‘Reminder voor politici met drempelvrees: tijd om de subsidiëring fossiele brandstoffen nu af te bouwen’
Ook België subsidieert het gebruik van fossiele brandstoffen op gigantische wijze. De uitfasering van die subsidies moet nu écht bovenaan de politieke agenda komen te staan. Koen Stuyck, senior pleitbezorger klimaat en voetafdruk bij WWF-België, legt uit waarom, en hoe we die grote som geld veel beter kunnen gebruiken.
Over de oorzaak van de klimaatcrisis bestaat geen twijfel meer: onze verbranding van fossiele brandstoffen is de belangrijkste factor. De grote producenten ervan schuiven al jaren hun gigantische verantwoordelijkheid af op de gebruiker en maken recordwinsten ten koste van onze leefomgeving en gezondheid. Bij de producenten bestaat geen financiële prikkel om over te schakelen op de aanlevering van duurzame energie. Dat is een eerste belangrijk punt.
Ten tweede en mogelijk nog erger: de OESO berekende onlangs dat tussen oktober 2021 en december 2022 in 42 OESO-lidstaten ongeveer 170 miljard dollar werd uitgegeven aan steun voor fossiele brandstoffen. Dat terwijl de steun voor niet-fossiele brandstoffen in dezelfde periode niet meer dan 80 miljard dollar bedroeg, minder dan de helft dus.
Als we specifiek naar de EU kijken, zien we dat de staten die toezeggingen deden om de subsidies voor fossiele brandstoffen geleidelijk af te bouwen, maar zeer weinig concrete plannen ontwikkelden om dat ook effectief te doen.
België en Vivaldi
Ook in België wordt het gebruik van fossiele brandstoffen aanzienlijk gesubsidieerd. Volgens de Federale inventaris verdwijnt er jaarlijks 10,9 miljard euro aan directe en 2 miljard aan indirecte steun uit de schatkist op die manier. De Standaard (14/9) vulde die cijfers aan met onder meer de vrijstellingen voor kerosine in de luchtvaart en voor de erg vervuilende bunkerolie in het maritiem transport. Volgens de krant loopt het totaal aan subsidies mogelijk zelfs op tot 19,7 miljard euro. Een ontstellend hoog cijfer.
In de eerste versie van het Nationaal Klimaat en Energieplan (2019) stond nochtans dat er een “versnelde afbouw van fossiele brandstofsubsidies” moet komen. Ook in het regeerakkoord van 2020 stond de intentie om “het gebruik van fossiele brandstoffen zoveel mogelijk te ontmoedigen”. Toch miste Vivaldi met de laatste begrotingsronde van haar legislatuur, eerder deze maand afgeklopt, de laatste kans voor deze regering om de fiscaliteit op een duurzame leest te schoeien. De steun voor professionele diesel wordt met 25 miljoen verminderd, maar dat is het zowat. Alle goede intenties baarden uiteindelijk minder dan een muis.
(Lees verder onder de preview.)
Subsidies voor fossiele brandstoffen wegen stevig op de publieke middelen. Ze verminderen niet alleen de fiscale ruimte voor investeringen in de groene transitie, maar vertragen en beschadigen de markt voor schone technologieën. Ze verhogen het risico op lock-in van koolstof-intensieve investeringen: als consumenten of bedrijven door belastingvoordelen kiezen voor stookolie, gaan ze hun installatie niet na drie jaar opnieuw vervangen door schonere vormen van verwarming. Een overheid die dergelijke investeringen in fossiele infrastructuur nog toelaat of godbetert stimuleert, bedriegt zijn bedrijven en bevolking.
Angst voor de kiezer?
Het gebrek aan politieke actie heeft wellicht te maken met de heilige schrik voor de kiezer, die op korte termijn profiteert van de vele fiscale kortingen en andere voordelen van het huidige subsidiebeleid. Nochtans is het mogelijk om de fiscale impact van een hervorming te beperken voor de burger. De middelen die kunnen vrijgemaakt worden door de bestaande subsidies voor fossiele brandstoffen uit te faseren, kunnen op een andere manier aangewend worden.
Samen met de middelen uit Europese klimaatfondsen ontstaat er dan een groot pakket aan financiële bewegingsruimte die de overheid kan gebruiken om bedrijven en consumenten (in het bijzonder ook de minst kapitaalkrachtigen) te helpen de overstap te maken naar fossielvrije vormen van verwarming, energievoorziening en mobiliteit.
Belangrijke reminder dus voor politici met drempelvrees: de transitie draagt alles in zich om groot maatschappelijk enthousiasme en daadkracht te mobiliseren, te vergelijken met het Duitse Wirtschaftswunder dat de heropbouw na de oorlog mondiale glans gaf en het land tot een economische reus deed uitgroeien.
(Lees verder onder de preview.)
Terugverdieneffecten
Als we onze verwarming, energievoorziening en mobiliteit decarboniseren en elektrificeren, zal dat leiden tot een drastische vermindering van luchtvervuiling, met wereldwijd 3 tot 4 miljoen minder voortijdige sterfgevallen per jaar. En tot heel wat minder geluidsoverlast bovendien.
Door de vrijgekomen middelen ook te investeren in natuurbescherming en -herstel, brengen we de natuur opnieuw dichter bij de mens, wat eveneens enorme gezondheidswinsten zal opleveren. In 2013 identificeerden Amerikaanse onderzoekers niet minder dan 20 medische problemen als gevolg van een gebrek aan contact met de natuur. Een verzwakt immuunsysteem en een toename van hart- en vaatziekten, angstaanvallen, astma, migraines en zware hoofdpijnen zijn daar voorbeelden van.
Niet alleen de politiek, maar ook de bedrijven zijn belangrijke actoren in dit verhaal. Ook zij moeten meewerken aan een natuurpositieve impact. Dat is een impact die méér natuur oplevert dan minder, zoals vandaag de regel is. Het Wereld Economisch Forum becijferde dat natuurpositieve oplossingen meer dan 10 biljoen dollar zullen opbrengen en 395 miljoen (!) nieuwe jobs kan creëren.
Europa vraagt van ons land om tegen 2030 onze emissies aan broeikasgassen met 47 procent te verminderen. Als we daar niet in slagen, staan ons honderden miljoenen aan boetes te wachten, internationaal gezichtsverlies en een economie die achterloopt op andere landen.
Om die vermindering aan emissies te verwezenlijken, is de volgende legislatuur cruciaal. De uitfasering en heroriëntering van subsidies voor fossiele brandstoffen moeten bovenaan de politieke agenda staan en een fundament vormen in het nieuw regeerakkoord. Opdat de kinderen die vandaag geboren worden binnen dertig jaar aan hun kinderen kunnen vertellen aan welke ramp we ontsnapt zijn.
Koen Stuyck is senior pleitbezorger klimaat en voetafdruk bij WWF-België.
Lees ook:
– Een koolstofbelasting is een no-brainer voor economen: ‘We moeten echt niet op de EU wachten’
– Anders reizen: welk vervoersmiddel stoot de meeste CO2 uit?
– ‘CO2-vervuiling moet je aanpakken als een afvalprobleem’
– Nieuw klimaatrapport: ‘CO2-verwijdering noodzakelijk om nettonuluitstoot te halen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier