Raoul Hedebouw (PVDA) wil toch mee regeren, maar niet heus
De PTB wil opeens wel mee besturen na de verkiezingen van 9 juni. ‘Moi je dis oui’, verklaarde PTB/PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw vorige week op de Franstalige radiozender Bel RTL.
Tot dusver hielden de postcommunisten van Hedebouw altijd vol te zullen passen voor regeringsdeelname op regionaal of federaal niveau. ‘Maar dat “ja” van Hedebouw is zuivere communicatiestrategie en eigenlijk praat voor de vaak’, zegt politoloog Pascal Delwit (ULB). ‘Op het laatste partijcongres heeft de PTB afgesproken dat de partij niet in een regionale of federale regering stapt, en alleen wil meebesturen op gemeentelijk niveau, zoals nu al in Zelzate.’
Ook politoloog Dave Sinardet (VUB) vindt de nieuwe openingszet van Hedebouw weinig geloofwaardig.’ ‘Hij zegt dit om een van de belangrijkste argumenten van de PS tegen de PTB te counteren. PS-voorzitter Paul Magnette laat geen kans liggen om linkse kiezers in Wallonië en Brussel te waarschuwen dat het geen zin heeft om voor de PTB te stemmen. De partij blijft toch aan de zijlijn staan. En je eindigt, door je linkse stem te vergooien, met een rechtse regering’, zegt Sinardet.
Hedebouw wil de waarschuwing van Magnette voor een ‘verloren stem’ counteren.
Hedebouw wil natuurlijk niet zonder slag of stoot in een regering. Zo moet de pensioenleeftijd terug naar 65, moeten de Europese verdragen en begrotingsregels op de schop en – kers op de taart – moet er sprake zijn van een duidelijke breuk met het kapitalistisch bestel.
Grotendeels zo onrealistisch dat de PTB zichzelf uitsluit. Al zal Magnette de partij misschien wel, net zoals in 2019, moeten uitnodigen voor een Waalse formatieronde. Om dan opnieuw te kunnen besluiten dat samenwerking er niet in zit.
Magnette zei in een recent gesprek met Knack begrip te hebben voor de moeilijke situatie waarin Bart De Wever (N-VA) zich bevindt tegenover het Vlaams Belang. Een radicale concurrent op rechts, die de wind in de zeilen heeft, en waarmee een aanzienlijk deel van de N-VA-achterban samenwerking in een Vlaamse regering zeker het overwegen waard vindt. Magnette, in Wallonië geconfronteerd met een radicale concurrent op links en een socialistische vakbond die droomt van linkse frontvorming, zei als PS-voorzitter van geluk te mogen spreken dat de PTB nu eenmaal niet aan de macht wíl.
‘Dat is een heel belangrijk verschil’, meent ook Sinardet. ‘Vlaams Belang heeft, anders dan de PVDA, echt de steven gewend richting regeringsdeelname en is bereid daarvoor flink wat water bij de wijn te doen. Dat maakt het dilemma waarmee De Wever mogelijk wordt geconfronteerd vele malen lastiger.’