Bijgedachte | Politiek

‘De kabinetten zouden beter worden afgeschaft’

De regering-De Wever heeft geen staatssecretarissen. Dat zorgt voor minder kabinetten en kabinetsleden. © BELGA
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

‘De vermindering van het aantal kabinetsleden bij de regering-De Wever is een stapje in de goede richting’, vindt Ewald Pironet, senior writer bij Knack. ‘Maar het aantal kabinetten zou nog verminderd kunnen worden.’

Het blijft een opmerkelijk gegeven: bij het aantreden van een nieuwe regering bouwt elke minister in ons land een hele hofhouding rond zich uit, van kabinetschefs over medewerkers tot een kok en chauffeur. België is daarmee een grote uitzondering, want in de meeste andere landen steunt de minister op een administratie die regering in, regering uit op post blijft.

Bij ons is dat niet zo, hier gaat elke minister telkens opnieuw op zoek naar medewerkers om hem of haar bij te staan in zijn ministerschap. Meestal zijn die medewerkers op de een of andere manier gelinkt aan de partij van de minister.

De regering-De Wever telt volgens het kabinet van de premier zo’n 250 kabinetsleden minder dan de regering-De Croo. De huidige regering gaat uit van 586 voltijdse kabinetsmedewerkers, terwijl de regering-De Croo er bij de start 838 telde.

Daarbij moet wel worden gezegd dat de regering-De Croo een zeer hoog aantal kabinetsleden had. De regering-Michel bijvoorbeeld had maximaal 769 kabinetsleden. In vergelijking daarmee telt de regering-De Wever 183 kabinetsleden minder, nog steeds een substantieel verschil.

Politici blijven recht hebben op hoge belastingvrije onkostenvergoedingen van zo’n 2500 euro per maand.

De regering-De Wever wil 30 procent op de kabinetten besparen, goed voor zo’n 21 miljoen euro. Maar de federale kabinetten kosten dan nog steeds 50 miljoen euro per jaar. Die besparing klinkt goed, maar dat neemt niet weg dat de politici en politieke partijen deze legislatuur nauwelijks een financiële inspanning zullen leveren, zoals hier eerder al werd geschreven, terwijl wel van alle andere burgers inspanningen worden gevraagd.

Politici blijven bijvoorbeeld recht hebben op hoge belastingvrije onkostenvergoedingen van zo’n 2500 euro per maand. De rijkelijke financiering van de politieke partijen, goed voor jaarlijks zo’n 80 miljoen euro, wordt niet geïndexeerd en dat wordt voorgesteld als een grote inspanning, terwijl het nog steeds uiterst royaal blijft.

Geen staatssecretarissen

Dat de regering-De Wever minder kabinetsleden telt komt voor ‘ongeveer de helft’ omdat het aantal regeringsleden is gedaald, de andere helft is een besparing door afslanking van de kabinetten, aldus het kabinet-De Wever.

De regering-De Wever telt 14 ministers plus de premier, samen dus 15 leden. Dat is volgens artikel 99 van de Belgische grondwet ook het maximum voor een Belgische federale regering. Ook de regering-De Croo had er 15, de regering-Wilmès telde 13 ministers, de regering-Michel 14. Wat het aantal ministers betreft, levert de regering-De Wever dus geen bijzondere inspanning.

Over het aantal staatssecretarissen is niets bepaald. De regering-De Wever heeft geen staatssecretarissen. De regering-Wilmès had er ook geen, de regering-Michel vier, de regering-De Croo had vijf staatssecretarissen. Hier levert de regering-De Wever wel een inspanning.

Telt men het aantal ministers en staatssecretarissen samen, dan heeft de regering-De Wever 15 excellenties, dat is meer dan de regering-Wilmès (13), maar minder dan de regering-Michel (18) en de regering-De Croo (20). Gaan we nog verder terug in de tijd, dan had de regering-Leterme II 15 ministers, 7 staatssecretarissen en 1 regeringscommissaris, dus 23 regeringsleden, evenveel als haar voorganger, de regering-Van Rompuy. 

Begroting en Financiën

Er moet niet alleen gekeken worden naar het aantal ministers en staatssecretarissen, maar ook naar het aantal kabinetten. Dan is het aantal vicepremiers belangrijk, want een vicepremier heeft niet alleen een kabinet voor zijn vakgebied (bijvoorbeeld Buitenlandse Zaken of Financiën), maar ook voor het algemeen beleid. 

Het aantal vicepremiers is gekoppeld aan het aantal partijen dat deel uitmaakt van de regering: elke partij levert doorgaans een vicepremier en de regering-De Wever wordt gevormd door vijf partijen, dus telt de regering-De Wever vijf vicepremiers.

De regering-De Croo had er zeven, de regering-Michel vier, de regering-Wilmès ook vier vicepremiers. Het gevolg van dit alles is dat het aantal kabinetten bij de regering-De Wever uitkomt op 20 en dat is lager dan bij De Croo (27) en Michel (22), maar hoger dan bij Wilmès (17). 

Wat ook nog opvalt, is dat er in ons land steeds een minister van Financiën is (nu Jan Jambon van N-VA) én een minister van Begroting (nu Vincent Van Peteghem van CD&V). In de meeste andere landen is de minister van Financiën, verantwoordelijk voor de inkomsten, dezelfde persoon als de minister van Begroting, verantwoordelijk voor de uitgaven. Daar had de regering-De Wever werk van kunnen maken, zeker nu ze van het rechttrekken van de overheidsfinanciën haar prioriteit maakt.

De vraag kan ook worden gesteld of er aparte ministers nodig zijn voor bijvoorbeeld ‘Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen’ of ‘Middenstand, Zelfstandigen en KMO’s’, wat in de regering-De Wever het geval is. Hier had ook een ministerspost kunnen sneuvelen. 

Het is een gemiste kans dat Financiën én Begroting niet werden ondergebracht bij één minister.

Slotsom

De vermindering van het aantal kabinetsleden bij de regering-De Wever is een stapje in de goede richting, net als werken zonder staatssecretarissen. Maar het aantal kabinetten zou nog verminderd kunnen worden, want het is bijvoorbeeld een gemiste kans dat Financiën én Begroting niet werden ondergebracht bij één minister. Al zouden de kabinetten beter worden afgeschaft, niet omdat daar geen goede krachten zouden zitten, integendeel zelfs, maar omdat het systeem niet deugt en om de zoveel jaar zorgt voor een volksverhuizing op de kabinetten. Andere landen bewijzen dat een land bestuurd kan worden zonder politiek benoemde kabinetten.

Partner Content