Bert Bultinck

‘Premier De Wever’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

In de laatste dagen voor de verkiezingen liet hij er steeds minder twijfel over bestaan. Bart De Wever wou premier worden, naar eigen zeggen omdat hijzelf de enige was die hij in die rol kan vertrouwen. Na de glansrijke overwinning van zijn partij – niet de grootste maar misschien wel de spectaculairste zege van de N-VA ooit – klonk hij zondagavond al iets voorzichtiger. In de eerste interviews bevestigde hij dat hij zich nadrukkelijk kandidaat had gesteld om het land te leiden, en dat hij na de verkiezingen ‘niets anders’ zal zeggen dan voor de verkiezingen. Maar even nadrukkelijk claimde hij de post niet. In zijn overwinningsspeech viel het woord ‘premier’ helemaal niet.

Dat was geen verrassing. Wie premier wil worden, moet die positie vooral niet te expliciet opeisen, en al helemaal niet op verkiezingsavond. De terughoudendheid van De Wever bewijst, paradoxaal misschien, ook dat hij vandaag als geen ander begrijpt wat leiderschap betekent in het België van vandaag. Ook tijdens zijn korte toespraak voor zijn eigen achterban bevestigde De Wever zijn reputatie als de belangrijkste Belgische politicus van de eenentwintigste eeuw. Niet alleen omdat hij opnieuw de verkiezingen heeft gewonnen. Niet alleen omdat hij het Vlaams Belang de in het vooruitzicht gestelde klinkende overwinning ontfutselde. Niet alleen omdat hij de peilingen naar de prullenbak verwees – ook de peilingbureaus waren zondag pijnlijke verliezers. Maar ook omdat De Wever, meer dan bij vorige verkiezingen, zich ‘presidentieel’ gedroeg na zijn overwinning. Dat is pure winst.

‘Ernst’

Dat gaat verder dan zijn voorkeur voor kokette maatpakken. In de speech van De Wever zat geen nieuws, want een beetje regeringsleider laat niet snel in zijn kaarten kijken. Minachting bleef uit. Ook de rancune die zoveel interventies van De Wever ontsiert, bleef goeddeels achterwege, een routineuze opmerking over de ‘doodsbrief’ van krantencommentatoren niet te na gesproken. Het was zijn rijke ervaring die sprak toen hij zondag zei dat het niet wijs is om ‘beschikkende uitspraken’ te doen, die alles wat simpel lijkt meteen onmogelijk kunnen maken. Hij had het voortdurend over ‘ernst’, en keek daarbij voor één keer niet alsof de ruiters van de Apocalyps al aan de grenzen stonden te trappelen. Bij gejoel uit de zaal riep hij zijn militanten expliciet op om ‘waardig’ te zijn, in winst en verlies.

Meer dan bij vorige verkiezingen gedroeg Bart De Wever zich presidentieel na zijn overwinning. Dat is pure winst.

Die waardigheid, die winnaars na de moddergevechten van de campagne plots terugvinden na de uitslag, is een van de opvallendste verschillen tussen hem en de partij van Tom Van Grieken. Maar het is niet het enige verschil. De Wever nam het risico om met slecht nieuws de campagne in te gaan, met een stevige besparingsagenda en pijnlijke boodschappen over de sociale zekerheid, maar ook met realisme. Het begrotingstekort is enorm. De Wever beloofde er iets aan te doen. De Vlaming schonk hem het vertrouwen.

Het was een wereld van verschil met zowat alle andere partijen, die met veel zoetere recepten op de proppen kwamen. En zeker met het Vlaams Belang, dat niet alleen met de ‘kookwekker van de bomma’ – een Vlaamse hocus-pocus-onafhankelijkheid – de kiezer een rad voor de ogen draaide. Ook de zogenaamde ‘sociale agenda’ van extreemrechts, waarvan in het parlement ook al niet veel van te bespeuren was de afgelopen jaren, was een fata morgana.

Waardigheid

Dat neemt niet weg dat zeker op het vlak van migratie de ideeën van Vlaams Belang en N-VA wél zeer dicht bij elkaar liggen. Heel Europa rukt naar rechts, zo bleek zondagavond uit de resultaten van de Europese Parlementsverkiezingen, en dat heeft zeker ook te maken met de angst voor migratie. Maar het beruchte ‘Australische model’ dat de N-VA zo graag wil invoeren is veel minder makkelijk te implementeren dan een stevig herstelplan voor de begroting, hoe pijnlijk dat laatste ook moge zijn.

Nog veel belangrijker is dat N-VA en Vlaams Belang de sociale voordelen voor nieuwkomers flink willen inperken. Het is duidelijk dat onze welvaartsstaat de komende jaren onder druk komt. Het is ook duidelijk dat we wel kunnen zien waar een systeem van tweederangsburgers begint, maar niet waar het eindigt. Het is nog de vraag in hoeverre Vooruit, dat zondag de op twee na grootste Vlaamse partij werd, zo’n systeem wil of kan tegenhouden als het in een coalitie met N-VA belandt.

Verkiezingen winnen kan Bart De Wever als geen ander. De ‘software’ van de Vlaamse samenleving heeft hij de afgelopen twintig jaar stevig naar zijn hand gezet. Het zal er nu op aankomen om zijn politieke macht op het terrein om te zetten. Dat terrein is België. Dat terrein is ook: de waardigheid, waar hij op zondagavond zelf naar verwees, hoog houden. Tegenover zijn vrienden, tegenover zijn vijanden, en tegenover de mensen die we als burger op ons grondgebied hebben toegelaten.

Partner Content