Wil N-VA nu regeren met het Vlaams Belang: ja of nee?

© Belga
Walter Pauli

Er is geen interview met een N-VA’er of er wordt gepolst naar het cordon sanitaire rond het Vlaams Belang. De antwoorden variëren, op die ene constante na: de deur zit dicht, maar ze is niet op slot.

Vraag je een N-VA’er naar mogelijke samenwerking met het Vlaams Belang, dan weet elke journalist wat hij níét zal krijgen: een ondubbelzinnig, rechttoe rechtaan antwoord.

Dat neemt niet weg dat wat wél gezegd wordt, best interessant kan zijn. Zo bevestigde partijvoorzitter Bart De Wever gisteren in ons zusterblad Trends dat de parlementsverkiezingen van 9 juni 2024 een sleutelmoment kunnen worden in de grand strategy van de N-VA: ‘Als de N-VA en het Vlaams Belang samen incontournable zijn in het Vlaams Parlement, geeft ons dat de hefboom om federaal zaken te doen.’

Het Vlaams Belang als dreigement, als stok achter de deur van de N-VA om het feitelijke Franstalige veto tegen de partij van De Wever te laten vallen. Want anders zou er in Vlaanderen een regering met de N-VA én het Vlaams Belang kunnen komen en staat de deur wijd open voor een zeer rechts beleid, mét de bijbehorende felle oppositie tegen de federale regering. Dan dreigt politiek avonturisme, en zware averij voor het koninkrijk België.

Sinds de grote verkiezingsoverwinning van de extreemrechtse politicus Geert Wilders en zijn Partij voor Vooruitgang (PVV) bij de Tweede Kamerverkiezingen in Nederland, staat het cordon sanitaire rond het Vlaams Belang weer hoog op de agenda. Net als Wilders, die uitbazuint dat hij minister-president wil worden, is Vlaams Belangvoorzitter Tom Van Grieken uit op deelname aan de macht. Zijn partij staat al een hele tijd op nummer één in de peilingen, nog voor de N-VA van Bart De Wever. Maar schijn bedriegt: het verschil tussen beide partijen is doorgaans statistisch niet significant. En het kan zowel bij het Vlaams Belang als bij de N-VA nog alle kanten uit: het Vlaams Belang kan bij de verkiezingen de kaap van 30 procent ronden of toch rond de 20 procent blijven hangen, terwijl de N-VA een iets grotere kans lijkt te hebben om door die benedengrens te zakken – ‘benedengrens’ voor hen, want voor alle andere Vlaamse partijen (zeker nu Vooruit een stevige storm heeft moeten doorstaan) lijkt 20 procent een haast onbereikbare bovengrens.

De hamvraag is dus: zal de N-VA als centrumrechtse Vlaams-nationalistische partij in de toekomst willen samenwerken met de extreemrechtse Vlaams-nationalisten van het Vlaams Belang? Die laatste partij worstelt nog altijd met het cordon sanitaire dat er in 1989 kwam op initiatief van de groene politicus Jos Geysels en wijlen Hugo Gijsels (1950-2004), destijds de grote kenner van extreemrechts. Het werd een paar keer opgeblazen en herbevestigd, maar in de praktijk houdt het al 35 jaar stand: geen enkele partij sluit coalities af met het Vlaams Belang of werkt ermee samen, niet op het nationale en ook niet op het lokale niveau. Nog nooit is een Vlaams Belanger minister, bestendig afgevaardigde, burgemeester of schepen geweest. Burgemeester Bart Laeremans in Grimbergen kan de enige uitzondering zijn, maar officieel is hij al enkele jaren uit het Vlaams Belang gestapt.

Alleen lijkt het politieke klimaat vandaag rechtser dan ooit. In tal van Europese landen, al dan niet lidstaten van de EU, maken extreemrechtse partijen en politici deel uit van de regering. Dat was eerder al zo in Oostenrijk, en in Italië is vandaag Giorgia Meloni premier: zelf noemt ze haar partij Fratelli d’Italia ‘rechts-conservatief’. In Zweden geeft extreemrechts gedoogsteun aan een rechts kabinet. In Nederland is Geert Wilders’ PVV nu veruit de grootste partij – een paar jaar geleden werd Wilders nog veroordeeld voor groepsbelediging. Ook het Vlaams Blok is in 2004 veroordeeld wegens racisme. De partij veranderde haar naam in Vlaams Belang, en verder bleef alles bij het oude. Ook het cordon sanitaire.

Maar het draagvlak voor dat principe brokkelt af. Melissa Depraetere, interim-voorzitter van Vooruit, heeft het cordon sanitaire al ‘de domste uitvinding ooit’ genoemd. Dat betekent nog niet dat tegenstanders van het cordon daarom voorstanders zijn van samenwerking met het Vlaams Belang. Vooraanstaande liberalen zeggen al langer dat ze geen cordon nodig hebben om onder geen beding ooit samen in een regering te stappen met het Vlaams Belang: ‘Daarvoor volstaan onze eigen liberale principes.’

Bij de N-VA ligt dat anders. Tot het einde van de jaren 1970 zaten alle Vlaams-nationalisten, latere Vlaams Belangers inbegrepen, samen in één partij: de Volksunie. Oudere politici zoals Vlaams minister-president Jan Jambon hebben die tijd nog meegemaakt. Later zagen ze elkaar nog op feesten zoals de IJzerbedevaart, waar tot begin jaren 1990 duizenden mensen aan deelnamen, of het Vlaams-nationaal Zangfeest, dat nog altijd bestaat. De N-VA is in 2000 ontstaan uit de Volksunie, maar was al onder de eerste voorzitter Geert Bourgeois communautair radicaler en maatschappelijk conservatiever dan de Volksunie was onder voorzitters als Bert Anciaux en Patrik Vankrunkelsven. Met Bart De Wever als voorzitter is de N-VA zich ook als een zeer identitaire partij beginnen te profileren, zeer moslimkritisch ook. Nooit waren de ideologische verschillen met het Vlaams Belang zo klein.

Toch is er nog grote aarzeling binnen de N-VA om het Vlaams Belang de hand te reiken. In Humo verwoordde Vlaams minister Zuhal Demir dat onlangs zo: ‘Wij zijn altijd tégen dat cordon geweest. Als je niet bereid bent om te praten met een partij die de verkiezingen wint, neem je je verantwoordelijkheid als politicus niet. Maar praten betekent nog niet dat je hun programma gaat uitvoeren. Momenteel is de kloof tussen onze standpunten nog te groot.’ En: ‘Ik zal altijd weglopen van een tafel waar racisme aanvaardbaar wordt bevonden, of waar iemand zoals ik niet tot “onze mensen” wordt gerekend.’

Als de N-VA-top één signaal met enige hardnekkigheid uitzendt naar het Vlaams Belang, dan is het dat ‘met dit Vlaams Belang nog niet samen te werken valt’. Versta: ontdoe u van uw hardste/vuilste/meest racistische vleugel. Dan komen figuren als Dries Van Langenhove, Filip Dewinter maar ook Sam Van Rooy in het vizier – Van Rooy werd zelfs door Geert Wilders de deur gewezen nadat hij als PVV-medewerker een filmpje op YouTube had gezet waarin hij vrouwen die in boerka door Scheveningen wandelden ‘tuig’ had genoemd.

Dewinter zelf heeft altijd gezegd dat hij met plezier een stap opzij zal zetten als hij daardoor de weg vrij kan maken voor het Vlaams Belang om Antwerpen en Vlaanderen mee te besturen. Dat lijkt hij nu te doen, want voor het eerst sinds de parlementsverkiezingen van 1991 is hij géén lijsttrekker in Antwerpen maar ‘slechts’ lijstduwer – hij moet dus op zijn eigen voorkeursstemmen rekenen om opnieuw in het Vlaams Parlement te raken (anders is de Senaat nog een uitweg, indien hij dat al zelf zou willen). Tegelijk, toch geen detail, blijft Dewinter lijsttrekker voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2024. Dan is hij voor de Antwerpse kiezers weer net zo ‘zichtbaar’ als de Boerentoren.

Dries Van Langenhove is officieel nooit een Vlaams Belanger geweest, maar werd als ‘onafhankelijke’ wel lijsttrekker van de Vlaams-Brabantse Kamerlijst én ook verkozen. In 2023 nam hij evenwel ontslag als parlementslid. Op de persconferentie waarop hij zijn terugtreden aankondigde, werd hij wel geflankeerd door Van Grieken. Van Langenhove beklemtoont ook dat hij het Vlaams Belang zal blijven steunen en het gedachtegoed van de partij zal blijven uitdragen. Toch lijkt een rehabilitatie niet meteen voor morgen: samen met zijn advocaat Hans Rieder heeft Van Langenhove ervoor gekozen om van zijn racismeproces een langdurige procedurele uitputtingsslag te maken. De hele procedure (bij een veroordeling volgt zo goed als zeker beroep en zonodig cassatie) kan haast onmogelijk afgerond zijn voor de verkiezingen van juni 2024.

Die interne evoluties bij het Vlaams Belang worden door de N-VA met argusogen gevolgd. Meer dan één N-VA’er heeft Van Grieken er al een schouderklopje voor gegeven. Bart De Wever zei in De Tafel van Gert dat hij gezien heeft dat ‘er iets begonnen is’ binnen het Vlaams Belang. ‘Ik stel dat vast en had dat nooit gedacht. Ik volg het met aandacht.’ In De Zevende Dag echode minister-president Jan Jambon: ‘Ik zie dat het Vlaams Belang een aantal verschuivingen aan het doen is. Dat is goed. Dat gaat in de goede richting.’

Maar even gemakkelijk wordt de deur weer dichtgeklapt. Dezelfde Jambon: ‘Maar zoals de partij zich vandaag aandient, is het: no pasarán.’ Zuhal Demir: ‘Als hun operatie Propere Handen voorbij is, zal ik misschien overtuigd zijn. Vandaag nog niet.’

Vandaag nog niet, maar volgend jaar misschien wel. Want nog altijd in hetzelfde Humo-interview zegt Demir: ‘Besturen met vier of vijf partijen is geen optie. Dan wordt Vlaanderen ook besmet door de vivaldisering.’ Het zou dus moeten gaan om een regering met daarin al zeker de N-VA en het Vlaams Belang, want volgens de peilingen raken die twee samen bijna aan een meerderheid in zetels in het Vlaams Parlement. Daar moet dan nog een derde partij bij komen. Bijvoorbeeld Vooruit – dat zou dan een formule zijn zoals socioloog Mark Elchardus die bepleit: een grote extreemrechtse partij mee in het democratische bad trekken.

Overigens heeft Demir alle begrip voor Conner Rousseau na zijn misstap: ‘Vorig weekend ben ik in discotheek Versuz gaan dansen met mijn vriendinnen. Veel jongeren spraken me aan: “Conner moet terugkomen! Wij hebben in een zatte bui ook weleens foute dingen gezegd.” De Wetstraatbubbel en de linkse achterban van Vooruit vergissen zich: de meerderheid van de bevolking vindt de commotie rond die zatte uitspraken overdreven.’

Leg al die uitspraken op een rij en er ontstaat een caleidoscopisch beeld dat de N-VA’ers, in verlegenheid gebracht door de vraag of ze al dan niet in zee willen gaan met het Vlaams Belang – telkens weer anders schudden, naar gelang van het publiek dat ze voor zich hebben:

– Tegen het Vlaams Belang: alleen aanpassen loont. Dan misschien wel.

– Tegen de eigen achterban: we zeggen niet nee, maar het Vlaams Belang moet zich eerst aanpassen.

– Tegen de pers en de publieke opinie: wij zijn geen fan van het cordon sanitaire maar met dit Vlaams Belang geen we zeker niet in zee.

– Tegen de Franstalige partijen: onderhandel met ons of anders is het jullie schuld dat wij niet anders kunnen dan met het Vlaams Belang in zee gaan.

– Tegen de kiezer: stem vooral op ons. We zien later wel of we met het Vlaams Belang in zee gaan. Nu is dat geen issue. Terwijl het voor Bart De Wever en co. natuurlijk hét issue is waarrond vanaf 2024 elke strategische afweging draait, zowel in de Vlaamse als de federale context.

Het is een intellectuele en communicatieve spielerei, en tegelijk natuurlijk een spel met een bijzonder hoge inzet.

Reactie van Sam van Rooy, Vlaams parlementslid en Antwerps fractieleider voor Vlaams Belang:

‘In zijn artikel (Knack, 30/11) schrijft Walter Pauli dat ik “als PVV-medewerker een filmpje op YouTube had gezet waarin ik vrouwen die in boerka door Scheveningen wandelden ‘tuig’ had genoemd”. Dat klopt niet. Ik heb, ondertussen 12 jaar geleden, de term ‘tuig’ nadien gebruikt tijdens een online discussie naar aanleiding van het filmpje, en heb dat vervolgens in een artikel ter reactie genuanceerd: als zulke vrouwen door een moslimman of moslimmannen onder de boerka worden gedwongen, dan zijn het slachtoffers.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content