‘Proficiat, vake. De mayonaise heeft gepakt!’: de eerste interviews van Matthias Diependaele
Matthias Diependaele kreeg in zowat alle Vlaamse media een uitgebreid portret. Proficiat aan zijn persdienst: Operatie Imago is een voltreffer.
Matthias Diependaele is onze nieuwe minister-president en dan is het niet onlogisch dat de Vlaamse media de kersverse regeringsleider willen portretten. En natuurlijk zijn die eerste portretten en interviews positief. Dat heeft niets met Diependaele, de N-VA noch de functie van Vlaamse minister-president te maken, dat hoort bij het genre. Een nieuwe premier van België, een nieuwe trainer van Anderlecht: nieuwe vedetten starten per definitie met een flinke portie goodwill.
Er was zelfs een objectieve behoefte aan diepere, uitgebreide portretten. Want de naam ‘Matthias Diependaele’ deed bij de gemiddelde Vlaming niet meteen een belletje rinkelen. Als parlementslid, fractieleider en minister van vooral Begroting was hij bekend bij het publiek dat de politique politicienne volgt. Niet zonder reden. Na verloop van tijd viel hij op – al was dat ook niet zo moeilijk in het grijze Vlaamse Parlement en de daarbij horende regering.
Maar de modale kijker van Het Journaal van VRT en Het nieuws van VTM vraagt zich af: Diependaele, is dat nu die grijze mijnheer die qua uiterlijk gemakkelijk te verwarren is met Ben Weyts?
Matthias Diependaele was de eerste Vlaamse minister van Wonen die amper kon verbergen dat het publiek dat een beroep doet op die sociale woningen niet zijn favoriete doelgroep is.
Eenzelfde brilmontuur. Daardoor priemt eenzelfde blik: een mengeling van altijd proberen ietwat humoristisch – ja waarom niet jolig – te zijn en tegelijk toch ook altijd dat wantrouwen van de man die wéét dat er zelfs in Vlaanderen lieden bestaan die het niet goed met hem voorhebben. Bart Peeters had ook zo’n bril, tenminste Peeters’ alter ego Bosmans Jos uit het legendarische Peulengaleis. Bosmans Jos deed zich altijd belangrijkwekkender voor dan hij was, en hoe beter hij dat probeerde te verbergen, hoe opzichtiger hij daarin mislukte. Daarin is Weyts dan weer de meerdere van Diependaele.
Eenzelfde politieke houding: ‘ik ben minister en ik doe dus wat ik wil’. En wat ik wil, staat in het Vlaamse regeerakkoord en daarover valt niet te discussiëren. Het maakte van Diependaele de eerste Vlaamse minister van Wonen die amper kon verbergen dat het publiek dat een beroep doet op die sociale woningen niet zijn favoriete doelgroep is. Hij is een man van de Hardwerkende Vlamingen. En te veel inwoners van al die woontorens doen te veel een beroep op al die te gulle bijstandssystemen die vroegere, meer spilzieke Vlaamse regeringen hebben georganiseerd of gedoogd.
Aan het einde van de regeerperiode kon hij met cijfertabellen zelfs bewijzen dat zijn hardvochtige imago niet klopte en dat hij in werkelijkheid een uitstekende minister van Wonen was – het bevestigt dat zijn reputatie van opperboekhouder terecht is. Een junior vakminister die met zo’n uitleg wegkomt, kan ook hogere taken aan. N-VA-voorzitter Bart De Wever had dat onmiddellijk gezien: er zit meer in Matthias.
Muf grapje
Dat is niet eens fout. Matthias Diependaele heeft ‘politiek’ inderdaad meer en beter in de vingers dan veel van zijn collega’s – vroeger al als fractieleider in het parlement, daarna in de regering. Hij speelt een divisie hoger dan zijn partij- en generatiegenoot Ben Weyts, al zijn ze als duo bijzonder complementair. Weyts is vooral nuttig als er een compromis gesloten moet worden. Diependaele kent niet alleen zijn dossiers, hij begrijpt en beheerst ze ook. Daaardoor kan hij doen wat hij gedaan heeft: precies de grens opzoeken tot waar hij kan gaan, maar zelden of nooit te ver gaan. Partijgenote Zuhal Demir heeft daar meer moeite mee. Hij is bovendien ook in staat akkoorden te sluiten en afspraken te maken waaraan hij zich houdt. Zuhal Demir heeft daar nog meer moeite mee.
Van metser-diender tot minister-president: het lijkt wel de American dream, de Verkavelingsvlaamse variant dan.
Tegelijk bevestigde Diependaele bij zijn eerste toespraak als minister-president in het Vlaams Parlement de vooroordelen die over hem bestaan. Hij las zijn toespraak haast volledig af van de autocue, een dorre samenvatting van wat er in zijn regeerakkoord stond. Hij maakte een muf grapje over Ben Weyts, en in het grijze Vlaams Parlement werd daar zelfs even mee gelachen.
Maar die dag was er ook een photo opportunity. Diependaeles zes kinderen en pluskinderen kwamen hem gelukwensen en hadden zelfs een spandoek bij: ‘Proficiat vake. De mayonaise heeft gepakt!’
Ener- en anderzijdsen
De mayonaise heeft gepakt. Een portret in De Morgen kreeg op website van de krant ook al een kop met een culinaire verwijzing: ‘Of Matthias hobby’s heeft, behalve naar de McDonald’s gaan? Ik denk het niet, nee.’ Een andere keer maakte de krant ervan: ‘Hoe de metser-diender minister-president werd.’ Uit het portret blijkt dat vader Diependaele een bouwbedrijf had en dat zoon Matthias daar drie maanden als jobstudent heeft gemetseld. Zo’n verhaal ‘van arbeidersjongen tot president’: het lijkt wel de American dream, de Verkavelingsvlaamse variant dan.
In De Standaard profileerde Diependaele zich als de echte nummer één van de Vlaamse politiek: ‘Hoe minder ik de voorzitter nog hoor, hoe beter.’ Tegelijk toonde hij de kunst om in één paragraaf warm en koud te blazen: zelfs bij de CD&V vinden ze niemand die met zo veel naturel kan ener- en anderzijdsen. ‘Elke minister heeft enige bewegingsvrijheid, maar heeft zich ook te houden aan het regeerakkoord. Zuhal Demir heeft de voorbije legislatuur een heel mooi beleid opgezet en dat wordt nu niet onderuitgehaald. Er is vertrouwen in minister Jo Brouns. Het zal mijn rol zijn om te zorgen dat het regeerakkoord nageleefd wordt en dat niet alleen de natuurorganisaties het vertrouwen terugwinnen in ons beleid, maar ook de boerenorganisaties. Dat conflict tussen natuur en landbouw heeft niemand goed gedaan. We geven nu de kans aan natuurorganisaties en landbouworganisaties om samen tot een akkoord te komen.’
Waarom weet elke Vlaming automatisch wie ‘Conner’ is, en denken ze bij ‘Matthias’ eerst aan een buurman of een godsdienstleerkracht?
In Het Laatste Nieuws toonde de nieuwe minister-president zich dan weer een soort Geert Bourgeois: ‘Ik wil niet grijs zijn, maar wil de Vlaming echt show en spektakel?’ Het antwoord van de gemiddelde lezer van die krant is toch volmondig: natuurlijk willen wij dat! Waarom anders al die aandacht voor Gert Verhulst? Voor The Masked Singer? Waarom weet elke Vlaming automatisch wie ‘Conner’ is, en denken ze bij ‘Matthias’ eerst aan een buurman of een godsdienstleerkracht?
In De Tijd sprak Diependaele de taal die de ondernemers wilden horen: ‘De voortdurende Calimerohouding in Vlaanderen stoort me.’ Hij werd ook even persoonlijk: ‘Voor mij zijn lagere successierechten een heel persoonlijke kwestie. Ik werk hard, ik leef sober en ik wil iets nalaten voor mijn kinderen.’ Dat was twee keer recht in de roos – zelfs de lezers van De Tijd die niet zo sober leven (want ze vinden elk weekend bij hun krant de luxebijlage Sabato, met de betere horloges, de betere huizen, de betere auto’s, het betere antiek en de beste restaurants) willen ook lagere successierechten.
In Het Nieuwsblad bleef de minister-president met beide benen op de grond: ‘Of dit een droom is? Niet echt.’ Eerste zin: ‘Erg onder de indruk van zijn nieuwe functie lijkt de minister-president niet.’ Hij is het blijkbaar al zó gewoon dat alle media in de rij staan om hem te spreken, in de rustige wetenschap dat die interviews minstens een echo op de voorpagina krijgen zonder dat zijn woordvoerder daar moet om zeuren. Soms is het leven gemaakt voor no-nonsensemannen.
Tien keer per week friet
Het lekkerste nieuws stond nochtans achteraan verstopt in het interview met Het Laatste Nieuws. Op vraag van de blijkbaar goed geïnformeerde journaliste bekende Diependaele dat hij inderdaad ‘zeven tot tien keer per week’ frietjes eet. Een dag later claimde de redactie het als een primeur. Meer nog, het was groot nieuws. Nooit eerder was de ‘boekhouder’ Diependaele, die ‘trouwe partijsoldaat’ met zijn ‘ontzaglijk plichtsbesef’, menselijker en Vlaamser en vooral volkser dan met die Belgische friet. Hij is zelfs een betere N-VA’er dan Bart De Wever, die in zijn ongezonde jaren niet eens half zo vaak binnenstapte bij frituur ‘t Draakske. Daarna verschenen er overal verhalen van friet, mayonaise en satés, en natuurlijk Diependaele. We leerden ook dat hij met enige regelmaat met de kinderen gaat ontbijten bij Panos: jong begonnen is half gewonnen.
Matthias Diependaele heeft interviews gegeven zoals de perfecte politicus dat vandaag moet doen: je profileren als degelijk, hardwerkend, slim, moedig, empathisch op vergaderingen maar toch beslist als er knopen doorgehakt moeten worden. En tegelijk moeten dergelijke technocraten en vergadertijgers natuurlijk ook mannen van het volk zijn. Want dat wil Het Publiek. Welke smaakmaker is goedkoper dan een pot mayonaise? Wat is volkser en symbolischer dan een frituur? Misschien McDonald’s? En als die maag gevuld is met zo’n vette hap, kan de minister-president altijd zijn dorst lessen in het nabije dorpscafé. Daar wacht Ben Weyts. Een beetje Vlaams minister vergadert namelijk tot ver na middernacht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier