Rekenhof: ‘Onzorgvuldigheden bij gunnen van consultancyopdrachten door Vlaamse overheid’
Er zijn onzorgvuldigheden vastgesteld bij het gunnen van consultancyopdrachten door de Vlaamse overheid. Ook het documenteren van overheidsopdrachten gebeurt niet altijd behoorlijk. Dat zegt het Rekenhof op basis van een doorlichting van de uitgaven voor consultants in de huidige legislatuur, in opdracht van het Vlaamse parlement.
Het Rekenhof ging bij een steekproef van 200 facturen na welke plaatsingsprocedures de Vlaamse overheid gebruikte om consultancyopdrachten te gunnen. In een beperkt aantal dossiers (zo’n 5 procent) paste ze de overheidsopdrachtenregelgeving ten onrechte niet toe of motiveerde ze de niet-toepassing onvoldoende, staat in het rapport. In ongeveer 37 procent deed de overheid een beroep op een plaatsingsprocedure die geen voorafgaande bekendmaking vereiste en waarbij zij zelf kon kiezen welke ondernemers ze raadpleegde of uitnodigde om een offerte in te dienen.
“Maar bij overheidsopdrachten van beperkte waarde (lager dan 30.000 euro excl. btw) kon ze bij ongeveer één derde van de opdrachten niet aantonen dat een minimale mededinging werd georganiseerd”, aldus het Rekenhof. De Vlaamse overheid gunde gelijkaardige of opvolgende overheidsopdrachten meermaals opnieuw aan de zittende dienstverlener. “Dat verhoogt het risico op een grote afhankelijkheid van de betrokken dienstverlener, met een mogelijke impact op de prijszetting”, meent het Rekenhof.
Een verder onderzoek van 25 plaatsingsprocedures duidde op een aantal “onzorgvuldigheden” bij de gunning van overheidsopdrachten. “Die betreffen onder meer de strikte naleving van de toepassingsvoorwaarden en de motiveringsplicht voor procedures waarin onderhandelingen toegelaten zijn, de wijze waarop de Vlaamse overheid de selectie- en gunningscriteria vaststelde en toetste, de zorgvuldigheid waarmee zij de regelmatigheid van de offertes onderzocht of dat onderzoek documenteerde”, luidt het. Die onzorgvuldigheden zijn vooral een aandachtspunt bij de onderhandelingsprocedures zonder voorafgaande bekendmaking, aldus het Rekenhof.
Het verzamelen van informatie verliep ook niet eenvoudig. “Soms konden entiteiten de opgevraagde dossierstukken niet meer terugvinden. Dat raakt aan de transparantie van de plaatsingsprocedure en bemoeilijkt de interne beheersing en externe controle”, waarschuwt het Rekenhof nog.
Over de bedragen rond consultancy, waarover vorig jaar nog opschudding ontstond in het Vlaams Parlement nadat verschillende ministers erg verschillende bedragen citeerden, zegt het Rekenhof dat die verschillen een gevolg blijken te zijn van de manier waarop de ministers de boekhoudkundige informatie hebben gefilterd, waarbij ze een verschillende selectiemethode toepasten.
Een eerste geciteerd bedrag van 1,5 miljard euro door minister van Welzijn Hilde Crevits betreft volgens het Rekenhof “een overschatting”. Het gaat om het totaalbedrag aan uitgaven die van januari 2019 tot en met maart 2023 werden aangerekend op de algemene en specifieke economische rekeningen waarop consultancyuitgaven kunnen worden aangerekend, maar waar dus ook andere uitgaven op staan, klinkt het.
Het bedrag van 42,3 miljoen euro dat haar collega van Begroting Matthias Diependaele citeerde, is dan weer een jaarcijfer uit 2022 en dekt dus niet de hele legislatuur. Het bedrag van afgerond 640 miljoen euro van minister-president Jan Jambon is volgens het Rekenhof ook “vertekend” doordat de verschillende entiteiten een andere methode hanteerden voor het uitzuiveren van hun uitgaven. Het Rekenhof schuift zelf geen totaalbedrag naar voren. “Het heeft niet elke verrichting die op de vijf economische rekeningen inzake consultancy is geregistreerd in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2023 individueel geanalyseerd. Dit zou een onverantwoorde inzet van middelen hebben gevraagd”, klinkt het in het rapport.
Daarnaast bleek al tijdens de parlementaire debatten dat het begrip ‘consultancy’ niet eenvoudig af te bakenen is. Het departement Financiën en Begroting heeft intussen wel een nota opgesteld die de definitie en criteria vastlegt.
Volgens de Vlaamse regering bevestigt de analyse door het Rekenhof “de nood aan een eenvormige definitie voor wat onder consultancy moet worden begrepen”. Over de onzorgvuldigheden zegt de regering “dat ze continu investeert in maatregelen die moeten bijdragen tot een correcte naleving van de overheidsopdrachtenregelgeving, zoals de rol van het Facilitair Bedrijf als kennispunt en enige aankoopcentrale, en de vorming van medewerkers door training en opleidingen”. Ze wil deze maatregelen in de toekomst nog versterken en uitbreiden.