Etienne de Callataÿ
‘Samenlevingsdienst is een hefboom die breder moet worden ingezet’
Econoom Etienne De Callataÿ legt uit waarom de Samenlevingsdienst een zeer goede investering is voor de maatschappij. De vzw organiseert verschillende vormen van burgerdienst voor jonge mensen, en roept de federale overheid op om de dienst toegankelijk te maken voor alle jongeren.
De militaire dienstplicht, die zo’n 30 jaar geleden werd afgeschaft, doet bij velen een belletje rinkelen. Maar kent u de Samenlevingsdienst? Dit programma biedt alle jongeren tussen 18 en 25 jaar de kans om zich onvoorwaardelijk en voltijds, gedurende zes maanden, zowel collectief als individueel, in te zetten voor projecten van algemeen belang. Daarbij nemen de jongeren ook deel aan een programma rond burgerschapsvorming en krijgen ze een toelage en verzekering.
De Samenlevingsdienst geeft jongeren de kans om zichzelf te ontdekken, zich te (her)oriënteren, bij te leren, met elkaar om te gaan en zich in te zetten voor anderen. Het is een fantastische kans … En toch bestaat dit in ons land alleen op een experimenteel niveau die veel te beperkt is. 600 jonge Belgen nemen elk jaar deel aan De Samenlevingsdienst, terwijl onze naaste buren (Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Luxemburg) geïnstitutionaliseerde programma’s van dit type hebben, die elk jaar meer dan 300.000 jongeren mobiliseren die zich ten dienste stellen voor de maatschappij. Gezien de kosten-batenverhouding van De Samenlevingsdienst is het absoluut noodzakelijk om het bereik hier in België te vergroten.
Sociale mix
Deel uitmaken van een groep met een echte sociale mix, was typerend voor de vroegere militaire dienstplicht. Jonge mensen met verschillende achtergronden en levenservaringen zaten allemaal in dezelfde barak. De Samenlevingsdienst doet precies hetzelfde, met als extra bonus een evenwichtige gendermix.
Bij de Samenlevingsdienst nemen jongeren actief deel aan projecten. Ze handelen samen, ze schieten met elkaar op, ondanks hun verschillen. Het actief deelnemen en zich belangeloos inzetten voor maatschappelijke projecten is op zich al bewonderenswaardig en kan alleen maar aangemoedigd worden. Daarbovenop, in een samenleving die verdeeld en gepolariseerd is, leren de jongeren hun vooroordelen te overwinnen en hun opvattingen bij te sturen, net door zich samen te engageren voor eenzelfde doel.
Win-win
De Samenlevingsdienst is een meerwaarde voor zowel de maatschappij als voor de betrokken jongeren. Voor hen is het een kans om zich deel te voelen van de maatschappij, sociale vaardigheden te oefenen, meer zelfvertrouwen te krijgen, nieuwe ervaringen op te doen en nieuwe netwerken te ontwikkelen, een doel te herontdekken en soms om weg te komen uit een familiale omgeving of een moeilijke persoonlijke situatie. Voor de maatschappij is het een toegevoegde waarde, want op de middellange tot lange termijn is een jongere die getraind en ruimdenkend is, met gestimuleerde ‘soft skills’, een jongere die een betere burger zal zijn, met overigens een positief domino-effect op de overheidsfinanciën, zowel wat inkomsten als uitgaven betreft.
(Lees verder onder de preview.)
En zelfs op korte termijn is dit een meerwaarde voor de maatschappij. Het programma wil natuurlijk niet concurreren met betaalde arbeid, maar of het nu gaat om een project binnen de zorg of voor het milieu, er is altijd een onmiddellijk positief rendement voor de bevolking als geheel.
Een regering die zich engageert
De roep tot verdere ontwikkeling en, met andere woorden, de institutionalisering van de Samenlevingsdienst door de overheid op federaal niveau is gebaseerd op onze collectieve verantwoordelijkheid tegenover de jongeren. Als jongeren gedesoriënteerd zijn, op zoek gaan naar zin en zingeving in hun leven, moeite hebben om hun toekomst vorm te geven, is dat dan geen falen van onze kant? Een falen dat we aan de basis moeten corrigeren of op zijn minst “in de praktijk” moeten compenseren? We hebben een verantwoordelijkheid, niet tegenover een paar honderd jongeren per jaar, maar tegenover alle jongeren. Daarom moeten we toe naar een federale institutionalisering van de Samenlevingsdienst, met de individuele financiële steun die nodig is om de Samenlevingsdienst toegankelijk te maken voor elke jongere.
Een kost? Neen, een investering!
De econoom in mij heeft een zeer positieve kijk op de Samenlevingsdienst, maar hij moet zich inhouden. De voornaamste reden waarom hij zo graag zou zien dat De Samenlevingsdienst op grote schaal wordt ingezet, is niet economisch eerder een kwestie van ethische overtuiging. Dit gezegd zijnde, en ook al houdt hij van moeilijke keuzes en ‘afwegingen’, wordt de econoom hier gesust omdat de ontwikkeling van de Samenlevingsdienst een zeer goede investering voor de maatschappij is. Net zoals preventieve gezondheidszorg een zeer nuttige uitgave is, die echter te weinig aandacht krijgt in vergelijking met curatieve zorg, is investeren in jongeren een investering in de toekomst!
De Samenlevingsdienst is niet onderworpen aan de belangen van de economie en het bedrijfsleven, maar behartigt de belangen van de economie en het bedrijfsleven. Dit zou onze overheid in staat moeten stellen om een brede consensus te bereiken rond het voorontwerp van wet tot de invoering van de Samenlevingsdienst die momenteel bij de federale regering wordt besproken. Bovendien hebben bijna 300 steden en gemeenten uit heel België (die bijna 6 miljoen mensen vertegenwoordigen) deze week 300 steunbetuigingen ondertekend en overhandigd aan de regering, waarin ze de regering oproepen om de Samenlevingsdienst op federaal niveau te institutionaliseren.
De Samenlevingsdienst is een krachtige hefboom, waar zowel de jongeren als de maatschappij baat bij hebben. In de financiële wereld kan het hefboomeffect riskant zijn en daarom moet het worden getemperd, maar hier is de situatie helemaal anders. Hoe groter de schaal van de Samenlevingsdienst, hoe groter de positieve impact op de samenleving!
Etienne de Callataÿ is econoom en mede-oprichter van Orcadia AM
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier