Alexander De Croo (Open VLD): ‘Tegen 15 oktober moeten we een nieuwe regering hebben’

© Franky Verdickt
Tex Van berlaer Journalist Knack

Of dit de zaal is waar vicepremier Frank Vandenbroucke (Vooruit) zijn collega Vincent Van Quickenborne (Open VLD) vorig jaar te lijf ging, vraagt een van de jonge Knack-lezers aan het einde van het twee uur durende gesprek. ‘Ja, tegen die muur’, antwoordt de woordvoerder van de premier droog.

Voor de laatste aflevering in de reeks ‘U vraagt’ hebben we de Knack-redactie ingeruild voor de Marie Popelin-zaal in de Wetstraat 16, waar elke week de ministerraad plaatsvindt. Het is in die zaal dat Alexander De Croo samen met zijn ministers en vicepremier de beslissingen nam die hij tijdens deze campagne moet verdedigen.

Op geen enkele manier is het aan De Croo te merken, maar het is misschien wel zijn zwaarste campagne tot nu toe. De Open VLD peilt dan ook al jarenlang rond en vaak net onder de tien procent. In een regering waarin elke beslissing wel door een of meerdere partijen werd afgevallen, lijkt de kanseliersbonus wel een malus te zijn geworden.

Ik heb veel politici horen leuteren over de verlenging van de kerncentrales, maar deze regering heeft het uiteindelijk wel gedáán.

Maar De Croo laat zich niet snel van de wijs brengen. Zelfs de aanslag op zijn Slowaakse collega-premier Robert Fico wuift hij haast weg. Wanneer we opmerken dat het best bijzonder is dat wij met zes lezers zonder een noemenswaardige veiligheidscheck konden binnenwandelen in de 16, antwoordt hij met een oneliner: ‘In campagnetijd is de enige bescherming die ik nodig heb zonnecrème. Wij zijn een samenleving waar politici heel erg toegankelijk zijn, en we moeten er alles aan doen om dat zo te houden.’ Al voegt hij er voorzichtigheidshalve wel aan toe: ‘Maar het zou me verbazen mochten jullie hier echt zomaar zijn binnengewandeld.’

Als eerste van zes Knack-lezers komt Myriam Rymen aan het woord. Ze werkt voor chemiereus Ineos en heeft een vraag die raakt aan het kernprogramma van een liberale partij: belastingen. ‘We staan met België op nummer een met de hoogste loonlasten. Vooral voor kmo’s kwam daar de voorbije jaren met een zware indexering nog een opdoffer bovenop. Er zijn ondertussen ongelofelijk veel voordelen gecreëerd om dat te compenseren, zoals salariswagens, maaltijdcheques, flexi-jobs en fietsvergoedingen. Ik merk alleen dat we daar ondertussen zodanig ver in zijn gegaan dat het voor grote ongelijkheden onder werknemers zorgt. Sommige mensen slagen erin die voordelen te optimaliseren, terwijl de belastingschijven eenvoudigweg voor iedereen verlaagd moeten worden. Dat zou veel eerlijker zijn.’

© Franky Verdickt

De Croo tempert meteen de verwachtingen: ‘België is altijd een land met eerder hoge loonkosten geweest. Wij zullen ook nooit een lagelonenland zijn: onze mensen zijn hoogopgeleid en behoren tot de productiefsten ter wereld. De indexering was inderdaad fors, maar ze heeft er wel voor gezorgd dat onze economie de afgelopen twee jaar dubbel zoveel is gegroeid als het gemiddelde van de eurozone. We zullen nu wel nog een aantal jaren een nulgroei voor de lonen moeten aanhouden om de achterstand in loonlasten met het buitenland goed te maken.’

Uw partij, de Open VLD, zit al sinds 1999 in de federale regering. Toch zijn er meer koterijen bijgebouwd dan afgebroken.

Alexander De Croo: ‘Niet overdrijven. Wij zitten al twintig jaar in de regering van een van de welvarendste landen in Europa, een land dat bovendien de kloof tussen arm en rijk als een van de beste onder controle weet te houden. Ik ben daar best trots op. Maar ik hoor wat u zegt over alle fiscale voordelen zoals cafetariaplannen, en voor mij mag daar ook in gesnoeid worden. Alleen zijn ze niet allemaal nutteloos. We hebben een bedrijfskorting voor mensen die in een innovatieve sector werken. Sommige partijen wilden die graag afschaffen, en dat is een van de redenen waarom de fiscale hervorming is mislukt. De liberalen hebben de voet dwars gezet. Die korting moet blijven bestaan, want met zulke voordelen kunnen wij als klein land internationaal een groot verschil maken in bepaalde niches. Daardoor is België ook een ontzettend innovatief land.’

Veel zwartepieten, naïeve CD&V en 8 andere bedenkingen bij uitblijven fiscale hervorming

© Franky Verdickt

De premier verdedigt zijn palmares met flair, en dat optimisme vormt vandaag misschien wel het hart van zijn ideeëngoed. Waarom het beste nog moet komen heette het boek dat De Croo vorig najaar publiceerde. Daarover gaat ook de vraag van studente Manon Quinet. ‘Hoe valt dat doorgedreven optimisme van u te rijmen met de grote problemen waar veel burgers van wakker liggen?’ vraagt ze. ‘Ik kan soms nachten niet slapen door de geopolitieke crisissen in en buiten Europa. Ik ben bang voor wat de klimaatverandering zal brengen, en ik ben bezorgd over de radicalisering van veel debatten. Maar als ik u beluister, hoor ik alleen een optimisme dat niet meer samengaat met die wereld.’

De Croo: ‘Het is niet door onszelf de dieperik in te praten dat we die problemen gaan oplossen. Andere politici lijken daar wereldkampioen in te willen worden, en dat probeerde ik in mijn boek tegen te spreken. Ik zal de klimaatopwarming als voorbeeld nemen. We zullen die uiteraard niet oplossen met de klimaatontkenners, maar ook niet door de klimaatklevers of de alarmisten. We hebben mensen nodig die ’s morgens opstaan, de handen uit de mouwen steken en zeggen: ‘Wat kunnen wij doen?’ Ik weet dat we niet op schema zitten om onze klimaatdoelstellingen te halen, maar we doen het wel veel beter dan de doemdenkers beweren. We waren op weg naar een opwarming van meer dan vier graden, ondertussen zitten we al aan slechts iets meer dan twee graden.

Manon Quinet: Die twee graden zal nog altijd een gigantische impact hebben op ons leven.

Het mag niet nog eens gebeuren dat partijvoorzitters vanaf de zijlijn het werk van hun eigen ministers overschreeuwen. © Franky Verdickt

De Croo: Ik weet het. Maar ondertussen ligt ook alles op tafel om nog beter te doen. Het moet sneller gaan, maar het is fenomenaal wat er de voorbije jaren al in Europa is gebeurd. De elektrificatie gaat waanzinnig snel. Mede dankzij onze minister van Energie behoort België vandaag tot de wereldtop in offshore windenergie, en we hebben eindelijk de keuze gemaakt om twee kerncentrales langer open te houden. Ik heb daar heel veel politici over horen leuteren, maar deze regering heeft het uiteindelijk wel gedáán.

Niet iedereen aan tafel is ervan overtuigd dat De Croo de ernst begrijpt van het klimaatprobleem en alles wat erbij komt kijken. Imane Arahmouni, die in juni voor de eerste keer gaat stemmen, is vooral teleurgesteld in de houding van de premier over de natuurherstelwet.

Imane Arahmouni: Als zoals u zegt alles op tafel ligt om ons milieu te beschermen, waarom hebt u de natuurherstelwet er dan weer afgehaald? Een jaar geleden pleitte u er al voor om de pauzeknop in te drukken, en sindsdien hebt u in Europa gelobbyd om die wet tegen te houden. Zij is nochtans ook belangrijk voor ons klimaat.

Premier Alexander De Croo wil de Natuurherstelwet alsnog zien struikelen

De Croo: Ik heb er niet tegen gelobbyd. Het Belgische standpunt was een onthouding, en daar heb ik mij altijd aan gehouden. Een heel diverse reeks landen, van Zweden tot Hongarije, is tegen de wet zoals ze voorligt. Blijkbaar zijn er mensen die denken dat ik naar Viktor Orbán bel en zeg: ‘Hey, Alexander hier, ik ben ook geen fan van die natuurherstelwet, let’s do this together.’ Zo’n relatie heb ik niet met die man. Mijn persoonlijke standpunt is wel dat onze focus vandaag volledig moet liggen op het naar beneden brengen van onze broeikasgasuitstoot. Dat is nu de prioriteit. Volgens de wetenschappers van de Europese Commissie helpt natuur daar alleen bij als het gaat over waterbeheer en groen in de steden. De natuurherstelwet gaat over zaken die losstaan van het klimaat, terwijl de boeren daardoor wel zijn beginnen te protesteren tegen klimaatmaatregelen.

Als door deze slechte natuurherstelwet ook onze industrie en landbouw verdwijnen, houden we straks helemaal niets meer over.

Onze natuur is er, zeker in Vlaanderen, al lang beroerd aan toe. Moeten we de situatie dan nog maar even slechter laten worden?

De Croo: Ik zeg niet dat onze biodiversiteit vernietigd mag worden, maar we proberen momenteel wel heel veel zaken tegelijkertijd te doen. Dat werkt gewoon niet. Daarom wil ik dat we ons concentreren op de strijd tegen de klimaatopwarming. We moeten alles in de juiste volgorde doen. Bedrijven willen ook helpen om de uitstoot naar beneden te brengen. Ze zijn daar ondertussen zelf van overtuigd. Als door deze slechte natuurherstelwet ook onze industrie en landbouw verdwijnen, houden we straks helemaal niets meer over.

Het is een voorbeeldje van iets waar de groenen het in zijn regering luid en duidelijk mee oneens waren, en ook vandaag kan De Croo zijn publiek niet helemaal overtuigen. De volgende vraagsteller is Zeyneb El Attabi, die net als Arahmouni voor het eerst gaat stemmen. Haar vraag gaat over het Vlaams Belang, de partij die als een donderwolk boven de campagne hangt: ‘Hoe moeten andere politici omgaan met de racistische en denigrerende uitspraken van Vlaams Belangers?’

De Croo: Eerst en vooral: het is aan een rechtbank om te oordelen wat racistisch is en wat niet. Het Vlaams Blok is aan het begin van deze eeuw ook echt veroordeeld, maar niemand wil een premier die zijn duim omhoog of omlaag steekt voor wat wel en wat niet racistisch is. Ik hoor Tom Van Grieken en andere Vlaams Belangers wel veel zaken zeggen die ik heel verontrustend vind. Het zou wel eens kunnen dat we naar donkere tijden teruggaan. Hun wereldbeeld lijkt uit de jaren vijftig te komen. Vrouwen krijgen het best kinderen voor hun dertigste, en we hebben kliklijnen nodig om linkse leraren aan te geven. Dat lijkt me trouwens geen goede oplossing voor het lerarentekort. Over ethische thema’s zoals holebirechten spreken ze het liefst niet, dus ik kan me wel voorstellen wat ze zouden zeggen als ze het achterste van hun tong lieten zien. Overal in Europa waar extreemrechtse partijen aan de macht komen gaan de rechten van holebi’s maar ook vrouwen er als eerste op achteruit.

Boven, in wijzerzin: journalisten Peter Casteels en Tex Van berlaer, Manon Quinet, Mark Hofmans, Imane Arahmouni, premier Alexander De Croo, Zeyneb El Attabi, Myriam Rymen. © Franky Verdickt

Ligt u soms wakker van het vooruitzicht dat er een regering met het Vlaams Belang kan komen?

De Croo: Mijn partij zal in ieder geval nooit samenwerken met het Vlaams Belang. Wij gaan Vlaanderen niet in chaos storten. Dat is trouwens absoluut geen sciencefiction, in Catalonië zijn er ondertussen al vijfduizend bedrijven vertrokken door de nationalisten. Maar nee, ik lig er voorlopig niet wakker van. Ik probeer het tegen te houden door kiezers te overtuigen, en door onze democratie te verdedigen. Lukt dat moeilijk? Try harder. Maar een democratie is natuurlijk niet eenvoudig, al is het maar omdat de problemen complex zijn en de meningen erover talloos. Dat is nu eenmaal zo, ik ga dat niet uit de weg. Als ik een regeringsleider à la Orbán was, had mijn woordvoerder jullie gevraagd de vragen vooraf door te sturen en hadden jullie mij alleen de vragen mogen stellen die mij bevielen. In zo’n land leven wij gelukkig niet.

Alexander De Croo (Open VLD): ‘Het is niet met wat make-up dat het Vlaams Belang zijn lelijke smoel aantrekkelijk kan maken’

De volgende vraag is er een van Robbe Ceulemans. Hij werkt voor de socialistische vakbond ABVV, maar heeft een vraag over een thema dat niets met zijn werk te maken heeft: religie.

Robbe Ceulemans: Waarom moet ons land religies financieren, zoals federaal door het betalen van de weddes van de bedienaren van erediensten? De staat hoort zich niet in te laten met religieuze aangelegenheden, en met die besparing kunnen we het begrotingstekort alvast een stukje wegwerken.

Misschien is het tijd om de financiering van religies geleidelijk aan af te bouwen.

De Croo: Filosofisch ben ik het daar helemaal mee eens. Religie is een privéaangelegenheid, maar ik ken natuurlijk ook de geschiedenis van dit land. We hebben daar heel veel strijd over gevoerd in het verleden. Misschien is het tijd om die financiering geleidelijk aan af te bouwen. We zullen niet van vandaag op morgen beslissen om die lonen niet meer te betalen, maar we moeten de financiering in de toekomst wel hervormen. Duitsland heeft een systeem waarbij burgers mogen kiezen of een deel van hun belastingen naar religie gaat, maar ik ben zelf een nog grotere fan van het Italiaanse systeem: elke burger kan voor 0,8 procent van zijn belastingen beslissen naar welke sociaal-culturele organisatie dat geld gaat. Dat kan de katholieke kerk zijn, maar ook een cultuurhuis of misschien Natuurpunt.

Wanneer Ceulemans vraagt of zo’n enquête naar de voorkeuren van mensen de privacy niet zou schenden, en zelfs gevaarlijk zou kunnen zijn wanneer een partij als het Vlaams Belang aan de macht komt, moet De Croo toegeven dat het voorstel technisch eerst grondig uitgewerkt moet worden. Op de vraag of hij er dan helemaal geen probleem mee zou hebben dat er veel minder geld naar religies gaat, beweert hij daar niet per se van overtuigd te zijn.

De Croo: Rechtstreeks van de overheid zal er minder geld komen, maar u zult mij niet zeggen dat kerken in Angelsaksische landen minder fondsen ophalen bij hun gelovigen. Het is gewoon niet de taak van de overheid om godsdiensten te financieren. Een belangrijk element is wel dat de financiering altijd binnenlands blijft. We moeten vermijden dat religies om politieke redenen door buitenlandse organisaties of overheden worden gesponsord.

© Franky Verdickt

Tot slot is er Mark Hofmans, al een tijdje met pensioen. Hij heeft een persoonlijke vraag voor De Croo die ook sommige van diens politieke tegenstanders al jaren bezig lijkt te houden: wat gaat hij doen na 9 juni? ‘De kans is groot dat uw partij de verkiezingen verliest’, gooit Hofmans de premier voor de voeten. ‘We weten ook dat zo goed als alle Belgische oud-premiers van de 21e eeuw uiteindelijk een internationale topfunctie najagen. Bent u dat ook van plan?’

De Croo: Als, als, als. Laten we eerst even de verkiezingen afwachten, goed? Maar ik zal duidelijk zijn: ik zou dolgraag voortdoen als premier, en dat is ook waar ik vandaag mee bezig ben. Het was niet mijn ambitie bij de vorige verkiezingen, maar het is een eer dit land te mogen leiden en mensen samen te brengen. Als de kiezers mij de boodschap geven dat ze willen dat ik verderdoe, dan doe ik dat met plezier. Komt die boodschap er niet, dan ga ik eerst even met mijn vrouw praten. (lacht) Toen ik premier werd, hebben wij daar een lang gesprek over gehad. Ik ben heel trots dat zij haar job is blijven uitoefenen tijdens mijn premierschap, en dat onze kinderen naar school konden blijven gaan waar ze altijd al gingen. Maar de impact op mijn gezin is natuurlijk wel gigantisch geweest.

Zou u opnieuw premier worden in een merkwaardige constellatie als Vivaldi, waarbij de eerste minister tot een van de kleinste coalitiepartijen behoort?

De Croo: Dat heeft geen enkele invloed gehad. De volgende keer moeten wel alle zwaargewichten in de regering. Het mag niet nog eens gebeuren dat partijvoorzitters vanaf de zijlijn het werk van hun eigen ministers overschreeuwen. Ik ben ervan overtuigd dat mijn partij beter zal scoren dan de peilingen voorspellen, maar er moet natuurlijk wel een duidelijk signaal komen van de kiezers dat ze mij verder willen zien doen.

Als je als gewezen premier minister wordt, ben je alleen maar een lastpost.

En keert u anders terug als minister?

De Croo: Nee. Ik heb ontdekt dat het mijn sterkte is om een ploeg te leiden. Als je als gewezen premier minister wordt, ben je alleen maar een lastpost. Een regering heeft geen bemoeial nodig. Ik hoop wel dat de volgende regering veel sneller gevormd zal raken dan deze. We hebben anderhalf jaar verloren door covid, maar ook nog eens anderhalf jaar door onderhandelingen over allerlei staatshervormingen. We hadden al veel verder kunnen staan met dit land als dat niet zo was geweest.

Tegen wanneer moet er straks een regering zijn?

De Croo: Op 15 oktober moeten we een begroting indienen bij Europa. Tegen die datum moeten we ook een nieuwe regering hebben. We kunnen het ons straks niet veroorloven om tegen Europa te zeggen: ‘Sorry, het zal opnieuw heel lang duren voor jullie iets van ons horen.’

Natafelen

De reeks ‘U vraagt’ bewees dat de Wetstraat niet haaks hoeft te staan op de Dorpsstraat.

Zo, het zit erop. Vier weken lang hadden we de eer om Knack-lezers samen aan tafel te brengen met een toppoliticus. Dat was voor de redactie een primeur. Wanneer wij ons magazine samenstellen, doen we dat met de lezers in gedachten. Maar hen uitnodigen op de redactie en hén de vragen laten stellen in onze plaats? Dat was nieuw. Welke vergaderzaal zou daarvoor het geschiktst zijn: die met de grote of die met de kleine tafel? En hoeveel broodjes eet een Knack-lezer zoal? Geen idee.

Wat volgde, was een ode aan de democratie. Dat klinkt overdreven, maar denkt u even mee. Laten we beginnen met de echte hoofdrolspelers: de lezers. Alleen al het feit dat ze vrijwillig met naam, toe­naam en foto in Knack wilden verschijnen, geeft blijk van lef. Jezelf bloot­geven is niet vanzelf­sprekend in tijden waarin sociale media veel gemeen hebben met beerputten, en de politiek én klassieke media worstelen met wan­trouwen. Een veelgehoord argument om uiteindelijk níét in te gaan op onze uitnodiging om naar de Knack-redactie af te zakken, had dan ook daarmee te maken. Waarvoor alle begrip.

Of veel lezers met een andere politieke voorkeur naar huis zijn gegaan dan die waarmee ze waren binnen­gekomen, weten we niet. Maar de hoffelijkheid en sereniteit waarmee de vragenstellers politici van het Vlaams Belang tot de PVDA benaderden, werkte inspirerend.

Hetzelfde gaat op voor die andere hoofdrolspelers: de politici. Oké, het is campagnetijd. En ja, zij komen met hun foto in Knack, wat altijd meegenomen is. Maar ook zij verdienen een pluim. Omdat ze ruim de tijd namen voor het gesprek – als wij hen niet hadden afgeremd, hadden sommige vragenstellers de laatste trein naar huis. Omdat ze op elk moment cor­rect en beleefd bleven, ook wanneer de temperatuur aan tafel de hoogte in ging. Maar ze verdienen vooral een pluim omdat ze hebben geluisterd, en de besognes en bedenkingen van de mensen aan tafel ernstig hebben nemen. Niet één keer wimpelde een politicus een vraag af of trok hij de neus op voor deze of gene lezer.

De reeks ‘U vraagt’ heeft de beruchte kloof tussen burger en politiek misschien niet kleiner gemaakt, maar ze heeft hopelijk wel laten zien dat dialoog, empathie en wederzijds respect niet uit de mode zijn. Dat de Wetstraat niet per definitie haaks staat op de Dorps­straat. Kortom, ze is een ode aan de democratie. En dat is voor herhaling vatbaar. We weten nu hoeveel broodjes we nodig hebben.

Tex Van berlaer is redacteur van Knack.

Partner Content