Jan Wostyn
‘Politieke partijen die een pretpark afhuren voor een familiedag? Partijfinanciering is dringend aan herziening toe’
De kleine, nieuwe partijen Vista en Oxygène willen de particratie juridisch bekampen. Ze bereiden een dagvaarding voor voor rechtbank van eerste aanleg in Brussel. Bedoeling is bepaalde aspecten van de Wet op de Partijfinanciering in vraag te stellen. ‘Wegens de perverse effecten op onze democratie, is de wet dringend aan herziening toe.’
De afgelopen jaren verschenen talloze opiniestukken over de uit de hand gelopen Vlaamse en Belgische particratie. U weet wel, dat systeem waarbij partijen een soort op zichzelf staande politieke vehikels worden, waarin een kleine top de beslissingen neemt en de beschikbare mandaten uitdeelt aan wie braaf de partijlijn heeft gevolgd. Deze machtsbastions zijn een kanker voor de democratie omdat hun bestaansreden niet langer ligt in het uitdragen van een bepaalde visie op de samenleving, maar wel in het pure zelfbehoud. Het overleven van de partij wordt zo finaal nog het enige doel. Het parlement als wetgevende en controlerende macht werd uitgeschakeld en zo ondergraaft de particratie ook goed bestuur.
Daarom is het noodzakelijk geworden om deze particratie voor de rechter aan te klagen. Dat is dan ook wat de nieuwe partijen Vista (Vlaanderen) en Oxygène (Wallonië) samen willen doen.
In zijn boek “De prijs van de politiek” beschrijft politicoloog Bart Maddens hoe de Belgische partijen reeds decennialang een “inkomstenmaximaliserende” strategie volgen. Doorheen de jaren hebben met name de traditionele partijen er via allerlei ingrepen voor gezorgd dat hun financiële middelen op peil konden blijven. Verkiezing na verkiezing werd verloren, maar via een paar kunstgrepen, kon het partijvehikel wat extra middelen binnenrijven zodat de schade al bij al meeviel. Die ingrepen zorgden echter voor een explosie in de publieke partijfinanciering die vandaag meer dan 80 miljoen euro per jaar bedraagt.
Wie alle parlementaire medewerkers meerekent die steeds vaker vooral voor de partij in plaats van voor de fractie werken, komt al gauw tot 160 miljoen euro per jaar. Dit systeem versterkt de Belgische particratie in grote mate en is problematisch vanuit minstens 3 invalshoeken. De wet op de partijfinanciering moet daarom op de schop. Biedt de rechter een uitweg?
(Lees verder onder de preview.)
Ten eerste zijn de middelen overduidelijk disproportioneel. Wanneer onze partijen steevast aan de top staan van de reclame-uitgaven op Facebook, dan weet je dat er iets schort. Wanneer partijen hele pretparken kunnen afhuren voor een “familiedag” waarbij het nauwelijks nog over politiek gaat, dan klopt er iets niet. Wanneer partijen honderd duizenden euros spenderen om voor een betoging een paar duizend man op de been brengen, krijgen we gewoon te veel geld. De totale middelen staan duidelijk niet meer in verhouding tot de missie van partijen als kiesverenigingen. Ze zorgen bovendien voor een sfeer van permanente campagne die een langetermijnvisie in de politiek onmogelijk maakt.
Ten tweede is de huidige wet op de partijfinanciering ook discriminerend. De wet bevoordeelt grote partijen tegenover kleine partijen. De dotatie per stem wordt namelijk enkel toegekend aan partijen die een vertegenwoordiger hebben in de Kamer. Stemmen voor kleinere partijen worden op deze manier financieel waardeloos gemaakt.
Daarnaast zit er ook een discriminatie tussen Vlaanderen en Wallonië wegens het verschil in de effectieve financieringsdrempel. De kiesdrempel van 5% geldt over het hele land, maar enkel in de Vlaamse provincies Antwerpen (24 zetels) en Oost-Vlaanderen (20 zetels) ben je met 5% zeker van een federale verkozene en dus financiering. In de twee grootste Waalse provincies daarentegen, Henegouwen (17 zetels) en Luik (14 zetels), heb je met 5% van de stemmen niet genoeg. Om zeker te zijn van een zetel moet je daar al 5,88% of zelfs 7,14% van de stemmen halen om aan financiering te komen. De kiesdrempel is dus wel dezelfde, maar de financieringsdrempel duidelijk niet.
Ten derde zijn de enorme middelen ook gewoon democratisch prohibitief. Als je weet dat je toekomstige concurrenten elk jaar miljoenen euro´s ontvangen, dan moet je wel goed gek zijn om als parlementslid of als burger met een nieuwe partij te starten. De kans dat je op een faire manier kan concurreren met de bestaande partijen is zo goed als nihil. Dat verklaart ook, samen met de kiesdrempel, meteen het grote verschil tussen het gestolde Vlaamse/Belgische partijlandschap, en het dynamische Nederlandse partijlandschap, waar één parlementslid als Pieter Omtzigt met een nieuwe partij meteen de grootste kan worden. Het burgerpanel We Need To Talk kwam daarom met de aanbeveling om voor nieuwe initiatieven een basisfinanciering te voorzien, om toch enigszins tot een gelijker speelveld te komen.
(Lees verder onder de preview.)
Als kleine partijen in respectievelijk Vlaanderen en Wallonië, hebben Vista en Oxygène daarom beslist dat het tijd is om de huidige wet op de partijfinanciering juridisch aan te vechten. Deze wet dateert intussen van 1989 maar is 35 jaar later wegens de perverse effecten op onze democratie, duidelijk aan een herziening toe. Het doel was de corruptie door private donoren aan banden te leggen, wat ook prima gelukt is. Het neveneffect was echter dat de wet de toen al bestaande particratie in die mate heeft versterkt, dat ze onze democratie en controlemechanismen die tot goed bestuur moeten leiden, volledig heeft ondergraven. Alle opiniestukken en burgerpanels ten spijt, lijken de bestaande partijen er niet toe in staat om deze wetgeving aan te passen. Vorig jaar pleitte een expertencommissie in de Kamer zelfs voor het volledig herschrijven van de wet, wat echter opnieuw zonder gevolg bleef. Ook daar gebeurde niets mee.
Het is intussen wel duidelijk: de doodzieke patiënt zal zichzelf niet opereren. Daarom is een juridische actie waarbij de disproportionaliteit en het discriminerende karakter van deze wetgeving worden aangeklaagd, helaas het laatste redmiddel geworden om onze democratie te vrijwaren. Hopelijk worden voldoende burgers wakker om deze scheve situatie weer recht te trekken.
Jan Wostyn is co-voorzitter van Vista.
Alexander Prym is de verantwoordelijke politieke strategie van Oxygène.
Meer informatie op www.stopparticratie.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier