezen we op de website. In het programma van Groen komt het thema niet aan bod. Tijdens de voorstelling van het Regenboogplan ging Groen nog een stapje verder: ‘Het start bij de kleuters.’ Dat lezen we bij zakenkrant De Tijd.

In het partijprogramma van de Open VLD lezen we: ‘In het basis- en secundair onderwijs, evenals in het kleuteronderwijs, worden thema’s rond gender- en seksuele diversiteit opgenomen in de leerplannen.’

Andere partijen zijn wat voorzichtiger in hun aanpak. CD&V pleit er bijvoorbeeld enkel voor om ‘in het basis- en secundair onderwijs blijvend aandacht te hebben voor thema’s als gender, seksualiteit, genderstereotypen en toestemming’ (p. 86). De partijprogramma’s van N-VA en PVDA blijven eerder op de oppervlakte over de kwestie.
Sommige partijen willen de ontwikkelingsdoelen dus blijkbaar aanvullen of aanscherpen. Vooruit spreekt over een ‘duidelijke leerlijn’. Open VLD over een ‘opname in de leerplannen’. Leerplannen die voor de duidelijkheid tot op heden nog onbestaand zijn voor het kleuteronderwijs.

Over de taalgrens
Seksuele opvoeding ligt ook in het zuidelijke deel van het land gevoelig. Toen het gebruik van EVRAS, een gids voor leerkrachten rond seksuele en relationele opvoeding, in Wallonië verplicht werd, leidde dat zelfs tot brandstichting in meerdere schoolgebouwen. Veel van de beweringen die over de gids rondgingen, bleken evenwel uit de lucht gegrepen.

Partner Content