Frank Judo
‘Roep om ontslag leidt vaak de aandacht af van de essentie’
‘Meer dan een politieke gebeurtenis, is het ontslag van een minister een hoogtepunt van de personalisering van het politieke debat’, schrijft Frank Judo. Hij pleit voor ‘een politieke nieuwe zakelijkheid’ om rechte te doen aan wat democratie in wezen is: het koesteren van politiek alternatieven.
Heel trots ben ik er nooit op geweest. Het academiejaar sleurde zich naar zijn einde toen het meest onwaarschijnlijke bericht ooit (althans voor 11 september 2001) doorsijpelde: Marc Dutroux was ontsnapt!
Als aankomende verantwoordelijken voor het reilen en zeilen van de samenleving, want laatstejaarsstudenten, kwam het ons toe een oordeel uit te spreken. Beter nog, te zeggen hoe het wel had gemoeten. Na lang overleg kwamen we niet verder dan “Dehaene ontslag”. Natuurlijk gebeurde dat niet, maar de ministers Vande Lanotte en De Clerck traden wel degelijk terug, op basis van een bijzonder ruime interpretatie van de leer van de ministeriële verantwoordelijkheid.
Was dat nodig? Was dat zinvol? Droeg het bij tot een betere justitie? Had het meer betekenis dan enig ander pleng- of zoenoffer? De vraag stellen, is ze beantwoorden.
Wie gelooft in de voortdurende opwaartse ontwikkeling van het menselijk intellect, is er overigens aan voor de moeite. Na de moord op een politieagent bij het Noordstation kwam de verenigde oppositie niet veel verder dan een stel opgeschoten studenten een kwarteeuw geleden. Het vertrek van de ministers van justitie en binnenlandse zaken was blijkbaar de panacee. Nog pijnlijker werd het toen een week later effectief een regeringslid ontslag nam, zij het niet als zoenoffer voor de tekortkomingen van een min of meer ondergeschikte medewerker van haar departement, maar wel als gevolg van al bij al vrij onschuldig, zij het niet geruststellend gestuntel in het parlement.
(Lees verder onder het artikel.)
Enkele jaren geleden verschenen in Nederland twee vlot leesbare proefschriften (in Nederland is dat fenomeen overigens courant) over het aftreden van ministers en staatssecretarissen tussen 1918 en 2002. Zoals dat past in wetenschappelijke studies, werd een veelvoud aan factoren geïdentificeerd die kunnen leiden tot een ministeriële val op het Binnenhof. Een van de conclusies was dat een ontslag vandaag meer een politieke dan een bestuurlijke gebeurtenis is.
Dat is in onze streken niet anders en misschien mag je wel een stapje verder gaan: meer dan een politieke gebeurtenis, is het een hoogtepunt van de verpersoonlijking van de politiek. De focus van het debat wordt verschoven van het regeringsbeleid naar het “functioneren” van een bewindspersoon, wat vaak een alibi is om ongeremd onaangename dingen te zeggen over iemand die men wil zien vertrekken. Dat gebeurt natuurlijk sans rancune, want de enige reden waarom men collectief de jacht op een stuk aangeschoten wil heeft ingezet, is de bedoeling de collectiviteit van de regeringsploeg te verzwakken. Ongetwijfeld zit daar staatkundige logica in, maar voor een doorsnee observator blijft dat weinig geloofwaardig overkomen.
De doorgedreven personalisering van het politieke debat blijkt trouwens niet alleen bij vragen om ontslag van een regeringslid. Valt het u ook op dat een discussie over zin en onzin van instellingen (trefwoord: de Senaat) binnen de kortste keren afglijdt naar een requisitoir tegen de te hoge kosten die deze instelling met zich meebrengt, bij voorkeur nog toegespitst op het aantal dienstwagens of de gemiddelde salarissen van de directeuren? Alsof de grote kost van een instelling haar werking betreft, en niet het beleid dat ze wil, kan of moet voeren. Op die manier wordt elk institutioneel debat gesmoord vooraleer het is begonnen.
Op die manier is het ook niet verrassend dat een beeld van de politiek ontstaat, waarin beleidsdoelstellingen worden weggezet als irrelevant en persoonlijke overwegingen, niet noodzakelijk van de meest hoogstaande soort, de verborgen agenda’s lijken te bepalen. Niemand vraagt om naïviteit: persoonlijke overwegingen spelen mee bij zowat elke beslissing die door een persoon wordt genomen, en dat zijn er nogal wat. En toch is er meer, dat onder de radar dreigt te blijven, als niemand het erboven heft.
(Lees verder onder het artikel.)
“The duty of the opposition is to oppose” hoor je wel eens zeggen. Het oorspronkelijke citaat is nog cynischer. Het komt van de 18de eeuwse liberale politicus George Tierney en luidt: “The duty of an opposition is to propose nothing, to oppose everything, and to turn out the Government.” Of dat te verzoenen valt met de kwalificatie als “most loyal” die de Britse oppositie traditioneel te beurt valt, is zeer de vraag.
Ons land kent niet de traditie van schaduwkabinetten, die in het Verenigd Koninkrijk diep ingebakken zit. Die traditie is het ultieme bewijs dat van een oppositie meer wordt verwacht dan verbaal vuurwerk en dat de oppositie vooral het alternatief is voor de regering – want het ultieme verschil tussen een democratie en een dictatuur is dat er binnen het systeem een alternatief bestaat. Ons kiesstelsel en de daaruit voortvloeiende noodzaak om coalities te sluiten maakt het niet vanzelfsprekend om de traditie van het schaduwkabinet zonder meer over te planten, maar het kan wel een inspiratiebron zijn om meer te focussen op beleid en alternatieven voor beleid.
Stel je voor: een oppositie die uitlegt hoe het beter kan, waarna de meerderheid ruiterlijk toegeeft dat er inderdaad voorstellen kunnen worden overgenomen. Het is bijna zo onwaarschijnlijk als een minister die door de Kamer streng wordt toegesproken wegens ontoereikend beleid, en als straf wordt opgelegd om nog een jaar langer dezelfde portefeuille te beheren. En toch is een politieke “nieuwe zakelijkheid” onvermijdelijk, niet in de eerste plaats om de opkomst van deze of gene partij die proteststemmen vergaart af te remmen, maar wel om recht te doen aan wat democratie in wezen is: het koesteren van politieke alternatieven. Liefst met inhoud.
Frank Judo is advocaat, kerkjurist en historicus. Eerder dit jaar verscheen zijn meest recente boek Het bewaren waard. Wandelen door een conservatisme langs 21 misverstanden. (Ertsberg).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier